Kerk-parochie-religie 3

Oude Kerk Spaubeek

–              Voor het eerst als parociekerk vermeld in 1148, waarvan het patronaat

–              En de pastorele tienden in bezit waren van een zekere edele Juffrouw Adelheide, die dezelve aan haren echtgenoot Renier van Beek ten huwelijk bracht. Om het heil harer ziel, dat van haren man en van hare familie te bevorderen, schonk ze bij wettigen zegelbrief, voormeld patronaat en tiende alsook twee mansen akker, elk van 12 bunders aan de abdij van Kloosterrade bij Kerkrade.Er ontstond echter tusschen de kanonikken dezer abdij en den toenmaligen Heer van Valkenbur Goswijn III, die de helft der goederen van Reinier van Beek had geërfd of gekocht uit handen van Arnold, zoon van Reiniers broeder, een hevig geschil, dat jaren lang duurde en door Filips van Valkenberg. Aartsbisschop van Keulen,  werd bijgelegd Op verzoek van den bisschop Hendrik van Luik, trad deze als scheidsrechter tusschen beide en verkreeg van zijn neef Godwijn IV, die de pretenti”wn van wijlen zijn vader voortzette, dat de Kanonikken van Kloosterrade in het vreedzaam bezit der kerk van Spaubeek (Spaltbeeke)  zouden blijven , onder voorwaarde dat de Heeren van Valkenberg voortaan de voogdij (advocatie) over voormelde kerk zouden uitoefenen. .Dit akkoord werd gesloten in 1175, op den dag dat Aartsbisschop Filips te Bercheim de kerk wijdde, maar de wettige aktie hierover werd eerst vijf jaren later opgesteld.(Ernst.God.dipl.Falcob)T.VI.152.Hist,de Limb. Deze schenking van Vrouwe Adelheid schijn te zijn vernietigd geworden, want wij vinden in latere tijden niet de minste rechten door de Abdij Kloosterrade op de kerk van Spaubeek uitgeoefend.

–              De kerk zelf was een laag en onaanzienlijk gebouw van klei- en mergelstenen en lag op het eind van het dorp, maar niet ver van de Dijken. in een moerassig terrein  aan de Geleenbeek.

–              De ligging zo ver buiten de bebouwde kom staat in verband met de oude feodale toestanden destijds toen de Kasteelheren minstens driekwart van de parochie representeerden en het ius patronatus, het patronaats- of collatierecht: Jus praesentandi clericum instituendum ad ecclesiam velbenifitium vaccans = het recht om den parochiegeestelijke voor te stellen voor een opengevallen parochie of beneficie. In Spaubeek waren dat de kasteelheren van de St.Jans Geleen,  het goed de Dycke, Terborch en een verdwenen kasteel, waarvan nog enkel een terp resteert., die hun kerk zo dicht mogelijk bij huis hadden..

–              Zij was toegewijd aan de H.Laurentius, diaken en martelaar. Daarvan kwam de reparatie van het koor en een tiende deel  van de klok, ten laste van de pastoor en de toren en afhangsels der kerk ten laste van de gemeente. Het St.Gerlachusklooster was gehouden tot onderhoud van het schip, in 1702 overgenomen door de Fam. De Négri. Toen in 1640 een gedeelte van de kerkmuren instortte, werd de reparatie dus vrijwillig bekostigd door het klooster. Maar toen in 1687 het schip zó bouwvallig was geworden, dat bij regenweer niemand meer zonder natte voeten erin kon staan, weigerde de toen-malige proost van het klooster, Van der Steijn, ook maar enige reparatie op grond, dat daartoe ook de overige tiendheffers verplicht waren. Daarop werd in 1688 door de kerkmeesters bij de schepenbank van Geleen  geappelleerd, die de proost in 1699 tot herstel veroordeelde en ook tot betaling van het geding. Om zich voor zijn nederlaag te wreken, liet hij de kerk met zolder en treven bezetten, opdat hij als halfwinnaar des Convents in oorlogstijd er zijn vruchten kon opslaan. Enige jaren later ont-stond een nieuw geschil, toen naast het schip een nieuwe St.Annakapel werd gebouwd, zo met de kerk een half kruis vormend. Die kapel was bij langdurigheid van tijd en gebrek aan het nodige onderhoud, zo bouwvallig geworden, dat zij in 1715 voor koeien en varkens open lag. Door de pastoor tot herstel ge-maand, werd door hen de schuld van de een op de ander geschoven. En weer werd er de rechter bijgehaald. Die besliste dat een deel voor rekening van de gemeente kwam en de rest voor rekening van de houder der grote tienden. In 1732 werden door de echtelieden Simon en Mechtildis Loyson  drie altaren geschonken, waar tegenover de pastoor hen het recht verleende in de kerk begraven te mogen worden en ook hun naatste bloedverwanten Onder pastoor Christianus Emmanuel van den Bock ontstond in 1763 een proces over het hergieten van de grote Tiendeklok , met ziel en riem. Alle tiendheffers werden toen voor het gerecht gedaagd. Te weten de pastoors van Spaubeek, Nuth en Beek, de proost van St.Gerlach, de baron de Negri en de koster van Spaubeek. Bij vonnis van 28 mrt. 1768 werden de pastoor van Spaubeek en baron de Negri door de Raad van Brabant tot het leveren van de klok en het betalen van de proceskosten veroordeeld. De pastoor voor ¼ en de baron voor ¾. De klok moest overal in de gemeente gehoord kunnen worden.

     Door aanhoudende bouwvalligheid werd ze ten slotte in 1835 tot de grond toe afgebroken, waarna                                   

     in 1837 een nieuwe kerk in het gehucht de Hoeve werd gebouwd.   

    Op het erbij gelegen kerkhof werd de jongste dochter Theresia Jaquemin als laatste begraven.

                   – 1735 inbraak door de Tatersbende

    – 1774 de parochie omvatte Hobbelrade, Hoeve, Spaubeek, Bies (Schimmert) en een gedeelte van           

    –  Hegge (Schinnen)   

                    – 1782: 18 maart obiit R.D.Joannes Penris, primissarius

    – 6 mei obiit circa 4 tam horam mane A.R.D. Christianus Emmanuel van den Bock,

    – Ruraemundensis,   pastor, qui ante secretatrius Illustrissimi Domini fuit

                    – 1803: 4 mei obiit A.R.D. Arnoldus Somija, pastoor

                    – 1816: 19 april obiit subito A.R.D.Joannes Jacobus Ramaekers, pastoor

                    Op het kerkhof hier werd de jonge dochter Theresia Jaquemin als laatste begraven.

Pastoors:

                – Matheus Cox 1528, waarvan de naam voorkomt op het oud-zilveren Relikwiekruis

                – N, Keerijs 1567. Hij betaalde 24 gld.brab. in de bede des Konings voor dat jaar

– Gerardus Beltjens 1597 Geboren te Oirsbeek. Lid der Orde van Premonstreit, Prior te Reichstein in 1569. Pastoor te Spaubeek 1579

– Martinus Boshouwers 1596

– Joannes Heriberti 1619

– Joannes Caenen 1648. Verplaatst naar Aubel als pastoor of wel naar ’s Fravenvoeren. In 1708 heeft hij een jaardienst met 3 leesmissen gesticht voor hem en zijne familie

– Andreas Penris 1654-1661, Was Kapelaan te Beek in 1642. Hij stierf alhier den 10 april 1661

– Petrus Bartholomeus 1661, 22 juni benoemd. Hij had moeilijkheden met het Spaan Gouvernement.  Hij weigerde namelijk in 1684 de landsbede, Fransche Contributie te betalen, op grond, dat de Geestelijken van het Bisdom rekwest ter exemplie, gepresenteerd hebbende aan den Gouverneur der Belgische Ne-derlanden, Ducadi Villa Hermosa. Deze bij schrijven van 28 juni 1679, gedeclareerd had, dat de pastoors van het Bisdom Roermond, wier inkomen 300 gl. Brab. Niet te boven ging, niet gecotiseerd zouden wor-den, en dat de overigen niet dan van de excercentie zouden betalen. Hij stierf 7 juli 1710

– Conrard Werner van Amstenraedt 1710. Den 9 oct. werd hij op voordracht van Maria Dorothea, vorstin van Dietrichstein met dispensatie in de proclamatieën tot pastoor benoemd. Hij vertrok in 1714

– Wolterus Janssen 1714 de 29 mei, werd hij door Maria Dorothea van Dietrichstein tot  pastoor aange-steld. 6 sept. 1715 richtte hij de Broederschap van de H.Rozenkrans op. Hij las wekelijks de H.Mis in de slotkapel van St.Jansgeleen Hij werd in 1747 verplaatst naar Kerpen.

– Joannes Wilhelmus Fontini 1747.

– Mathias Lemmens 1757. hij was eerst kaplan alhier en werd er toen tot pastoor benoemd. Hij stierf 11 okt.1760, nadat hij nauwelijks de nieuwe pastoorswoning had betrokken en werd inde oude kerk voor het hoogaltaar begraven.

