Sint Hubertuskerk

De Sint-Hubertuskerk is een kerkgebouw in Genhout. Het gebouw staat in de Hubertusstraat, de hoofdstraat door het dorp in het Groot-Genhoutse deel. De kerk is een rijksmonument en is gewijd aan Sint-Hubertus.

Geschiedenis

In 1933 werd de parochie opgericht en scheidde men zich af van de parochie van Beek. Tevens werd er dat jaar de pastorie gebouwd naar het ontwerp van architect Stephan Dings uit Beek.

In de periode 1936-1937 werd de kerk gebouwd naar het ontwerp van architect Alphons Boosten uit Maastricht. De kerk werd ontworpen geïnspireerd op de façade van de romaanse Onze Lieve Vrouwe-basiliek te Maastricht en is opgetrokken in een romantisch-modernistische stijl. De kerk wordt beschouwd als een van de belangrijkste exponenten van het zogenoemde Limburgse Reveil, een regionale kunststroming uit het Interbellum die haar inspiratie veelal vond in een zelfbewuste, persoonlijke en romantische benadering van de eigen geboortestreek. Kunstenaars die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van het kerkgebouw zijn Henri Jonas, Charles Eyck, Joep Nicolas, Charles Vos, Gisèle Waterschoot van der Gracht, Jacques Verheyen, Jef Scheffers en Yvonne Trypels.

Opbouw

Het kerkgebouw is noordoost-zuidwest gepositioneerd met het koor in de richting van het noordoosten. Het gebouw is opgetrokken uit Beker gele bakstenen en de 42 meter hoge toren heeft een opvallend groen spits dak dat van koper gemaakt is. Het gebouw bestaat uit een toren die ten noorden van de lengte-as is geplaatst, een eenbeukig schip, twee dwarsarmen en een koor.

