Door Jacques Aussems
Met Jo Hoen ( * Terwinselen 19-05-1938, † Beek 11-05-2017 ) verliest de Heemkundevereniging Beek een van haar oprichters, haar eerste voorzitter en de laatste jaren een van de actiefste onderzoekers van de oude lokale geschiedenis. Wij willen hem daarvoor danken en zijn verdiensten hier nader voor onze geschiedenis vastleggen.
Curriculum vitae
Het is moeilijk om in het kader van een beperkt herdenkingsartikel de betekenis van een zo energiek en creatief persoon weer te geven. Ook tijdens de uitvaartdienst op 17 mei 2017 in de St. Callistuskerk te Neerbeek moest de celebrant zich tijdens de herdenkingsrede hierom beperken.
Jozef Hubert Marie Hoen werd in Terwinselen geboren in een groot gezin. Zoals in zovele gezinnen in Limburg werd hij geworven als student voor een Priesteropleiding en in zijn geval bij de paters Oblaten in Ravensbos bij Hulsberg. Jo volgde hier het kleinseminarie van 1950-1956 en sloot dit af met het staatsexamen gymnasium A. In de verolgstudie, het novicaat, kwam hij tot de conclusie dat het priesterschap toch niet zijn roeping was en besloot aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen Nederlands te gaan studeren.
Vaker maakte hij ons deelgenoot van de problemen, die hij op de Universiteit regelmatig had met zijn belangrijkste professor en hij besloot die studie op te geven. Hij vervolgde zijn studie Nederlands op M.O-niveau, welke studie hij later aanvulde met M.O-Geschiedenis. Na beëindiging van die studie ging hij eerst werken bij een uitgeverij – hier haalde hij het uitgeversdiploma – en vervolgens stapte hij over naar het middelbare onderwijs. Ik beperk mij tot de laatste jaren. Jo Hoen was van 1988-2001 adjunct-directeur van het Walram College te Sittard. Die werkzaamheden brachten hem – na zijn huwelijk met Ine Gelissen uit Beek – uiteindelijk naar Neerbeek, alwaar het gezin met drie kinderen ( 1 zoon en 2 dochters ) woonde in de Fattenbergstraat en later aan de Spaansesingel. In Beek kwam hij in 1974 in aanraking met het initiatief om te komen tot de oprichting van de Heemkundevereniging Beek met de daaraan gelieerde Stichting Heemkundemuseum. Gelet op de reeds door hem ontwikkelde belangstelling voor geschiedenis en archiefonderzoek en het daarvoor benodigde netwerk, kwam Jo al spoedig in het vizier om als voorzitter de kar van beide instellingen te trekken. Al spoedig wilde hij de leden van de Heemkundevereniging op een hoger onderzoeksniveau brengen en daarom begon hij belangstellenden te oefenen in het lezen van het oude schrift (paleografie) , zodat zij dieper konden doordringen tot de bronnen van de geschiedenis. Hij wilde ook de belangstelling voor de eigen geschiedenis verbreden en daarom bevorderde hij ook het uitgeven van kleinere afgeronde delen van de meer recente geschiedenis in de boekenserie “Wat Baek ós bud” waarvan hij het Voorwoord van deel 1 1n 1980 als volgt besloot:
“Moge dit eerste deeltje in deze nieuwe serie nog door vele vervolgd worden , zodat we kunnen ontdekken dat Baek niet alleen Baek blif, maar ook altijd Beek is geweest, d.w.z. een bloeiende zelfstandige gemeenschap, rijk aan historie en altijd aantrekkelijk voor diegenen die er leefden en woonden, en er nu nog leven en wonen” Deze boekenserie zag Jo als een aanzet om later te komen tot een de hele geschiedenis omvattende monografie van de geschiedenis van de Hoofdbank Beek en de latere gemeente Beek. Later zou het onderzoeksgebied worden verbreed met de lotgevallen van de voormalige gemeente Spaubeek.
Na enkele jaren gaf hij het voorzitterschap over in het vertrouwen dat anderen het mede door zijn noeste arbeid op gang gezette traject met kracht zouden doorzetten. Maar hij bleef wel betrokken bij het onderzoek en in de proefeditie van 1986 van het Heemkundetijdschrift BECHA verscheen van zijn hand onder de titel “Jeugdzonden” het artikel over de vermeende Beeker leden van de roemruchte bende der Bokkenrijders en dat alles in het perspectief van de Genealogie, de grote hobby van Jo Hoen. In het eerste officiële nummer van dit tijdschrift in april 1987 stelde Jo de 17e – eeuwse “Meester Peter Seghels, chirurgein” aan de lezers voor en zo zouden er nog vele artikelen van zijn hand in het tijdschrift verschijnen.
Uitstapje
Zoals vermeld, was Jo Hoen langzaam aan een verwoed genealoog geworden en op dit onderzoeksterrein heeft hij uitzonderlijke diensten bewezen. Ik kan deze niet volledig in beeld brengen in dit artikel, daarom vermeld ik hier slechts de belangrijkste werkzaamheden.
- oprichter Sectie Genealogie van Limb. Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG)
- oprichter en ex-hoofdredacteur Limburgs Tijdschrift Genealogie.