– Christianus Emmanuel van den Bock, 1760. Hij was geboren te Roermond in 1732 en werd in 1759 Secretaris van Mgr.Robiano, Bisschop van Roermond. Hij werd geprezen om zijn stichtend gedrag en vrijgevigheid jegens de armen. Hij overleed 6 mei 1782

– Godefridus Arnoldus Somya 13 aug.1782. Hij was eerst pastoor te Meerssen. Tijdens de Franse Revo-lutie weigerde hij standvastig de eed van getrouwheid aan de Republiek en vluchtte over de Rhijn. Bij de reorganisatie benoemde Mgr. Zaepfef hem wederom te Meerssen. Hij verkoos echter liever Spaubeek te behouden, alwaar hij 4 mei 1803 op 70 jarige leeftijd overleed

– Joannes Jacobus Ramaekers 29 nov. 1803. Hij was alhier geboren op 25 juli 1758 en sedert 1782 ook kaplaan geweest.  Hij overleed 16 april 1816

– Theodorus Eussen 1816. 3 mei 1760 op Houffalizerhof te Ubagsberg-Voerendaal geboren als zoon van Theodoor en Lucia Stevens. Zij had drie ooms die ook de geestelijke staat hadden verkozen. Hij deed zijn plechtige geloften in het klooster der E.E. Paters Capucijnen te Stavelot op 27 sept. 1780 en ontving de kloosternaam Pater Seraphinus. Priestergewijd werd 16 juli 1783 te Luik, waar hij tot aan de Franse Re-volutie de post van biechtvader en Franse predikant beklede in de kloosterkerk te Spa. 26 juni 1798 kreeg hij toestemming over de Rhijn te gaan om daar zaken van het klooster waar te nemen. Ook hij weigerde standvastig de eed van trouw te zweren aan de Fransche Republiek. Eerst op 31 aug. 1802 onderwierp hij zich in vereniging met Mgr.Zaepfef aan het Concordaat  en werd in 1803 benoemd tot kaplaan te Schim-mert, waarna hij 21 nov.1816 hier pastoor werd. Hij richtte 20 nov.1826 de H.Broederschap van het Al-lerh.Hart van Jezus op. Hij was toen 68 jaar oud, 45 jaar priester en 11 jaren pastoor.

– Ludovicua Josephus Caris geboortig van Maeseyk,  en eerst kaplaan te Heer.  29 febr. 1828 benoemd te Spaubeek, maar vertrok reeds in 1829  naar Luik waar hij in 1862 overleed.

– Henricus Meukens, benoemd in 1831. Hij was hier reeds kaplaan. In 1832 richtte hij het Genootschap op tot Voortplanting des Geloofs. In 1835 werd hij Jezuït te Nivelles alwaar hij ook mente Captus over-leed

– Petrus Salimans, 1835. Hij was eerst kaplaan te Op-Geleen, waarnaar hij in 1853 weer als pastoor werd overgeplaatst, nadat hij in 1837 de nieuwe kerk had gebouwd en de H.Kruisweg had geplant. Hij overleed 5 jan. 1873 te Geleen

– Henricus Hubertus Dominicus Deutz 1853, voordien pastoor te Heugem en Guttecoven. Hij overleed 15 april 1871

– Ludovicus Josephus Godfroy 1858, voordien kaplaan te Valkenburg, rector van  de Munsterkerk te Roermond en van hier verplaatst naar Papenhoven-Grevenbicht. Hij overleed in 1865, 42 jaar oud.

– Michaël Gielis, 1862, voordien kaplaan te Bergh-Terblijt en bedankte in 1885, waarna hij in 1887 overleed

– Gerardus Henricus Hubertus Welters, 1885, voordien rector in het gesticht der Dames van het H.Hart te Bloemendaal Vaals, kaplaan te Merkelbeek en rector der Ursulinen te Grubbenvorst.. Bouwpastoor van de van de nieuwe kerk, maar overlijdt reeds in 1887 

Kaplaans:

– 1727-1732 Henricus Corten, daarna pastoor te Amstenrade

– 1732 Mathias Lemmens, pastoor in 1757

– 1737 Petrus Kerckhoffs

– 1782 Theodorus Penris, die in datzelfde jaar al overleed

– 1782-1802 Joannes Jacobus Raemaeckers, 1803 pastoor alhier

– 1824-1829 Joannes Gerardus Adriaens, van hier naar Vaals, in1838 pastoor te Amstenrade, vanaf 1861 pastoor te Born +1907

– 1830-1831 Henricus Meukens,

– 1830-1840 Joannes Jacobs, daarna pastoor te Mesch, in 1860 pastoor te Noorbeek, alwaar hij in 1886 overleed

– 1846-1855 Wilhelmus Jacobus Schmeitz, van hier in 1855 naar Stamproy em 1856 naar Nuth. Daarna in 1865 als pastoor naa r Ohé en Laak, in 1870 naar Nieuwstadt, waar hij in 1896 overleed.

– 1855-1865 Franciscus Hubertus Lauten,  van hier naar Houthem,  in 1875 als pastoor naar Mesch en in 1888 naar Einighausen , alwaar in 1889 overleed

– 1866-1867 J.H.Peusens , die in 1867 al overleed

– 1868-1878 Bleesers, die van hier overging nnaar het bisdom Luik

– 1878-1880 Godefridus Dols, voordien kaplaan te Swalmen, Merkelbeek en Peij-Echt,  vanhier naar als rector naar Lemiers-Vaals, Vaesrade Nuth en Tungelroy-Weert. Vervolges pastoor te Eckelrade en Itteren (+1917)

–  1880-1885 Josephus Pyls, voordien kaplaan te Munstergeleen en vanhier naar Roosteren, alwaar na langdurige ziekte in 1895 overleed

–             

kapelanie Oude Kerk:

De kapelanie van Spaubeek dagtekent uit het jaar 1727. Bij testament van 27 sept. 1727, schonk Peter Thomas Baron de Negri, Heer van Henri-Chapelle, een kapitaal van 500 franse kronen à 5% met last, dat de vruchtgebruiker uit de intresten op alle Zon- en feestdagen van het jaar, tot intentie van de stichter de Vroegmis zou lezen. De kaplaan genoot uit dit kapitaal 100 fl.br. en de koster 10 fl.br. Om de inkomsten der kapelanie te verbeteren, voegden de inwoners van Spaubeek, in 1736,bij dit kapitaal ene som van fl. 1650 Luiks In de stroom van de Franse omwenteling gingen deze kapitalen verloren  In 1819 bracht men uit de overblijfselen nog fl. 300 Luiks bijeen. Daar deze som niet tot haar doeleinde toereikend was en er sedert 1903 geen kaplaan meer geweest was, vroeg het Kerkfabriek of deze penningen tot hare oude be-stemming of tot stijving der Kerkekas zouden dienen. De vicaris Generaal van het Bisdom Luik J.A Ba-rett, antwoordde bij schrijven van 16 jan. 1822, dat deze penningen geenszins tot voordeel der kerk zou-den dienen, dat de wil der stichters zo getrouw mogelijk moest worden nagekomen en dat, zolang te Spaubeek geen kaplaan zoude zijn, deze Missen ook op de werkdagen konden gelezen worden. De ka-plaan moest ook onder de H.Mis catechismus geven.

Schuilkerk

In de geuzentijd werd door de pastoor van Beek omstreeks de jaren 1660-1672 te Hobbelrade in een oude  schuur mis gelezen voor de parochianen van Beek.. Die schuur stond op de plaats waar thans (in 1910) een waterpoel is in de weide naast of lager liggend dan de woning der oude nonken Bougie. Die water-poel was toen ter tijde kelder.

St.Annakapel

In 1865 gebouwd op de plaats van de kerktoren van de Oude kerk. Door de familie Adriaans en andere weldoeners. Ze werd 27 juni 1866 ingewijd door Z.Eerw. Heer Corten, Deken van Schinnen Boven de ingang draagt het ’t opschrift Sto ubi usque as 1836 ecclesia parochialis fuit.

Geveriker kapel:

aan de Kapelstraat (nr.14)gelegen (bk.Gev.nr.89). Ze is gewijd aan O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangenis. Ze werd in 1860 door de familie Corten voor de Geveriker gemeenschap gebouwd, maar eigenlijk meer ten gerieve van de vier priesterzonen, die na hun emeritaat dan niet dage¬lijks door weer en wind naar de St.Martinuskerk behoefden te gaan voor hun dagelijks mis lezen. Allen hebben dit echter niet mogen be-leven. Daar ze volle¬dig afhankelijk was van de St.Martinusparochie telde destijds echter het bijwo¬nen van een aldaar gelezen mis niet voor het vervullen van de zon¬dagsplicht. Intussen is die regeling vervallen. Ze werd ontwor¬pen door meester-metselaar H.Lemmens uit Beek. Op de hardstenen latei boven de ingang staat gebeiteld: Sanctae Mariae Virgini Dei Parae sine labe conceptiae = aan de Heilige Maagd Maria, Moeder Gods, zonder zonde ontvangen. In het torentje hangt een 100 kilo wegend klokje uit 1862. Het interieur heeft witte gewelven  met gele ribben en rode sluitstukken. Het altaar heeft een tombe van het oude hoofdal¬taar uit de St.M¬ar¬tinus¬kerk. Ze bezit verder kroonluchters, koperen en zilveren kandelaars, een bidstoel uit de 18e eeuw, tevens kast, waarboven tussen twee korintische pilas¬ters een ge-schilderde kruisiging; enige deurpanelen uit de 18e eeuw; een wit moiré driestel met bloemen bestikt uit 4e kwart 18e eeuw; enige kazuifels eerste kwart 19e eeuw; en verschillende waardevolle vlaamse kantwerken, o.a. Brussels,  Brugs en Chinese zijde. De gotische communiebank met verschillende panelen is afkomstig uit de verbouwde kerk van Berg.

                In 1962 b.g.v. het eeuwfeest werd ze geheel gerestaureerd

Kelmonderkapel

Staande hoek Kelmonderstraat/Eerdshaag, een neogotische bakstenen kapel uit  1903, gesticht door de jonkheid van Kelmond. Voordien moet er een houten kapel hebben gestaan en daarna een wegkruis.