De Hubertuskerk heeft een in hoofdvorm kruisvormige plattegrond. Een ten opzichte van het schip verlaagde en halfronde absis, alsmede een halfronde uitbouw achter elke kruisarm. Het schip wordt voorafgegaan door een hoog, massief westwerk, waarnaast aan de zuidwestzijde een ronde toren is geplaatst en aan de zuidoostzijde de doopkapel is gebouwd.  Het schip heeft een flauw hellend zadeldak, het westwerk een steil asymmetrisch zadeldak, de doopkapel een symmetrisch zadeldak. De kruisarmen hebben steile, aan beide zijden deels geknikte zadeldaken. De absis heeft een rond, flauw hellend tentvormig dak, met een korte nokbalk. Voornoemde daken waren oorspronkelijk gedekt met leipannen, thans met leien in Maasdekking. De toren heeft een gewelfde, kegelvormige koperen spits met vergulde windhaan en kruis. Roodkoperen dakgoten en hemelwaterafvoeren. Luifelgoten op zandstenen consoles. Hoge schoorsteen bij de aansluiting van de absis en de noordwestelijke kruisarm.  De kerk heeft ronde vensters met glas-in-lood in de doopkapel, de kinderkapel in de zuidoostelijke kruisarm, in beide zijden van de absis en in de Hubertuskapel. In de kinderkapel betreft het drie in elkaar geschoven ronde vensters met betonnen traceringen. Hoge, rondboogvormige vensters met glas-in-lood in de absis, in de halfronde uitbouwen van de kruisarmen en in het westwerk. Rondboogvormige galmgaten in de toren. Rechthoekige houten vensters met kleine roedeverdeling in de sacristieën in de noordwestelijke kruisarm. In de eerste laag drie rechthoekige, verticaal ingedeelde houten vensterkozijnen met twaalfruits roedeverdeling per glaspaneel, in de tweede laag drie rechthoekige, twaalfruits houten vensters. Een rechthoekig houten twaalfruits venster in de voormalige jongenssacristie.  Houten, uit rabatdelen opgebouwde teakhouten buitendeuren met gesmede beslagen, rondboogvormig in het hoofdingangsportiek en rechthoekig in de zij-ingangen.  Funderingen en kerkvloeren in gewapend stampbeton. Zangkoor, de ringbalken van de toren en de ontlastingsbogen in gewapend beton. Gewelven van steengaas in cementspecie. De kerkvloeren zijn belegd met Noorse leisteen. Houten sacristievloeren.  Rustica plint en overstekconsoles in Franse zandsteen. Opgaand metselwerk van exterieur en interieur van in Beek vervaardigde harde, gele baksteen met grijs-wit voegwerk. Metselwerk in Vlaams verband. Het kerkportiek is grofvol gevoegd en heeft een grof gepleisterd plafond. De overige gevels zijn platvol gevoegd.  Uitwendig heeft de kerk een lengte van 41 meter, de breedte van het schip, met 300 zitplaatsen, is 13 meter, die van het transept 30 meter. De inwendige hoogte tot in de gewelven is 15 meter.  Het hoge westwerk heeft een centraal geplaatst ingangsportiek, toegankelijk via twee rondbogen met drievoudige rollaag. Vóór de bakstenen kolom, die beide rondbogen draagt, werd in 1955 op een zandstenen console het Hubertusbeeld met hert geplaatst. Dit beeld, uitgevoerd in Duitse tufsteen, werd vervaardigd door Frans Timmermans. Vóór het portiek een drietal traptreden. Centraal in het portiek een rondboogvormige, dubbele houten ingangsdeur met beslag onder een viervoudige rollaag. In de rechter zijwand van het portiek de rondboogvormige houten deur met beslag, welke toegang geeft tot het tochtportaal. In de linker zijwand een rondboogvormige vensternis met vitrinekast. Boven laatstgenoemde deur en de vensternis een drievoudige rollaag. De vlakke zoldering van het portiek is grof gepleisterd. Centraal in de gevel boven het ingangsportiek een verdiept geplaatst rondboogvormig stalen glas-in-loodvenster. Hoog onder het aanzienlijke dakoverstek een reeks van vijf rondboogvormige gevelopeningen, waarachter de zoldering van het westwerk boven de gewelven. Aan de noordwestzijde van het westwerk bevindt zich een uitbouw onder lessenaarsdak, die de hoogte van de kruisarmen overstijgt. Vlak boven de plint het verdiept geplaatste stalen raam met glas-in-lood van de Hubertuskapel. Op de gevelhoek is de plint uitgebouwd tot een kleine steunbeer. Hoger op de gevelhoek is de gedenksteen geplaatst, gebeeldhouwd door de Maastrichtenaar Charles Vos in de vorm van een Christus-figuur. De gedenksteen draagt als onderschrift “Christus Zelf is de hoeksteen” en werd op 15 september 1936 geplaatst. De luifelgoot van het lessenaarsdak wordt gesteund door een zandstenen console.  Achter deze uitbouw is de ronde hoektoren geplaatst. Vlak boven de plint van de toren heeft de Hubertuskapel een verdiept geplaatst, rondboogvormig stalen venster met glas-in-lood. Hoog in de gevel, vlak onder het overstek van de torenspits, bevindt zich het uurwerk, alsmede twee maal twee gekoppelde galmgaten met galmborden. Bovendien is de torenspits onder het overstek rondom voorzien van galmborden. Een klein rechthoekig trappenhuisvenster. Verscholen achter de nok van het westwerk een rondboogvormig houten luik. Aan de zuidoostzijde van het westwerk bevindt zich de doopkapel, met een in vergelijking tot de kruisarmen lagere nokhoogte. Deze kapel heeft in de zijgevel een verdiept geplaatst rond stalen venster met glas-in-lood.  In de beide lange gevelzijden van het schip bevinden zich vijf hoge, rondboogvormige glas-in-loodvensters. Deze zijn verdiept geplaatst in afgeschuinde vensterlijsten met afgeschuinde dorpels, waaronder kleine steunberen.  Beide KRUISARMEN hebben een rechthoekige teakhouten toegangsdeur met beslag, waarboven een geknikt dakdeel ondersteund door een kolom op een lage zandstenen borstwering. De deur is bereikbaar via drie traptreden. In de oksel van kruisarmen en schip een afgeschuind uitbouwtje met een segmentboogvormig glas-in-lood venster. Hierboven wederom een geknikt dakdeel. De ronde uitbouwen aan de achtergevels van beide kruisarmen hebben twee ronde, verdiept geplaatste glas-in-loodvensters. De noordwestelijke kruisarm heeft naast deze uitbouw een rechthoekig houten venster met twaalfruits roedeverdeling. In de lange zijgevel van deze kruisarm telt de eerste laag drie rechthoekige, verticaal ingedeelde houten sacristievensters met twaalfruits roedeverdeling per glaspaneel, alsmede een rond glas-in-loodvenster, dat vanuit het schip zichtbaar is; in de tweede laag drie rechthoekige houten twaalfruits vensters. Drukboogjes boven de rollagen van de sacristievensters welke zijn voorzien koperen dorpelbekleding. De zuidoostelijke kruisarm heeft in de lange zijgevel drie in elkaar geschoven ronde glas-in-loodvensters met betonnen tracering. De halfrond uitgebouwd ABSIS telt vijf verdiept geplaatste, rondboogvormige glas-in-loodvensters, waaronder korte, vlakke steunberen. Verder heeft de absis aan weerszijden van het koor ronde glas-in-loodvensters, een reeks gevelopeningen onder het dakoverstek en enkele waterspuwers.  De Hubertuskerk is een éénbeukige kruiskerk met zeven kruisribgewelven in het schip. Deze gewelven zijn uitgevoerd in gaassteen en steunen op zandstenen consoles. Aan beide zijden van het schip bevindt zich één biechtstoel. De kruisarmen werden respectievelijk ingericht als sacristie en als kinderkapel. De kinderkapel heeft geen gewelf. De plafondvorm komt overeen met de zadeldakvorm van de kruisarm. Tussen schip en kinderkapel een grote ronde scheiboog. Achter het in de absis op een verhoog geplaatste hoofdaltaar bevindt zich een kooromgang met zeven rondbogen. De absis heeft een koepelgewelf. Het natuurstenen hoofdaltaar werd ontworpen door architect Boosten en uitgevoerd door de fa. Laudy te Sittard. Het zangkoor beslaat de gehele breedte van het schip. Onder het zangkoor bevinden zich de ingangsportalen. De Hubertuskapel onder de toren alsmede de ingangsportalen hebben een vlakke zoldering, de doopkapel een tongewelf. De rondboogvormige vensterlijsten zijn trapsgewijs uitgemetseld en hebben afgeschuinde dorpels. Oorspronkelijke, door Boosten ontworpen kerkbanken op houten vlonders. Open gevoegde, zwarte plinten. In het rijke interieur zijn onder meer van belang het antependium in opaline van Max Weiss, ca. 1940; het door architectenbureau Boosten ontworpen doopvont in Franse kalksteen met gebronsd koperen deksel, 1951, voorzien van vier reliëfs op de zuiltrommel van de hand van Charles Vos. De ronde vont werd vervaardigd door de firma Laudy te Sittard; geglazuurde keramische kruiswegstaties, Charles Vos, ca. 1939; een geglazuurd kleien Jozefbeeld, Charles Vos, 1951; muurschilderingen van Charles Eyck, ca. 1940, in de absis (verrezen Christus, de geboorte, de doop in de Jordaan, 1200 cm x 1200 cm), de sacramentskapel (twee engelen, 400 x 150 cm), de gewelven van het schip (de 12 apostelen en de 4 evangelisten, 400 vierkante meter). Tal van figuren werden geportretteerd naar voorbeeld van door Eyck gewaardeerde personen; gebrandschilderde ramen van Joep Nicolas, XXb en 1937-1938, waarvan drie in de kooromgang, één in de schipwand, een rozetraam in de doopkapel en drie in elkaar geschoven ronde ramen in de kinderkapel; een gebrandschilderd raam van de H.Hubertus in de Hubertuskapel, in 1937 vervaardigd door Henri Jonas en geschonken door architect Alphons Boosten; het door J. Stassen ontworpen en door atelier Felix te Maastricht vervaardigde glas-in-loodvenster in de Hubertuskapel, in 1992 geplaatst bij gelegenheid van het 25-jarig priesterfeest van pastoor Van Oss; drie gebrandschilderde ramen van Jef Scheffers, 1938, bij de sacristie en de kinderkapel; in het schip twee gebrandschilderde ramen van Charles Eyck, 1940, met voorstellingen van de heiligen Willibrordus en Bonifacius; twee gebrandschilderde ramen bij de zijingang van de kerk van Yvonne Tripels, ca. 1940; een gebrandschilderd raam met een voorstelling van pastoor van Ars, Jacq. Verheyen, 1951; gebrandschilderde ramen met respectievelijke voorstellingen van de heiligen Jozef en Isidorus, Max Weiss, ca. 1952; een gebrandschilderd Ceciliaraam boven het zangkoor, Gis¿le Waterschoot van der Gracht, XXc; een Mariatriptiek, Henri Jonas, 1938; een Duits eikenhouten kruisbeeld achter het altaar, XIX; een gedeelte van een eikenhouten preekstoel, XVIII; het tweedelige smeedijzeren hekwerk van de doopkapel, vervaardigd door smid J. Tummers te Schimmert; een beeld van H.Hubertus als bisschop, Gène Eggen, 1992.

