Arthur Jan Elisa Spronken was een zoon van Jan Nicolaas Spronken, sigarenfabrikant, en Bertha Hertz. Hij werd geboren in Beek op 30 juli 1930.
In zijn jeugd werd Spronken zowel beïnvloed door de paardenliefhebberij van zijn vader en grootvader, als door de beeldhouwer Paul Schmalbach. Hij werd klaargestoomd voor de handel, maar ging uiteindelijk naar de Kunstnijverheidsschool in Maastricht, waar hij onder anderen les kreeg van Charles Vos en Harry Koolen. Hij studeerde hier van 1948 tot 1952 en vertrok daarna voor een jaar naar Milaan om stage te lopen aan de Accademia di belle Arti di Brera. Daar kreeg hij onder andere les van Marino Marini, een specialist op het gebied van paarden in de beeldhouwkunst.
Eenmaal weer in Nederland maakte Spronken in eerste instantie voornamelijk religieuze figuren uit hout, daarna ging hij rond 1961 over op brons. Zijn figuratieve beelden concentreren zich rond de dynamiek van lichamen, danseressen en later paardentorso’s. Die dynamiek is zo belangrijk bij de latere paardentorso’s, dat de benen van de paarden alleen in aanzet te zien zijn, de aanzet tot de beweging die in de torso plaatsvindt.
In 1964 kreeg hij een individuele tentoonstelling in het Frans Hals Museum. In 1996 vond er in Scheveningen in het museum Beelden aan Zee een overzichtstentoonstelling plaats, waarbij zijn monument van het koninklijk gezin een permanente plaats kreeg.
Arthur Spronken trouwde in 1955 met de Finse kunstenares Varpu Tikanoja (1928-1983). Ze kregen samen vier dochters, waaronder kunstenaressen Siiri Spronken, Arja Spronken, Kore Spronken en een zoon Caius Spronken. Later leefde hij samen met beeldhouwster Francesca Zijlstra. Hij overleeed in Sittard op 5 april 2018.
Bron: Wikipedia