Mariakapel Molenberg

In 1954 gebouwde Mariakapel op enkele meters afstand waar voorheen aan een dikke beuk een houten Mariakapelletje hing, verzorgd door de bewoners van kasteel Genbroek. De nieuwe kapel werd gewijd aan O.L.Vrouw van de Wonderdadige Medaille. Ze werd naar ontwerp van arch. Huijsmans gebouwd door de technische dienst van de gemeente met veel medewerking van vrijwilligers. Het op een voetstuk achter het altaar geplaatst beeld werd vervaardigd door beeldhouwer Piet Killaards uit Maastricht. De 12 op Maria’s leven betrekking hebbende gebeeldhouwde tafereeltjes in de kapitelen zijn van L.Bröls.

 Mariakapel Spaubeek

Toegewijd aan de Sterre der Zee, staande in het talud van de driesprong Kupstraat, Dorpstraat en Bon-gerd. Ze is de opvolger van een aan de overzijde gestaan hebbende kapel uit 1923, die daar in 1950 van-wege wegverbreding moest wijken. De nieuwe werd in 1951, na de sluiting van het bezoek der Sterre Zee tijdens de rondgang door Limburg, gebouwd op door de gebr. Welzen afgestane grond. Arch. was J.Brou-wers uit Maastricht, die ook de glas-in-lood-raampjes verzorgde en aannemer Jac.Maes. Bij de bouw werd een oorkonde ingemetseld. Ze meet uitwendig 2,75 x 2,75 m en inwendig 2 x 2 m en tot de rand van het met koper gedekte dak ca. 4 m. hoog, afgezien van de peervormige bekroning. Het 1.20 m. hoge beeld werd ontworpen en vervaardigd door J.Courtens, leerling van de J.van Eyck-academie te Maastricht. In de diktekant van het stenen altaarblad staat: Cives Maria D.D.stellae c1rcumeunti, waarvan de onder-streepte letters in romeinse cijfers het stichtingsjaar 1951 aangeven.  

Wederdopers:

                Onder de voornaamste ijveraars voor deze sekte der hageprekers noemt Habets voor deze streken: Rut Ketelbeuters. die met Lenard Ketelbeu¬ters en Jacob Bilmaker het ambt van diaken hadden uitgeoefend. Hij werd in 1535 met zestien zijner aanhangers gevangen genomen. Het schijnt dat hij ook in Beek zijn hegge- of hagepreken gehouden  heef¬t, want het steegje, dat loopt van de tegenwoordige Nieuwstraat naar den Asselekoelweg, heette Ketelbeutershegge(weg). In Geverik woonde in die tijd een zekere Dirk Ke-telbeuters. 17 dec.1534 werd scho¬enlapper Marten Smeets voor de rechtbank getrokken omdat hij te Maastricht en te Hoingen (bij Wehr Dld.) kettersche predikatiën had bijgewoond en tegen `s Keizers verordening in, personen had geher¬bergd, die met de dwaalleer besmet waren. De beklaagde werd veroor¬deeld om op twee naastkomende Zondagen met een brandende kaars de processie bij te wonen en daarna tot de H.Sacramenten te naderen. Schmeets schijnt zich niet aan deze genadige straf onderworpen te heb-ben, althans kort na zijn veroordeling is hij uit het land ge¬vlucht. Zijn goederen werden verbeurd ver-klaard en door de kerk ge¬kocht; daaronder was een weide in de Dorpstraat, die later in de kerkregisters  voorkomt onder de naam van Lepperkeswei.

                In 1663 heeft D.Brelus de E.Vergaderinge voorgedragen hoedat de We¬derdoopers tot Beeck en oock tot Maestricht met groote menichte in¬kruipers ende consenticulen houden en is geresolvent, dat per Modera¬tores H.Ed.Mog. voornoemt ..lekse mede zal worden bekend gemaeckt

                In 1669 wordt nog gesproken van “de stouticheyt der Wederdoopers te Beek, als den Heer Drossaert Tijls weer tot vereenigingen deshalve sal aenmaenen”.

 Klooster Zrs. Franciscanessen

Ten gevolge van de Kulturkampf in Duitsland zochten veel kloosterordens hun heil in  het buitenland. Zo waren dat in 1875 de uit Schweich afkomstige Franciscanessen, die na veel trammelant op aanwijzing van barones Johanna van Geisteren gewezen werden op de mogelijkheid een huis in Beek te kopen. Een heer-broer van de tot uittocht besloten Zr.Alphonsa Kuborn, 29 mei 1830 geboren als dochter van de burge-meester van de gemeente Mertert, ging met haar mee om het betreffende pand aan de Molenstraat te be-kijken, dit in overleg met toenmalig pastoor Boesten.  Ze kwamen met de eigenaar in principe tot koop overeen volgens een door notaris Russel 13 mrt. 1876 opgemaakte koopakte. Alleen had ze nog proble-men met de financiering. Maar ze zette ondanks tegenwerking de overtocht naar Beek door (zie verder ook Hagiografie Zr.Kuborn)

Het begin hier was armoedig, desondanks begonnen ze meteen met liefdewerk in de vorm van het be-zoeken en oppassen van zieken en ouden van dagen, waardoor ze de achting der dorpsbewoners ver-wierven, hetgeen in kleine schenkingen van levensmiddelen tot uitdrukking kwam. Ook waren ze meteen begonnen met het bij hun huis behorende grondstuk, waarop een steenoven had gestaan, vruchtbaar te maken om er een groententuin van te kunnen maken, waardoor ze ook zelf in staat waren mede in hun  levensonderhoud te voorzien. Daarin had zr. Clara de leidende hand. Dag in, dag uit was ze met de krui-wagen in de weer om de stenen weg te rijden, de tuin met vruchtbare grond op te hogen en de goede ge-deelten om te spitten. Dit had tot gevolg, dat de in een nabijgelegen villa wonende heer Lom van de Berg haar hierover aansprak met: “Goede zuster,  nu heb ik u al veertien dagen bezig gezien met dit werk, maar ik vind, dat dit rijden met de kruiwagen niets voor u is. Het is veel te zwaar. Hier hebt u een goudstuk, neem hiervoor een dagloner”. Zij dankte hem, maar zei tevens, dat ze het werk toch liever zelf wilde doen en verzocht hem het goudstuk aan de moederoverste te geven, opdat deze dan wat meer brood voor de zusters zou kunnen kopen. Zonder iets te zeggen liet de heer Lom van de Berg de zuster alleen, doch nog diezelfde avond bracht de bakker voor zijn rekening enige broden naar het klooster, een liefdewerk, dat hij tot zijn dood heeft volgehouden. Spoedig wisten de zusters ook beslag te leggen op het er tegenover liggende gebouw, een ruim café met kegel- en beugelbanen, dat toebehoorde aan schoenmaker  Pie de Boos. Het galmde er toen al vlug van blijde kinderstemmen, want de zusters hadden er een bewaarschool in opgericht en een meisjesschool, spoedig gevolgd door een Groene Kruisgebouw.

Kroniek

1890; parochies maakten gaarne gebruik van hun diensten. Minder voorspoedig ging het met een plan, een

lagere school op te richten. Het kerkbestuur dacht er over om de Zrs. in de parochie te roepen. Toen moeder Alphonsa de zekerheid gaf, een van de twee zusters, die in opleiding waren en op 1 juli 1892 examen zouden doen, in Beek te plaatsen, werd er van afgezien.

1891 Intussen was Z.E. Hr. Godefriedus , Alphons Hubertus Roers wijlen pastoor Hillen opgevolgd. Omdat de

diefstallen van groenten en fruit  bleven aanhouden, werd in het voorjaar een muur langs de straatkant gebouwd, die het gehele erf afsloot.. Na 2½ jaar noviciaat werd zr. Ignatia wegens gebrek aan kloos-terroeping weggezonden, omdat zij na een dag afwezigheid het klooster zeer in opspraak had gebracht. In haar plaats kwam vanuit Valkenburg de novice zr. Juliana in de bewaarschool.

1892 18/6 Op deze datum gingen onze eerste twee zusters nl. zr.Fabiana en zr. Casimir op examen voor de on-

derwijzersakte L.O. Beiden zonder succes. Dit was ook een tegenslag voor het klooster in Beek, omdat men de opening van een lagere meisjesschool met ingang van 1 juli vast beloofd had. Met toestemming van de burgemeester, die de zusters zeer genegen was, ging het plan toch door. Zr.Fabiana mocht on-derwijs geven terwijl de hoofdonderwijzer, de hr. Ritzen uit………

1892: Over de schoolbanken was met het gemeentebestuur druk geconfereerd, beloofd waren ze ook, maar er     

kwamen geen banken. Het antwoord na een dringend verzoek aan het bestuur in Valkenburg luidde: tafel, lessenaar en leermiddelen zijn besteld, maar er is nog niets aangekomen. Daar stonden dan 37 leerlingen, velen van hen met hun moeders, wachtend op de dingen die er zouden gebeuren. Ik verzocht eerst de moeders om naar huis te gaan, wat niet zonder tranen verliep. Toen haalde ik een tafeltje en een stoel uit het klooster en begon de namen van de kinderen op te schrijven. Daarna vertelde ik een en ander en vroeg hun om ’s anderendaags een gebedenboek of  kleine catechismus mee te brengen; iedere morgen begon met een godsdienstles. ’s Namiddags was er vrij, omdat ik op schoolbanken uit moest. Ik had de ouders en kinderen beloofd, dat de volgende dag alles keurig in orde zou zijn. Te voet ging ik direct na het mid-dageten naar Valkenburg om banken of geld. Moeder Alphonsa gaf me vijf gulden met de vermaning geduldig te zijn tot de nieuwe banken arriveerden. Met mijn vijf gulden ging ik in Beek naar het gemeen-tebestuur. Daar stonden oude banken als brandhout te koop voor een gulden per stuk. Vier gulden legde ik op de tafel. Onze bejaarde mannen zochten er de beste banken uit, maar ze waren alles behalve mooi. In het klooster mocht ik twee banken uit de naaikamer halen benevens een tafeltje en een stoel. Voor de resterende gulden kocht ik papier en potloden en zo begon op 2 juli “de school”.Wel gaven de kinderen luid hun verontwaardiging te kennen over die “vieze” banken ofschoon ik er tot in de nacht op geschuurd had. Geleidelijk aan voelden de kinderen er zich toch thuis. Zo ben ik dan begonnen in een klaslokaal van de bewaarschool. Tengevolge hiervan moesten de kleuters in het  overblijvend gedeelte van de bewaar-school geplaatst worden; bijna 100 tezamen. Gelukkig was het die zomer meestal mooi weer en konden de kleinere bijna altijd buiten spelen.

