Ontbrekende namen

Er staan namen op het oorlogsmonument van Beek: alle namen van slachtoffers van de oorlog die met Beek zijn verbonden. Er staan namen op van vermoorde Joden en Sinti uit Beek. Er staan namen op van onderduikers, die in Beek werden gearresteerd. Namen van Duitse vluchtelingen, die in Beek opnieuw in de macht van de Nazi’s kwamen. Namen van gesneuvelde Beekse militairen en van in Beek gesneuvelde Amerikaanse bevrijders. Namen van mensen die omkwamen in Duitse gevangenissen en kampen. Namen van slachtoffers van bombardementen. Een lange rij van namen, die elk jaar opnieuw wordt opgelezen op vier mei.

Maar er staan ook namen NIET op het monument. Omdat ze indertijd gewoon zijn vergeten, of omdat ze niet op het monument MOCHTEN worden vermeld.

Simon Kuin is gewoon vergeten. Simon werd geboren op 20 maart 1923 in Bovenkarspel. Als student werd hij opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, werken in Duitsland. Hij weigerde zich te melden, en dook onder in Spaubeek, bij de familie Otermans in Hobbelrade, en later bij de familie Gerets. Maar hij miste zijn ouders. Om hen een keer te kunnen opzoeken kreeg hij een vals persoonsbewijs uitgereikt door de ambtenaar van de gemeente. Met dit document op zak reisde hij naar Bovenkarspel. Helaas vond juist die dag een razzia plaats op het Centraal Station in Utrecht. Simon werd gearresteerd, en zijn persoonsbewijs bleek niet in orde. Hij verdween naar het Noord-Duitse concentratiekamp Neuengamme. Daar bezweek hij op 9 maart 1945, bijna 22 jaar oud. Zijn leven was net begonnen.

Mathijs Willems werd op een andere manier slachtoffer van de oorlog. Hij was geboren op 6 juni 1896 te Geleen. Hij woonde met zijn in Heinsberg in de Selfkant geboren vrouw en hun zeven kinderen in een huisje in Spaubeek, Wijk D nummer 5, de huidige Heggerweg. De Duitse afkomst van zijn vrouw werd Mathijs fataal. Vóór de bevrijding van Spaubeek op 17 september 1944 waren de meeste Duitse staatsburgers gevlucht; zo ook mevrouw Willems en de zeven kinderen. Mathijs had zich tijdens de bezetting onberispelijk gedragen, en zich niet bemoeid met de politiek. Hij had immers zijn handen vol met het onderhouden van zijn grote gezin. In de eerste maand na de bevrijding werd hij dan ook met rust gelaten door de Orde Dienst (O.D.). Om niet opgehelderde redenen werd Mathijs echter op 17 of 18 oktober alsnog gearresteerd, en opgesloten in een kamertje op de bovenste verdieping van het gemeentehuis van Spaubeek. Hij kon de vernedering niet verdragen. Op 19 oktober deed hij een poging om te ontsnappen door middel van een in slierten gescheurd beddenlaken. Bij deze vluchtpoging maakte hij een dodelijke val op straat. Zijn vrouw en kinderen hoorden dit pas enige maanden later, bij hun terugkeer in Nederland. Onschuldig en onbedoeld was Mathijs Willems het slachtoffer geworden van Nederlandse pogingen tot gerechtigheid, die echter met gerechtigheid weinig hadden te maken. Herdenken doet pijn.