
Kapel van de Wonderdadige Medaille
Soort gebouw: | Kapel |
Plaats: | Beek |
Gemeente: | Beek |
Adres: | De Coenelaan bij 6 |
Postcode: | 6191 KJ |
Coördinaten: | x: 183440, y: 327395 |
Architect(en): | Huysmans, Jean |
Kunstenaar(s): | Bröls, Louis |
Huidig gebruik: | Kapel |
– Ten zuiden van het dorp Beek, tussen de nieuwbouw van Beek en het gehucht Geverik stroomt de Keutelbeek langs het kasteel Huis Genbroek. Vroeger bevond zich in het bos van Huis Genbroek een boomkapelletje met een Mariabeeldje. Iets ten noorden van het kasteel, tegen de rand van Beek, staat sinds enige decennia op een heuvel en nog in het bos de Molenbergkapel.
– In de maand mei van het Mariajaar 1954 startte de Beekse geestelijkheid, met kapelaan Willems als promotor, een actie om een Mariamonument te realiseren in het bos aan de Molenberg, op een locatie die gratis was afgestaan door het gemeentebestuur. Een werkcomité onder voorzitterschap van burgemeester P. Minkenberg werd gevormd. Een honderdtal vrijwilligers bood zich aan om de kapel te bouwen en veel materiaal werd door bedrijven kosteloos ter beschikking gesteld. Op 15 mei 1955 werd de kapel ingezegend door pastoor J. Schoolmeesters. De kapel is ontworpen door architect J. Huismans uit Maastricht.
– Op de beboste heuvel leiden een slingerweg en een paar trappen naar een platform belegd met flagstones waarop de kapel is gebouwd. Bij de kapel zijn enige banken geplaatst. Op een twaalfhoekig grondvlak (⊘ 7 meter) staan twaalf zuilen uit beton (4,5 meter hoog). In elf van de twaalf zijden zijn boogvormige stalen ramen geplaatst. Bij grote drukte kunnen de glasdeuren in die ramen geopend worden, zodat een soort openluchtkapel ontstaat. De twaalfde zijde, de achterzijde, is sinds de restauratie van de kapel in 1992 van natuursteen. Daarin bevindt zich de deur naar de kleine sacristie in de voet van de klokkentoren. Deze toren van negen meter hoog is uit donkere breuksteen opgetrokken en vormt een contrast met de lichte glaswanden van de kapel. Tussen de breuksteen bevindt zich een blauwe steen, waarop gebeiteld staat ‘Mariajaar 1954’. De twaalf zuilen corresponderen met de gepleisterde ribben van het gewelf, die samen een ster vormen. De kapel is 8,5 meter hoog en wordt gedekt door een met leien belegd twaalfdelig tentdak met daarop een metalen kruisje. De zuilen zijn aan de buitenkant voorzien van betonnen kapitelen met afbeeldingen, vervaardigd door H. Bröls uit Beek. Aan de rechterzijde van de ingang van de bidplaats stellen zij de plaatselijke bevolking voor (zoals kinderen, een gezin, een boer, een mijnwerker); aan de linkerzijde het ontvangen van de sacramenten. Naast de ingang zijn de twee zijden van de wonderdadige medaille weergegeven.
De twaalfhoekige kapel in beton, ijzer en veel glas heeft aan de absiszijde een pseudo-toren van natuursteen. De twaalf betonnen zuilen hebben elk een betonnen kapiteel met een unieke afbeelding. Links mensen die de sacramenten ontvangen, dan twee afbeeldingen die verwijzen naar Maria, vervolgens stichtende afbeeldingen over het ideale gezin. Ze zijn vervaardigd door H. Bröls uit Beek. De kapel staat op een plateau van natuursteen en wordt gedekt door een tentdak met leien. Op de spits staat een ijzeren kruis.
De ruime kapel is voorzien van banken. Op een roze altaar in de vorm van halve bol, gedekt door een marmeren plaat, staat een Mariabeeld. Maria is afgebeeld met open armen, waarover haar kleed hangt. Elf delen bestaan uit glas in ijzer, de absis is van marmer. De koepel van de kapel heeft een ribbengewelf.
Ruimtelijke context
De kapel ligt aan de ingang van het Kelmonderbos aan de De Counelaan. Ze is ook via trappen te bereiken vanaf de Molenberg.