Ook het derde en vierde leerjaar van de lagere school startte. De bewaarschool werd in deze winter ge-sloten. In de winter 1892/93 ging men tot een noodzakelijke uitbreiding en verbouwing van “de school”over. Met banken en een schoolbord uit het Moederhuis te Valkenburg werd weer een klaslokaal ingericht. Juffrouw Mols uit Maastricht werd als onderwijzeres aangesteld. Er zou nog een vijfde en zesde klas moeten komen. De ouders brachten steeds meer kinderen voor de bewaarschool. Waar moest men ze allemaal plaatsen? De ijzeren trap, voor heel wat kleuters een echt struikelblok, verdween en achter de schoollokalen werd een brede en zeer gemakkelijke trap aangelegd. Rechts van het vroegere “café”kwam een licht en ruim vertrek tot stand, met de ingang naast de deur van een nieuwe gang, die beide gebouwen met elkaar verbond  Deze grote zaal werd voor bewaarschool bestemd. De moeders in Beek konden hun kleuters weer aan de hoede van de zusters toevertrouwen.

1893 op10 mei  slaagt zr. Fabiana voor de onderwijzersakte tot grote blijdschap van het Beker convent en heel

de Congregatie. Nu kreeg ze haar vaste aanstelling. Ook mocht ze voortaan de leiding van de school in handen nemen, terwijl Juffrouw Mols de laagste klassen van haar overnam.

2 juni  sterft Baronesse de Rosen de Haren. Veel goeds heeft zij in haar leven vooral voor de zusters ge-daan. Daarom prijzen wij haar gaarne. Op het oude kerkhof van Beek, rechts van de kerk werd haar li-chaam ter ruste gelegd en verwacht de verrijzenis. Moge zij rusten in vrede.

27 nov. overlijdt vrij plotseling de assistente van Moeder Alphonsa, Zuster Theresia Klosen. Tot haar op-volgster werd gekozen Zr. Aloysia. 1 febr. 1894 verhuist zij naar Valkenburg. Door haar vertrek kwam er een einde aan het vervaardigen van paramenten in het klooster van Beek. Toch werd dit mooie werk in Valkenburg voortgezet. Ook voor de naaischool in Beek betekende haar vertrek een gevoelig verlies. Zr. Francisca werd nu hoofdzuster in Beek.

 1894: Het vijfde en zesde leerjaar wordt aan de school toegevoegd en ingericht op de gehele eerste verdieping.

 Juffr.Brouns en juffr.Vermeer werden als nieuwe leerkrachten  aangesteld voor de eerste t/m de vierde Klas. Zr.Fabiana kreeg de zesde klas en het hoofd der school, juffr.Wierts, de vijfde klas. Juffr. Mols werd ontslagen.

1895 De Eerw. Pater Overste van het Carmelietenconvent in Geleen verzocht om opname van een jonge

priester, Pater Raymundus  Dirix, die t.b.patient was en niet lang meer zou kunnen leven. Omdat wij Pater Overste als buitengewone biechtvader dank verschuldigd waren, gaf  Moeder Alphonsa toestemming tot de vrij moeilijke verpleging. De twee kamers, die eenmaal door Rector Perthuisot bewoond werden, stelde men hem ter beschikking. Sindsdien droegen de paters Carmelieten eenmaal per week in ons klooster het heilig Misoffer op uit dankbaarheid  Omdat er binnen afzienbare tijd weer plaatsgebrek zou komen, werd er, terzijde van de opgang naar de nieuwe schoollokalen, aangebouwd. Voorlopig werden in dit nieuw aangebouwde gedeelte vier bejaarde vrouwen ondergebracht, die tot op heden in het zusters-klooster gehuisvest waren. Hun vertrek werd ingericht voor Mevr..Lemmens……..

 1899: ….weer als hoofdzuster aangestelde. Zr. Francisca werd naar Valkenburg verplaatst

De commissaris van de Koningin, Jonkheer Ruys de Beerenbrouck bezocht de school in Beek. Wel te-vreden over het onderwijs, wees hij op de absoluut noodzakelijke verbetering van de gebouwen en ver-langde een nieuw schoolgebouw. Hij deed ook dienaangaande de eerste stappen bij de regering. Na maandenlange onderhandeling stelde het Hoofdbestuur in Valkenburg de koopsom beschikbaar, voor de aan het klooster grenzende bouwplaats van de Heer Cox.

1900: Zr.Ignatia, die reeds lang bij de kinderen in Valkenburg werkzaam was, werd tot hoofdzuster in Beek

benoemd. En het tot stand komen van de nodige verbouwingen toevertrouwd. Op de eerste plaats zou er  een tunnel onder de Molenstraat worden aangelegd, die beide huizen met elkaar verbond, zodat de zusters de weg niet behoefden over te steken. De toestemming van het gemeentebestuur  kwam, nadat er dikwijls voor was gepleit. Voor de bouwkosten moest het klooster zelf opkomen. In het najaar werd met de bouw van de tunnel begonnen.

1901: Op 3 mei trof het klooster een droevig verlies door de dood van Zr.Maria Gonzaga Grosse-Bleij, die in

Beek genezing had gezocht. Ze was met grote ijver aan de studie voor onderwijzeres begonnen en haalde zich een verkoudheid op de hals, die ernstige gevolgen had. De Waarde Moeder had haar naar Beek ge-stuurd om op te knappen. In plaats van verbetering trad plotseling verslechtering op. Die inzin-king kwam ze niet meer te boven. Dezelfde dag, waarop Zr. Leonarda , die tegelijk met haar de studie begon, haar staatsexamen als onderwijzeres met succes aflegde, gaf zij haar jonge leven aan haar Schepper terug. Op haar sterfbed verklaarde ze, dat ze zich voor het welslagen van Zr.Leonarda had opgeofferd.

5 juni bood Dr.Vermeer onze Zusters de verpleging in de ogenkliniek te Maastricht aan. Daar er momen-teel nog een tekort aan geschoolde krachten was, kon Moeder Antonia de toezegging niet geven.

1902 In mei kwam de tunnel van het klooster gereed. Het bleek een goede oplossing te zijn voor de verbinding

van beide huizen. Steeds dringerder werd voor de school een nieuw gebouw. De regerings-commissie dreigde zelfs de school op te heffen of in handen van een andere religieuze congregatie te geven, indien er nog langer werd getalmd. Evenwel bleven de onderhandelingen om geldelijke steun met het regeringsbe-leid en met het gemeentebestuur zonder succes. Ook in het Moederhuis beschikte men niet over de nodige geldmiddelen. 8 aug. slaagt Zr.Ignatia erin  de bouwplaats van de Heer A. Smeysters te kopen. Ook liet zij een stenen muur om deze plaats bouwen. Maar immer bleef nog het geldgebrek voor het bouwen van een nieuwe school bestaan. De ene noveen volgde de andere op. Herhaaldelijk werd overlegd met het gemeentebestuur; de zaak leek hopeloos. Door de nood gedwongen waren alle leerjaren in twee lokalen ondergebracht. Zr.Fabiana had gemiddeld 80-90 leerlingen; eenmaal zelfs 107. Toen op het eind van het jaar de zaak in kwestie opnieuw aan de regering werd voorgelegd, beloofde men St. Jo-seph, de nieuwe school onder zijn bijzondere  bescherming te stellen. Intussen trof het klooster een zware slag . Zr.Maria Bernardina Ramroth, die meehielp in de ziekenverpleging, werd in Geulle besmet door een typhuspatiënt. Deze genas maar zij stierf aan deze besmettelijke ziekte. Zij werd, evenals Zr.Gonzaga in Valkenburg op het kloosterkerkhof begraven. Zeer zeker was zij in de hemel een goed voorspreekster. Een feit is, dat in het begin van 1903 door de plaatselijke overheid toestemming voor het bouwen van de school werd ge-geven. Op 19 jan. kwam eveneens de goedkeuring van het Moederhuis. Buiten alle ver-wachting was ook de geldkwestie tot een goede oplossing gekomen.

1903: Uit dankbaarheid voor die zichtbare hulp van St.Joseph, beloofde men iedere 19de van de maand ter zijner

ere een H.Mis te laten opdragen en zijn beeltenis te versieren. 19 febr.1903 gebeurde dat voor de eerste keer.