- secretaris Limburgs Genealogisch en Geschiedkundig Informatiecentrum.
- uitgever van de serie Maaslandse geslachten.
- mede-auteur van de serie herten in het Woud, genealogie van de Familie De La Haye.
- auteur van de serie Hoen, een reusachtige Familie.
- administratief beheerder van de website www.allelimburgers.nl
- opstarter en beheerder van de serie Gendalim.
- auteur van het boek Familienamen in Limburg
- erelid van het LGOG
- auteur van de handleiding Limburgse voorouders.
Ondanks deze fabelachtige hoeveelheid werk bleef hij ook oog houden voor andere zaken. Zo trof ik aan “Blokzijl, transcriptie gereformeerd trouwen 1697-1745” een volledige transcriptie door Jo Hoen en Ine Hoen-Gelissen, Sittard 2007 en “Herinneringen aan mijn tijd op Ravensbos 1950-1956” Verder was Jo Hoen auteur van het boek “Veer dont ut zelf “, 150 jaar geschiedenis van een parochie” (Heerlerheide-4, 1989).
Jo Hoen was bovendien bestuurslid van de Stichting Geschiedkunde De Maaskentj te Stein enz.
Maar ook Beek werd niet vergeten, zo was Jo Hoen medeauteur van de 3-delige serie “Geroepenen Gods”(1993-1998) auteur van “Neerbeek, een apart Kerkdorp” (1983) en van “75 jaar kerkdorp Neerbeek” (2008), al deze boeken in de serie “Wat Baek ós Bud”
Ik zal onder meervele studies van Jo niet vermeld hebben, doch de vermelde geven toch een globale indruk van de grote verscheidenheid van diens publicitaire activiteiten.
Tenslotte
Nadat de kinderen van het gezin Hoen-Gelissen wegens huwelijk, studie of anderzinds uit huis in Neerbeek waren vertrokken en ook leeftijd en gezondheid zich deden gevoelen, werd naar een appartement in Sittard vertrokken. Maar Beek bleef toch trekken en in 2013 werd gekozen voor een appartement in het Raadhuispark in Beek. Helaas heeft zijn geliefde Ine niet lang van dat ruime appartement kunnen genieten. In 2014 is ze rij plotseling overleden. In een mail van begin 2016 zegt Jo hierover: “Dat verlies viel en valt mij heel zwaar. Om mijn zinnen te verzetten heb ik mij weer op de geschiedenis van Beek gestort. Ik hoop te bereiken dat er een volwaardige “Geschiedenis van Beek wordt geschreven en uitgegeven”
Vanaf 2016 heeft hij zich vol enthousiasme op dit doel gestort. Tientallen mails heeft hij hierover aan een aantal vertrouwelingen gestuurd. Ik haal uit een mail aan: “Op mijn aandringen hebben we toen de serie “Wat Baek ós Bud” in het leven geroepen, omdat ik dacht dat het beter was via deelstudies voldoende materiaal te verzamelen voor een groter geheel. Het is nu bijna 40 jaar geleden en misschien is nu de tijd rijp om dat oorspronkelijke plan uit de kast te halen, af te stoffen en nieuw leven in te blazen. …….We zijn intussen wel wat ouder, maar misschien ook wat wijzer geworden. Het is een ambitieus project, maar het zou een waardige afsluiting zijn van onze ambities uit 1975 ”
Toch klonk al in een mail van januari 2016 enige zorg door: “Ondanks mijn lichamelijke gebreken hoop ik nog een tijdje mee te kunnen, ik ben niet meer erg mobiel, maar tegenwoordig kun je veel via internet”. Ook: er is al veel materiaal beschikbaar. De lacunes kunnen worden opgespoord. Daar ben ik mee bezig. Tegenwoordig staat al veel op internet”
Er werd ook naar Jo gekeken als potentiële auteur van de beoogde monografie. Hij was hier zeker voor toegerust, maar zelf reageert hij: “Ik zie mij die monografie niet schrijven. Gezien de problemen met mijn gezondheid gaat mij dat niet lukken. Wel kan ik veel voorbereidend en ondersteunend werk doen, door materiaal te verzamelen, transcripties te maken en concepteksten te schrijven. …… Ik ga voorlopig gewoon door met wat ik al deed …..”
En zo heeft Jo Hoen al vele transcripties met toelichtingen laten plaatsen op de website van de Heemkundevereniging Beek of geplaatst in het Heemkundetijdschrift BECHA , die belangrijke informatie nieuwe informatie blootlegden over de oude geschiedenis van Beek. Deze bron is op 11 mei 2017 droog gevallen. Een enorm verlies voor al diegenen , die met verlangen uitkijken naar de alles omvattende geschiedenis van Beek en Spaubeek en deze sympathieke onderzoeker hiervoor hoogachten.
Jo Hoen wilde terug naar de beschikbare historische bronnen om van daaruit onze geschiedenis zelfstandig te reconstrueren “Veer dont ut zelf” was de titel van een van zijn studies en hiervoor heeft hij zich tot het laatst ingezet, want achter zijn computer bezig met het toegankelijk maken van oude archivalia is hij overleden.