Waardering

De R.K. Kerk van de H.Hubertus te Genhout is van grote cultuurhistorische waarde, enerzijds als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling, anderzijds als zeer belangrijke uitdrukking van de regionale culturele stroming uit het Interbellum die wordt aangeduid als het Limburgs Reveil. De architectuurhistorische waarden van deze kerk zijn zeer aanzienlijk, onder meer vanwege het architectonische belang dat de op de Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht geïnspireerde voorgevel vertegenwoordigt. De toegepaste bouwstijl geeft uiting aan een romantische, door het modernisme beïnvloede interpretatie van de regionale cultuurhistorie, hetgeen de kerk van groot belang maakt voor het oeuvre van architect Alphons Boosten. De kerk kenmerkt zich door een streekgebonden materiaalgebruik en ornamentiek. Ook is er, vanwege de hoge kwaliteit van de interieuronderdelen, sprake van een kerk met een bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. De Hubertuskerk is van betekenis vanwege de situering en daarmee van belang voor de ontwikkeling van het dorp en het aanzien van de omringende streek. De kerk beschikt, zowel het exterieur als het interieur, over een hoge mate van architectonische gaafheid. Bovendien is de Hubertuskerk in bovenregionaal kader om cultuur- en architectuurhistorische redenen zeldzaam te noemen, hetgeen in samenhang met bovenstaande overwegingen een nationaal belang vertegenwoordigt. (Datum: 14-09-1999).

Orgel

In 1966 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) een unit-orgel.

Bron: Reliwiki