Reeds op 25 maart werd de eerste steen gelegd van de nieuwe school in tegenwoordigheid van de Z.Eerw. Hr.Pastoor A.J.Voncken, Burg.J.Lemmens, Dr.Beckers en vele andere belangstellenden. Ook Moeder An-tonia en Zr.Fabiana tekenden de oorkonde,  die dan met de eerste steen werd ingemetseld. 5 Nov. was de gelukkige dag, dat de nieuwe St.Josephschool werd ingewijd en in gebruik genomen, Voorlopig beschikte men over zes klaslokalen  en vijf leerkrachten, waaronder Zr.Fabiana de enige religieuze was. Hoofd der School werd Mej. J.Claessen Op de tweede verdieping van het schoolgebouw waren acht ruime cellen voor de zusters en drie voorraadkamers ingericht, hetgeen een grote aanwinst voor het klooster was, dat al jarenlang kampte met plaatsgebrek. In de twee vrijgekomen schoollokalen werd een slaapzaal voor inter-ne kleuters ingericht, die tot dan toe op diverse plaatsen in het klooster waren ondergebracht. Het waren er elf in getal. Naast deze slaapzaal bevond zich een eetzaal. Van de benedenvertrekken werden er twee voor bewaarschool ingericht.  De grote zaal werd voor de bejaarde mannen bestemd, die voorheen in het kleine huis van wijlen de Hr.Cox waren gehuisvest. Dit laatste zou binnen afzienbare tijd voor andere doeleinden  worden bestemd.

1904: In het voorjaar werd het washuis vergroot, een bakkerij en een schuur aangebouwd; aan de linkerzijge-

vel van het huis, aan de weg, bouwde men een klein stenen portaal voor de armen, aan de linkerzijde van de huisdeur een spreekkamer, beiden verbonden door een beschuttend afdak, opdat de zusters minder aan de invloed van het weer zouden worden blootgesteld Op de hoogte van het portaal werd een muur ge-bouwd, die reikte tot aan de muur van de speelplaats. Een brede houten poort werd erin aangebracht. Zodoende…….

1907: 7 apr.werd Moeder Ignatia wegens ziekte vervangen door zr.Aquina Hunecke als overste in Beek , die als assistente zr. Martha kreeg.

1 sept. Was het aantal kinderen gestegen tot 45. Gebrek aan lokaliteiten voor de kleuterscholen deed zich dringend gevoelen. Men redde zich weer door één klas van de bewaarschool naar het leegstaande school-gebouw te verhuizen. Dit duurde echter niet lang.

10 mei werd de St.Josephschool vereerd met een bezoek van de Commissaris der Koningin, mr. Jhr. Ruys de Beerenbrouck,. Hij prees, evenals de vorige keer, het onderwijs, maar verzocht dringend de kleuters van de bewaarschool een ander onderkomen te verschaffen, wegens grote stoornis voor het lager onder-wijs. Zo bleef het ruimteprobleem aanhoudend een onderwerp van veel zorg. Erger was het, dat de lopen-de inkomsten niet toereikend waren, om aan de enigste oplossing te beginnen, nl. het bouwen van een nieuwe kleuterschool.

15 okt. kwam er nogmaals hoog bezoek in de persoon van  Mgr.Drehmans en zijn vicaris-generaal. Mgr. Celebreerde in de parochiekerk en de vicaris Mgr.Schrijnen in het klooster…..

…..waartussen twee ingangen. Boven beide deuren waren nissen uitgehouwen. In de ene plaatste men het beeld van St.Franciscus en in de andere van het H.Hart. De nieuwe zaal op begane grond werd de speel-zaal voor de kleuters. De oude lagere school werd door deze ontruimd. De zaal op de eerste verdieping werd met chambretten ingedeeld en diende zeven bejaarde mannen tot slaapvertrek. Op de zolderkamer-tjes en de kamers aan de voorgevel gelegen, sliepen eveneens bejaarden. Zo werd het een flinke verbete-ring wat woonruimte betreft. Ofschoon er in 4 vertrekken nog kleuters en in 2 kamers bejaarde vrouwen gehuisvest waren, kreeg het geheel de naam van mannenhuis.

1912: Omdat Past. A Voncken reeds 15 jaar biechtvader van het convent was, achtte de bisschop Mgr. Dreh-mans het goed, eens te veranderen. 1 sept. werd  kaplaan Kessels  tot gewone biechtvader benoemd. Extra ordinarius werd  een der Paters Carmelieten van Geleen.

1913: 20 aug. werd na zes jaren Moeder Aquina als overste opgevolgd door Borgia Wirth.

1914: 30 mrt. bracht de Mgr.Schrijnen, opovolger van de in 1913 overleden Mgr.Drehmans, een bezoek aan het klooster In de school werd hem een goed voorbereide hulde gebracht door de leerlingen. Waarover hij zeer oldaan was en beloofde spoedig nog eens terug te komen.

1-aug.1914 uitbraak Eerste Wereldoorlog. Al bleef Nederland neutraal, toch troffen ons land ook de ge-volgen.

28 nov. Kreeg het convent een nieuwe Overste in de persoon van Moeder Columba Strothmann. Moeder Borgia Wirth werd in het Generaal bestuur van de Congregatie gekozen en daarom naar het Moederhuis teruggeroepen.

1915. In dit jaar werd een begin gemaakt  met de soepkokerij voor de leerlingen van de lagere school. De ge-volgen van de wereldoorlog, vooral ten opzichte van de voedsel-voorziening deden zich ook hier ter plaatse in vele gezinnen ernstig gevoelen  Al betekende het ook meer werk voor de zusters, dit offer werd gaarne in het belang van de kinderen gebracht. Het voorstel ging uit van de St.Vincentiusvereniging met initiatiefnemers Kapelaan H.Rongen en Mijnheer Garé. Om de andere dag kregen de kinderen òf erwten- òf  bonensoep voor 2 centen per groot bord  De soep moet erg fijn van smaak geweest zijn. Ook beide genoemde Heren schaarden zich menigmaal in de rij om hun bord soep in ontvangst te nemen. Ouders en kinderen waren zeer tevreden over de gang van zaken.

1916 Kaplaan Rongen wordt de nieuwe biechtvader van het convent

1 mei wordt Zr. Camilla verplaatst naar het klooster te Stein. Bij gebrek aan religieuze krachten, kwm een jong meisje, Ida Driesen, in haar plaats; deze toonde neiging tot het kloosterleven. Ida studeerde met drie zusters nl. Zr. Magdalena, Zr. Cornelia en Zr. Isabella voor de bewaarschoolakte. Het bleek al spoedig dat er een goede religieuze uit zou groeien.

1 nov. Bracht de Commissaris van de Koningin, Mr Jonkheer Ruys de Beerenbrouck een bezoek aan de St.Josephschool. Hij was vergezeld van zijn neef, Baron van den Hövel tot Westerflier, die voor enige tijd geleden tot schoolopziener was benoemd. Ditmaal waren er in het geheel geen klachten.

1917 5 apr. Door het slechte drinkwater, men veronderstelde een besmetting ten gevolge van de oorlog, kwa-men er in Geulle veek besmettingen voor. Twee zusters hielpen Zr. Lidwina om de epidemie te bedwin-gen. Zoals overal elders, brak deze besmettelijke ziekte ook onder onze kleine interne kinderen uit en eiste drie slachtoffers nl een tweeling van de Fam. Roebroeck-Castelli en een kleine weesjongen., Pieto van der Hoff, die voor zijn sterven onder voorwaarde gedoopt werd, daar men niet niet over voldoende gegevens.over hem beschikte.

1 juni viel in deze periode van angst en opwinding tengevolge van oorlogshandelingen in de naburige Staten, ook een vreugdevol feest te vieren, nl. het zilveren kloosterjubi-leum van Zr,Fabiana. Zij, wars van alle lofprijzingen, moest het zich laten welgevallen, dat zij voor één dag het middelpunt van de be-langstelling in Beek werd. De Z.Eerw. Past. A.Voncken celebreerde een plechtige H.Mis van dankbaar-heid, waarbij heel de schooljeugd tegenwoordig was. Het was echt feest in Beek.

1918: Op advies van Moeder Paulina werden alle interne kleine kinderen van Beek naar het internaat van het Moederhuis overgeplaatst, tot groot verdriet van Zr. Juliana, die voor hen altijd een bezorgde moeder was geweest. Zij werd in de plaats van Zr.Martha, die elders als Overste werd aangesteld, tot assistente in Beek benoemd en kreeg als zodanig weer een uitgebreide werkkring.

Een gerucht, dat al jaren lang de rondte deed, bleek opeens werkelijkheid te zullen worden. De wei achter het mannenhuis zou aan een bezitter van een café worden ver-kocht, die zich daar uitgebreid wilde vesti-gen. Dat betekende voor het klooster op de eerste plaats het in duigen vallen van alle verdere bouwplan-nen. Vervolgens zou men achter het klooster weer de hinder van het café-lawaai ondervinden. De wei, die zich tot de Rijksweg uitstrekte, kostte 2000 gulden. Hoe zou men deze som kunnen opbrengen? Sint Jo-seph werd aanhoudend om zijn hulp ingeroepen; de ene novene volgde op de andere. Er kwam geen uit-komst opdagen. Herhaaldelijk gingen de zusters negen dagen achter elkaar te voet naar Sittard naar de basiliek van O.L.Vrouw, hoop der hopelozen. Alles leek te vergeefs; toch werd het gebed verhoord. In augustus werden er zoveel nieuwe leerlingen voor onze school ingeschreven, dat er absoluut een leer-kracht moest worden aangesteld. De eerste en tweede klas werden gesplitst. Onder de sollicitanten be-vond zich ook Mej. Elise Haagmans uit Kelmond, dochter van de eigenaar der zo vurig gewenste wei. Deze brave mensen, die vreesden, dat op de grond, die hen toebe-hoorde, veel gezondigd zou worden, verkochten de wei aan het klooster, met uitstel van betaling. Ter ere van O.L.Vrouw en St.Joseph werden uit dankbaarheid verscheidene H.H.Missen opgedragen.

