Voorname gesloten hoeve, 1863, gebouwd in de trant van de 19de-eeuwse bouwtraditie. Dominant gesitueerd in het open landschap, aan de verbindingsweg tussen de kernen Beek en Neerbeek. De noordwestelijke en noordoostelijke stalvleugels werden in 1945 in opdracht van J.H. Stassen geheel en gedeeltelijk gemoderniseerd, naar een ontwerp van architect C. Lemmens te Beek. Voor de noordwestelijke stalvleugel had dit tot gevolg, dat de stallen buiten de oorspronkelijke plattegrond werden uitgebreid.
De hoeve heeft een carrévormige plattegrond, waarbij het woonhuis in de zuidoostvleugel vooruitspringt ten opzichte van de omringende stalvleugels. De noordwestelijke stalvleugel springt als gevolg van de in 1945 gerealiseerde modernisering eveneens vooruit. Tweemaal twee tegenover elkaar geplaatste inrijpoorten, respectievelijk aan weerszijden van het woonhuis aan de zuidoostzijde en aan weerszijden van de gemoderniseerde noordwestelijke stalvleugel.
Het woonhuis is ten dele onderkelderd, telt twee bouwlagen plus een zolderverdieping. De stalvleugels tellen één bouwlaag plus een zolderverdieping. Het woonhuis heeft een tussen kopgevels verzonken zadeldak. Aan de voorgevelzijde een bakgoot op consoles, aan de binnenplaatszijde een aanzienlijk overstek. De zuidwestelijke en noordoostelijke stalvleugels hebben een samengesteld schild- annex wolfdak, de noordwestelijke stalvleugel heeft een asymmetrisch zadeldak. Het zadeldak van laatstgenoemde stal werd in 1945 vanwege de modernisering aan de binnenplaatszijde ten dele opgetild, het dakschild aan de noordwestzijde werd opgetild en verlengd. De zolderingen boven de inrijpoorten aan weerszijden van het woonhuis hebben een zadeldakje. Enkel het asymmetrische zadeldak van de noordwestelijke stalvleugel is gedekt met Mulderpannen, de overige daken met oud-Hollandse pannen.
Het woonhuis heeft rechthoekige houten T-vensters, alsmede rechthoekige houten deuren. In de voorgevel van het woonhuis zijn de scharnieren van de vensterluiken nog aanwezig. Licht segmentboogvormige houten inrijpoorten. Stalvensters en -deuren in hout en staal, zowel rechthoekig als segmentboogvormig.
De gesloten hoeve is opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Hardstenen venster- en deurlijsten, traptreden, plinten, aanzet- en sluitstenen. Schoot- en sierankers. Houten lateien en gecementeerde dorpels in de achtergevel van het woonhuis.
De voorname voorgevel van het woonhuis aan de zuidoostzijde telt vijf vensterassen en is symmetrisch ingedeeld. De symmetrie wordt benadrukt door de in een decoratief fries uitlopende hoeklisenen. In de eerste laag van de middenas een rechthoekige, dubbele houten paneeldeur met decoratief ingedeeld glas-in-lood bovenlicht. Rechthoekige houten T-vensters in de overige assen. De noordoostelijke zijgevel is blind, behoudens een rondboogvormig houten T-venster in de topgevel, en wordt afgedekt door vlechtingen. De zuidwestelijke zijgevel is geheel gecementeerd. In de eerste laag een rechthoekig houten venster, centraal in de tweede laag een gedicht oeil-de-boeuf-venster, in de topgevel een rondboogvormige vensterlijst met ongeleed houten venster. De achtergevel van het woonhuis aan de noordwestzijde telt eveneens vijf vensterassen en is min of meer symmetrisch ingedeeld. Centraal in de achtergevel een rechthoekige deur met bovenlicht. Rechthoekige T-vensters in de overige vensterassen, met uitzondering van het kleine rechthoekige houten venster in de tweede bouwlaag van de vijfde zuidoostelijke vensteras. De segmentboogvormige inrijpoorten aan de zuidwest- en noordoostzijde van het woonhuis geven respectievelijk toegang tot de stal en de binnenplaats. De gevelvlakken waarin deze poorten zijn geplaatst hebben eveneens een hoekliseen en een frieslijst. Segmentboogvormige strekken met aanzet- en sluitstenen. In de noordoostelijke strekboog vermeldt de sluitsteen de bouwjaaraanduiding 1863.
De stalvleugels aan de zuidwest- en noordoostzijden zijn aan de binnenplaatszijde voorzien van segmentboogvormige houten staldeuren, van segmentboogvormige stalvensters met kleine roedeverdeling en van rechthoekige stalvensters met kleine roedeverdeling in gecementeerde omlijsting. Diverse zolderluiken. De buitengevel van de zuidwestelijke stalvleugel is voorzien van een vijftal rechthoekige, verticaal ingedeelde stalvensters van later datum; de buitengevel van de noordoostelijke stalvleugel is blind.
De vernieuwde veestal aan de noordwestzijde heeft segmentboogvormige stalen vensters met kleine roedeverdeling, alsmede rechthoekige schuifpoorten. Zolderluik onder het overstek aan de binnenplaatszijde. Het woonhuis heeft een souterrainverdieping met gewelven in baksteen.
De indeling van het woonhuisinterieur is grotendeels intact gebleven. In dit interieur zijn onder meer van belang het oorspronkelijke trappenhuis, de olieverfschildering in de centrale gang met hardstenen vloer, de stucrozetten in de woonkamer en enkele marmeren haardlijsten.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Rijksmonumentenregister