1920: 20 nov. Tweede bezoek van schoolopziener Baron van den Hövel tot Westerflier, die de klassenbezetting te groot vond. Het hoofdbestuur in Valkenburg werd om uitkomst verzocht.

1921 April werd een klas van de bewaarschool ontruimd en als school-lokaal ingericht. Daarvoor moest dan wel een nieuwe ruimte worden gezorgd. Daartoe werd de aanbouw van het washuis, dat als stal en bergplaats voor voer dienst deed, nu washuis en het washuis bakkerij. Op de eerste verdieping bouwde men twee ruime vertrekken bij. Hierin werden de in het mannenhuis wonende vrouwen ondergebracht; hun twee kamers in het mannenhuis kregen toen de bestemming als bewaarschool Op de grote wei bij de Rijksweg werden stallen, een schuur en bergplaats voor hout gebouwd. Op deze wijze werd het ruimte-probleem voorlopig opgelost.

1923: werd een huishoudschool in gebruik genomen, waaraan Zr, Fabiana algemene ontwikkeling doceerde, Zr. Antonia handwerkles gaf en Past.A.Voncken nu en dan godsdienstig onderricht. In de wintermaanden werd ’s avonds kookles gegeven.

Oct. 1 wederom inspectie van de schoolopziener, die het bestuur van de St.Josephschool Prees, omdat ze zijn wenken hadden opgevolgd.

1924 febr. Overlijdt Moeder Paulina Kahle, die gedurende 15 jaren de Congregatie had bestuurd en tot hoge bloei had gebracht.

Sept. oprichting van afdeling Beek van het Groene Kruis. In october ging Past.Voncken met emeritaat, maar dagelijks de H.Mis in het klooster opdragen. Zijn opvolger werd Past. P.Brounts

1925 dec. Moeder Aquina Hunecke treedt af als overste en werd opgevolgd door Zr. Ludgeria Müller. Zr. Juliana bleef assistente.

1926: 1 sept. trad mej. Caroline Crats, leerkracht aan de St.Josephschool toe tot de con-gregatie. Zij werd op-gevolgd door Zr. Gerarda Beckers, hetgeen het aantal religieuze leerkrachten op twee bracht.

In nov. werd pater Thimotheus als biechtvader herbenoemd. Om de 14 dagen hield hij een conferentie voor de zusters. Als extra ordinarius werd Past.Biermans van Elsloo benoemd

1927 1jan. Werd het bericht ontvangen dat de Waarde Moeder Casimir, die 6 weken eerder voor een tweede ambtsperiode was herkozen, stervende was. Zij was het die in 1926 de eerste zusters naar Brazilië uitzond om aldaar melaatsen te verplegen. Als haar opvolgster werd Moeder Majella Boeck gekozen.

1 juni werd Zr. Hyacintha Murck als tweede wijkverpleegster van het Groene Kruis aangesteld, speciaal bestemd voor Ulestraten en de buitengebieden van Beek. Zr.Godfrieda was dat voor de kom van Beek. Met het begin van het nieuwe schooljaar in sept. kwam er ook verandering in het personeel van de St. Josephschool. Zr.Fabiana, die 35 jaar lang onder de jeugd van Beek had gewerkt, werd aan de meisjes-school te Amby benoemd.  Zij werd hier opgevolgd door Zr.Thomasina, zodat er toch weer twee religi-euze leerkrachten aan de St.Josephschool verbonden waren,

1928: 4 oct. vertrekt zr.Matthia Kolkman met de derde groep naar Brazilië om aldaar te helpen bij de verple-ging van melaatsen. Lange jaren had zij haar krachten aan het in het klooster van Beek gegeven. Uit dankbaarheid werd een plechtig afscheidsfeest gevierd.

Door de toenemende bevolking had de St.Josephschool weer te kampen met een te kort aan lokaliteiten. Er kwamen verschillende voorstellen, die het niet haalden. Wel werd een flink bedrag ter beschikking gesteld om de wei van Stevens, rechts van het klooster, als bouwgrond te kopen voor de nieuwe school.

1929: 1 jan. kwam die koop tot stand, maar de gemeente bleef weigeren toestemming te geven voor de bouw op die plek. Toch moest een oplossing worden gevonden, want het grote lokaal naast het mannenhuis moest worden afgestaan voor de uitbreiding van het Groene Kruis. Met de verbouwing daarvan zou nog voor de winter worden begonnen. Een voorlopige oplossing was de naaischool tijdelijk te sluiten; drie klassen van de bewaarschool  tot twee samen samen te voegen en één der voorraadkamers op de tweede verdieping van de St.Josephschool als klaslokaal in te richten. Dat lokaal werd 1930: 1 febr. Toegewezen aan postu-lante Mariëtte Bruls.

30 mrt. vertrokken de zrs. Felix en Maria voor drie jaar naar Sittard om zich in het ziekenhuis aldaar voor hun taak als ziekenverpleegster te bekwamen. Twee aspiranten bezochten een leergang voor kleuteron-derwijs te Maastricht. Intussen was 27 juli het grote lokaal bij het mannenhuis  ……

De leiding van de paramenten vereniging werd in handen gelegd van juf.Lena, die haar intrek in het klooster had genomen.

1931: jan, Zr.Gerarda Becker was verplaatst en postulante Mariétte Bruls vervulde die vacature tot haar in-kleding, waarvoor ze naar het moederhuis terugging. Zr.Jacoba werd als vaste tweede religieuze aan de St.Josephschool aangesteld.

Een lang besproken plan werd ten uitvoer gebracht, nl de aanleg van de centrale verwarming in de St. Josephschool, waarvan de onkosten bestreden volgens ex.art.72 der L.O.wet. Er werd in de vasten mee begonnen; de Paasvakentie moest vanwege die werkzaamheden met twee weken worden verlengd

30 aug. werd nogmaals de urgentie van een nieuw schoolgebouw te berde gebracht. Het Gemeentebestuur verleende nu wel medewerking om ze rechts naast het klooster aan de Molenstraat te bouwen. Daartoe werd 1 sept. het terrein voor de speelplaats gekocht en tekeningen gemaakt. De bouw werd door het schoolbestuur in het Moederhuis te Valkenburg aanbesteed. Architect werd dhr.Dings uit Beek. En aan-nemer dhr. Coppes van Maastricht.

1932: Opening St.Gerardusschool, genoemd naar de patroon van de Alg.Overste, waarvan de bouw verbazend snel tot stand kwam. Op begane grond had ze drie ruime klaslokalen met grote ramen en verder nog twee kleine vertrekken. Op de eerste verdieping was een grote opbergzolder. Het nieuwe schooljaar begon in beide scholen met parallelklassen van de eerste vier leerjaren. Waarnemend hoofd werd Zr. Filippa Ro-denberg en Zr.Thomasina kwam van de St.Josephschool over

Intussen nam het aantal kloosterroepingen toe, waarvan in Valkenburg een Moederhuis was gesticht. Ook hier werd gedacht aan uitbreiding. In eerste instantie werd het be-staande gebouw met een verdieping verhoogd, maar in 1933 kon nieuwbouw aan de Maastrichterlaan worden verwezenlijkt., waaraan volgens plan een nieuw novi-ciaat voor Nederlandse kloostercandidaten  zou worden verbonden en een huis voor bejaarden. Het zus-terhuis kwam, met het front naar de Maastrichterlaan, iets terug te liggen; een rech-terzijvleugel tot aan de Molenstraat voor de bejaarden;. Een linkerzijvleugel voor hetzelfde doel zou later worden aangebouwd, ontworpen door architect Wielders uit Sittard.Nog hetzelfde jaar werd met de bouw gestart.

Intussen was de naaischool onder leiding van Zr.Willibalda weer geopend in een klaslokaal van de St.Ge- rardus Majella-school en de bewaarschool met een klas uitgebreid

Jan.: Zr.Germana Wisskirchen wordt als vierde religieuze leerkracht aan de St.Josephschool benoemd.

Febr.: Zr.Juliana, die zoveel voor het klooster gedaan had en ook daarbuiten zeer bemind was, moest we-gens ziekte naar het Moederhuis terugkeren. In haar plaats werd zr.Eulalia assistente en zr. Thecla Raadzuster.

Febr. Tot vreugde van de zusters en inwonende verpleegden werd in een nijpend tekort voorzien, want sinds de dood van Zeerw.Pastoor A.Voncken miste men de weldaad van een dagelijkse H.Mis in het klooster. In het Moederhuis was de Duitse Past. Hr.Klöckler gearriveerd, die onze zusters in Brazilië hadden leren kennen. Hij wilde voor onbepaalde tijd in Europa blijven. Moeder Overste verwees hem naar hun klooster te Beek, alwaar in het mannenhuis  twee vertrekken voor hem werden ingericht. Sindsdien werd weer dagelijks het H.Misoffer in het klooster opgedragen.

1 mrt. kreeg de St.Gerardus  Majellaschool, die tot dan door een waarnemend hoofd werd bestuurd, kreeg nu een eigen hoofd in de persoon van Zr.Pulcheria Murck

26 mrt verloor het klooster een grote weldoener in de persoon van Burg. Pieter Leonard Janssen, die overleed tijdens eerste steenlegging van de St.Calistuskerk te Neerbeek

1943 16 febr. overleed Moeder Overste Maria Majella

1 mrt.had de zesde plechtigheid van inkleding en professie plaats, die geleid door Rector Raven. Inge-kleed werden toen Zr.Martha Lamers, Zr.Veronica Schneider, Zr.Leonarda Stijns en Zr.Sabina Dekker, die hun eerste tijdelijke gelofte aflegden.

25 mrt. vierde de St.Josephschool haar gouden jubileum. De dag begon met een plechtige Eucharistie-viering, opgedragen uit dankbaarheid door de parochiegeestelijkheid. Past.P.Brounts hield de feestpre-dicatie, waarin hij de zusters en het leken-personeel prees voor in inzet……

1946:1 sept.werd als hoofd van de St.Gerardus Majellaschool Zr.Hildetrudis Kooymans als hoofd  benoemd en Zr.Pulcheria Murck aan de St.Joseph- en Mariaschool. De kleu-terschool telde inmiddels 4 klassen. Ook de modevakschool was weer heropend en kon zich verheugen in een groeiend aantal leerlingen Begonnen werd met herstel van oor-logsschade aan de gebouwen. In het nieuwe klooster, keuken en wasserij werd een gasleiding aangelegd.

1946: 1 sept.: De twaalfde plechtigheid van inkleding en professie, geleid door Rector Raven                                                                                    Ingekleed werd Zr.Alphonsa Vaartjes. De eerste geloften werden afgelegd door Zr.Stefanie  Mulder,  Zr.Gerardis van Sunten en Zr.Lucia Dequelle. De eeuwige belofte werd afgelegd door Zr.Gulielmina Schepers, Zr.Leonarda Stijns, Zr.Veronica Schneider en Zr.Sabina Dek-kers.

Op herhaald verzoek werd in Neerbeek een eigen Groene Kruisgebouw ingericht, dat later bij een…..

1953:     50 jaar nieuwbouw St.Josephschool.Na een plechtige H.Mis trok een stoet van 500         wit gestrikte kinde-ren, 16 leerkrachten en generaal bestuur naar het patronaat, waar zich hoofdinspecteur Beijen, pastoor, kaplaans, burgemeester en wethouders bij hen voeg-den, waarvan meerderen een dankrede hielden..Met bloemen, geschenken, zang en gedichten werden ze door de kinderen in het zonnetje gezet. Ook werd een film getoond over de 50 jaren wel en wee, de oudgedienden en de aankondiging van de Fatimaschool.

1954:     11 jan. De leerlingen van de Gerardus Majelleschool verhuisden naar de nieuwe Fatima-school aan de St.Martinusstraat.De enigste plechtigheid was de zegening van de kruisen der klaslokalen.Gestart werd met vier leerkrachten van de Gerardus Majelloschool en een van de St.Josephschool. Het was een primi-tief begin zonder speelplaats en geschikte banken. Ook hier gold het spreekwoord: Alle begin is moeilijk.

19 mrt. De 27ste plechtige inkleding en professie, geleid door Mgr. G.Lemmens. Ingekleed werden Zr. Adriana Nierop, Zr.Bonaventure Smeets en Zr.Lidwina Souren. De eerste tijdelijke gelofte werd afgelegd door Zr.Margarite Berg en Zr.Helen Verstraten. De eeuwige door Zr.Laetitia Faay.

1 mei werden op het kloosterkerkhof  in tegenwoordigheid van de zrs.Pulcheria Murck en Suplicia Rouwnhorst de stoffelijke resten van de zrs.Callista Butselaer en Bosco Gijselaers opgegraven, in nieuwe kisten gelegd en per lijkwagen naar het Moederhuis te Valkenburg vervoerd, alwaar ze op het nieuwe gedeelte van het kerkhof werden bijgezet. Deze overbrenging geschiedde tengevolge van  de landontei-gening door het gemeentebestuur van Beek.

12 sept. Het Groene Kruis opent haar nieuw gebouw aan de v.Sonsbeecklaan

1955      1 mrt. had de 19ste en tevens laatste plechtige inkleding en professie plaats, geleid door Mgr.G.door Mgr. G.Lemmens, bisschop van Roermond. Ingekleed werden Zr. Marie Therèse Kremer en Zr.Consolata van Nieurop. De eerste belofte werd afgelegd door Zr.Marisstella Brouns en Zr.Immaculata Willems en de eeuwige belofte door Zr.Jacobina van Uden.

28 juli: het noviciaat verhuisde onder donder en bliksem naar het Moederhuis in Valkenburg. Het telde toen 8 postulanten en 7 novicen. Omdat het nieuwe noviciaathuis nog niet bewoonbaar was, werden zij ondergebracht in de voormalige huishoudschool.

12 dec. werd het St.Josephbeeld, dat vanaf de stichting van de school in 1903 aan de voorgevel prijkte, van zijn voetstuk genomen om gerestaureerd te worden. Het beeld was nl. na ruim 50 jaren ernstig ver-weerd. Toen het terugkwam uit het atelier van de Fa.Linssen te Venlo werd het niet meer in de nis te-ruggeplaatst

1964:1 febr. kreeg de afdeling Mannenhuis en de kleuterschool  een nieuwe centrale verwarmingsketel. De toiletten van de kleuterschool werden grondig hersteld, verwarmd en opnieuw betegeld

1 april: Er werden 13 nieuwe cellen voor de zusters gemaakt, zodat ze niet meer op een gemeenschap-pelijke zaal behoeven te slapen. Er waren reeds 7 cellen gemaakt in 1963, zodat het aantal nu 20 is.

1965:1 febr. kwam ook in de keuken, naast veel andere verbeteringen, een nieuwe braadslede van het formaat 75 x 75 cm

                1 juli werd begonnen met de opbouw van een lokaal voor het modevak-onderwijs aan de V.G.L.O. van de Gerardus Majella-school. Een ruim en licht lokaal  op de bovenverdie-ping met een veelramige dakerker.

                Het personeel van de St.Josephschool werd verblijd met nieuwe vloerbedekking in de klaslokalen.

                7 aug, inzegeningnvan de nieuwe kruisweg in de kloosterkapel, verricht door Pater P.Chapel o.f.m.

1971:1 mei uitstapje van zusters en bejaarden naar Schwammenauel en de Rursee in Duitsland.

                9 mei Zr.Henriëtte en Zr.Geraldine ontvingen het getuigschrift van de middenkader-cursus voor afde-lingdhoofden in de bejaardenzorg., die gegeven werd in Nuland.

                18 juni Zr. Hubertina en Zr. Prokula vierden hun 40-jarig kloosterjubileum en Zr. Stefanie haar zilveren professiefeest

                15 juli doordat het kongregatiebestuur afstand deed van het bestuur over de scholen in Beek, kwamen onze zusters alhier onder een lekenbestuur te staan.

                14 aug.: Kapittelvergadering van de Ned.Provincie te Valkenburg., omdat men in het provincialaat te Beek nog met verbouwingen bezig was. De beide sacristies worden een kamer voor de Prov.Overste  en een voor haar assiste; de zijkapel wordt gedeeltelijk ingericht als sacristie.Verder wordt er een grote re-creatiezaal voor de bejaarden gebouwd, die tevens te gebruiken is als vergaderzaal voor kapittelverga-deringen enz.

                11 oct. opening van die recreatiezaal door…..

1974: …. Wij zusters sloten ons hierbij aan, door de schriftelijke bevestiging van onze geloften op de offer-schaal te leggen.  Na de H.Mis werden de jubilaressen in de refter gefeliciteerd en volgde een intiem, sfeervol gezellig feest, dat de volgende dag werd voortgezet

                8 juni Zr. Adelheid neemt afscheid van het onderwijs.  Na nog vijf jaar aan de St.Jozefschool te Beek werkzaam te zijn geweest, neemt ze wegens gezondheidsredenen afscheid van het onderwijs, dat ze in  Dreumel, Wijlre, Cabauw en Beek gedurende 40 jaar trouw gediend heeft. Ze gaat met ziekenverlof, waarna ze dan  vanaf jan e.k. van haar pensioen mag genieten. Op haar verzoek werd het afscheid in school op eenvoudige wijze gevierd. Zr.Bartholomea  bood in het klooster het personeel van de St.Jo-zefschool een koffietafel aan, met Limburgse vla. Ze ontving bloemen en een enveloppe met inhoud. Ook het schoolbestuur St.Martinus liet zich niet onbetuigd. De voorzitter Mhr. Debats en secretaris Swelsen bedankten haar voor datgene wat ze voor de……

1975 aug.: b.g.v. 100 jaar Zusters Franciscanessen in Beek werd het eeuwfeest gevierd. Mgr.Gijsen droeg met assistentie van andere priesters in de Martinuskerk een Hoogmis op. Opgeluisterd door de kerkelijke zangkoren van Martinus en O.L.Vrouweparochie en de Beeker Koorzang. Na een lunch voor de zusters in het Astatheater volgde een drukke receptie in hun eigen klooster,.waarop nog een hele week van allerlei festiviteiten volgde. Het door de bevolking aangeboden aangeboden geschenk werd een door Artur Spronken gemaakt “zittende moeder en kind”, dat aan de Maastrichterlaan voor hun klooster werd opge-steld

1976: …. in sept. bewoond zal worden. Elke unit heeft een voorportaal, waarin een w.c. en  douche zit en aan de ene kant een koelkastje en legkast en aan de andere kant keuken-gerief. In de nieuwbouw kwamen aldus 52 kamers; 26 kamers komen in het klooster aan de Maastrichterlaan. De bejaarden moeten zelf zorgen voor overgordijnen en vloerbedekking. Rondom het huis zal nog een en ander worden aangelegd.

                11 juni: in het Astatheater vierde men het afscheid van Zr.Aurelia als hoofd van de St. Jozefschool. Zij bereikte de pensioengerechtigde leeftijd.

                12 juni: Zr.Leonarda en Zr. Deodata betrekken een flat in de Frans Erensstraat nr.21

                In de refter van het klooster aan de Maastrichterlaan was uitverkoop van een groot gedeelte van de in-ventaris.

20 juni na 14 dagen werkzaamheden was de sloop van de Mariaschool aan de Molenstraat voltrokken.

                3 aug.: De bewoners van het huis aan de Molenstraat zoeken een kamer uit, die hun het best bevalt. May Wouters, die op 25 april haar 25-jarig dienstjubileun vierde, blijft in het bejaardenhuis aan de Maas-trichterlaan wonen, waar ze kan uitrusten van het vele en soms zware werk door haar verricht

Wegkruisen en kapellen:

–              Houten kruis met gietijzeren corpus op een hardstenen sokkel met inscr. J.L.Lemmens Burg. Beek 1859

–              Aldenhofstraat hoek Kerklaan smeedijzeren romanskruis met gietijzeren corpus zie ook Callistusplein

–              Bongerd hoek Dorpstraat: kapel O.L.Vrouw Sterre der Zee met op altaarsteen het ongebruikelijk chronogram N.B. IV-‘85

–              Bourgognestraat 1 tegen hoekhuis hangend 18e eeuws kruis

–              Burg.Eussenlaan/Bongerd (of Schoolstraat?) in 1952 onder houten overkapping opgericht houten wegkruis mer door J.Courtens gemaakt corpus, gegoten uit gemalen blauwe natuursteen

                –    Dorpstraat B 69: tegen hoekhuis staand wegkruis, geplaatst in 1888   door August Meens en Anna Hollands, in 1950 heropgericht, nadat het   oude was vernield. In de voet staat gebeiteld: A.M. 1888     A.H. /   J.M. 1950 A.P.

–              Callistusplein: hoek speelplaats, hoek Kerkstraat gelegen hebbende school stond sinds 1954 het z.g. Romanskruis, voorheen gestaan hebbend op de ook ongeveer hier gelegen plek “äan het Denke” ge-heten. Het werd in 1872 opgericht door Jan Baptiste Romans (15/2-1816 – 31/10-1889), gehuwd met Maria Gertrudis Kusters (1815-1887) en handelaar in ijzerwaren en granen. Hij woonde in het grote huis naast de pastorie te Beek, dat in 1942 tijdens het bombardement werd verwoest. Het is een ijze-ren exemplaar met op de voet: J.B.Romans, M.G.Kusters 1872. 

–              Dorpstraat B 84: in 1914 ter ere van O.L.Vrouw voor de vrede opgerichte Lourdesgrot door Hendri-kus Hubertus Quadakkers en zoon Hub Quadakkers, gehuwd met Rodenbücher, waarvoor de initialen “19 H.Q 14” staan op een midden-boven zittende steen. Ze is opgetrokken uit glazen en gelopen sin-tels, die minder zwaar en diffuus licht doorlaten. Ervoor zit een afrastering en enkele stenen trap-treden. Er staan een Mariabeeld en een van Bernadette in en twee engelen.

–              “Fattenburgstr.hoek Spaubekerstraat H.Hartkapel met 19e eeuws kruis

–              Grootgenhouterstraat hoek Dorpstraat gietijzeren kruis met nieuw corpus en op oorspronkelijk hardstenen sokkel A.S. en P.B. 1922

–              Hegge E 6: in 1914 onder een toplinde opgericht kruis, dat in 1917/18 in ijzer werd vernieuwd, staande op een beton/stenen voet, geschonken en gemaakt door Frans Bronnenberg. Op de erop gezeten hebbende, maar verdwenen plaat stond: “Myn Jezus Barmhartigheid”.

–              Heggerweg 2 houten kruis met bronzen corpus

–              Heggerweg 5 roodpannenkruis in zwart dak

–              Herenhofstraat/Blooteweg: hardstenen moordkruis uit 1767 voor de door manslag omgekomen Petrus Coumans

–              Hobbelrade C 21: tegen pand Savelberg staand houten wegkruis

–              Hobbelrade hoek Looiwinkel staand kruis tegen pand Th.Peters

–              Hobbelrade 45 houten kruis met verdwenen gietijzeren corpus

–              Hobbelrade 65 pannenkruis in rood dak

–              Hobbelrade nr. 81 houten kruis met gietijzeren corpus en onderin een nisje met 12 cm houten madonna en in bovenbalk ANO I+I 172.

–              Hoeve/viersprong Zandstraat/Soppestraat/Op ’t Veldje staand ijzeren grafkruis Boesten.

–              Hoeve 44/46 pannenkruis boven schuur

–              Hondsgracht/Gebuschken staand wegkruis, dat volgens het erop staand jaartal in 1922 werd opgericht. De initialen A.S en P.B. staan voor Andreas Stassen en Paula Bemelmans

–              Hubertusstraat: in de pastorietuin staand eenvoudig betonnen kruis, waarvan de balken een doorsnee hebben van 8 x 5 cm. Het is 67 cm breed en vanaf de grond 105 cm hoog. De uiteinden zijn klaverbladvormig of drievoudig gelobt. In de topbalk is een kruisvormige sparing, waarin een houten kruisje heeft gezeten. Het is afkomstig van het kloosterkerkhof der Montfortanen te Schimmert met op een bordje onderin de gegevens van de overledene (hierop verdwenen). In 1955 werden alle houten kruisen vervangen door onderhavig model.

–              kapel met H.Hartbeeld ter hoogte Gebusselke

–              Keerstraat/Op ’t Veldje in/onder “lindeboom staand houten kruis “Het hoogste Licht

–              Kelmond op driesprong kapel met Mariabeeldje en in nis een H.Hartbeeldje 

–              Kling/Valderenweg (Oensel) in april 1982 opgericht wegkruis

–              tegen rode beuk smeedijzeren kruis met dito corpus op hardstenen voet met jaartal 188.

–              Kupstraat hoek Soppestraat en Engweg Spaubeek: oorspronkelijk onder een lindeboom staand, droeg het een plaat met: Myn Jezus Barmhartig-heid.

–              Looiwinkel/Spaubekerstraat tussen bomen staand zogenaamd Wilhelm Janssens kruis

–              Looiwinkel bij voormalige steenfabriek H.Hartkapel met houten neogotisch gepolychromeerd beeld

–              Looiwinkel C 67: tegen pand J.Roelofsen van het Ringovenhuizencomplex gebouwd H.Hartkapelletje

–              Maastrichterlaan hoek Proosdijstraat: gietijzeren kruis Roebroek op hardstenen sokkel met: HR-MS. 1904. – H.Roebroek en M.Soons.

–              Molenberg: boskapel ter ere van O.L.Vrouw van de Wonderdadige Medaill, opgericht in het Mariajaar 1954

–              Musschenberg v/h Raadhuisstraat Spaubeek: kerkhof: kapelletje uit  ca.1910. Het is een stenen gebouwtje met erin de Maria en Johannes onder het Kruis.

–              Nieuwstraat hoek Bongerd Spaubeek: kapel Sterre der Zee uit 1923, waarvan de grond beschikbaar werd gesteld door G.Stassen evenals het Mariabeeld. Vanwege wegverbreding werd het afgebroken en in 1951 hoek Bongerd vernieuwd opgebouwd naar ontwerp van J.Brouwer uit Maastricht, die ook de glas-lood-ramen verzorgde. Het beeld werd vervaardigd door J.Courtens. De altaarsteen werd gemaakt door Ackermans te Meerssen. De bijgaande tekst luidt: Cives Maris D.D. StelLae cIrcume-unti. Het gesmeed ijzeren hek werd gemaakt door de plaatselijke smid G.Gerits

–              Op ’t Veldje hoek Soppestraat gietijzeren kruis, afkomstig van graf

–              Oranjesingel in hoek bij de autoweg, hier in 1980 herplaatst gietijzeren kruis op stenen sokkel uit 1896 met: GK-WP

–              Oude Kerk: in voortuin pand Jan Welzen staand kruis

–              Oude Kerk 3 houten kruis met metalen corpus

–              Oude kerk St.Annakapel met op latei een inscr.

–              Pastorieweg hoeh Kupstraat verdwenen gietijzeren kruis

–              Pr.Mauritslaan hoek Haardboomstraat gietijzeren kruis “bie de smid

–              Rijksweg/Schaapsweg: Hermanskruis bij Café-Hoeve Jonkhout, meerdere malen verplaatst. Op de sokkel stonden in een vierkant cartouche de initialen H(enri) H(ermens) en J(eanette) P(luymaeckers). Dit echtpaar richtte het rond 1887 op uit dankbaarheid na genezing van een ziekte. Wonend op de Moorvelshof lieten ze het hier plaatsen langs de voor hen zijnde kerkweg naar Ulestraten, waar zij toendertijd kerkten

–              Schoolstraat C 27, thans Musschenberg/hoek Groene Weg: onder bomen staand wegkruis met erop 1865, vroeger onder een zinken dak. Het ervoor gestaan hebbend knielbankje is intussen verdwenen.

–              St.Jans Geleen: links voor de toegang naar de gelijknamige hof staand wegkruis met het jaartal 1758.

–              Spaubekerstraat hoek Boekesjtok gietijzeren kruis tussen bomen

–              Vliegveldweg nr.9 bij dienstgebouw van het vliegveld gestaan hebbend hardstenen kruis met metalen corpus met op hardstenen sokkel gebeiteld: H.H.-J.P. – 1887, staande voor Henri Hermans en Jean-nette Plumaekers

–              Voerenstraat 1, houten kruis met biscuit corpus en eronder: Geloofd zij Jezus Christus

–              Vroenhofweg hoek Quattel (in het veld) gietijzeren kruis

–              Webrig: tegen lindenboom gietijzeren kruis