Het laatste oorlogsjaar

Op 6 januari 1944 wordt bekend gemaakt dat op vrijdag 28 januari 1944 door iedere bezitter van en weiland of boomgard, welk met draad zijn afgemaakt, per ha 10 meter puntdraad of 15 meter gladde draad moet inleveren.

Op maandag 24 januari wordt overal de telefoon afgesloten behalve op het gemeentehuis, politie, artsen, ziekenhuizen en bureaus van voedselvoorziening en distributiekantoren. Dit zou gedaan zijn met het oog voor het waarschuwen van huiszoekingen en opsporen van onderduikers. Nu in de maand januari zijn ze op alle gemeentehuizen begonnen met het klaarmaken van nieuwe stamkaarten en het gemeentehuis is nu de gehele dag gesloten en men moet vooraf zeggen waar men moet zijn voordat men in het gemeentehuis binnen komt.

Daar de Engelse en Amerikaanse troepen geland zijn in de buurt van Rome,  vreest men hier overal voor invasie en dat de Engelse op een goede morgen hier zouden zijn.

Op maandag 14 februari zijn ze begonnen met de uitreiking van de nieuwe stamkaarten, 20-21-22 februari is carnaval geweest. Een Vastenavond die zolang als wij weten zo stil en kalm is verlopen, want Vastenavond zondag 20 februari hebben de mijnwerkers nog allen moeten werken. Na vier uur in de namiddag zag men groepjes kinderen die verkleed waren door de straten trekken en dit was de hele carnaval en voor de liefhebbers was er geen borrel te krijgen en geen sigaar om te roken en zodoende is onze Vastenavond van 1944 zeer nuchter verlopen.

Op zondag 29 januari 1944 werd door de burgemeester een besluit afgekondigd dat alle jongens en meisjes beneden de achttien jaar om zeven uur ’s avonds van de straat moesten zijn en door de politie werd streng de hand hier aangehouden.

Op dinsdag 22 februari 1944 is in de middaguren Nijmegen, Arnhem en Enschede zwaar gebombardeerd, vooral de stations zijn zwaar getroffen evenals de bewoners want in Nijmegen alleen waren 500 slachtoffers.

Op 21 februari werd het rantsoen melk en boter verminderd. In de maand februari werd twee maal een bon geldig gesteld voor 500 gram sinaasappelen beschikbaar gesteld voor kinderen beneden de 14 jaar. De kinderen krijgen nu geen cacao en nu is er een soort karameldrank in poedervorm beschikbaar gesteld voor hen. Donderdag 24 en vrijdag 25 februari is hier ook alweer luchtalarm geweest. Per 15 februari wordt bekend gemaakt dat in het eerste half jaar van 1944 per kip 25 eieren moeten ingeleverd worden.

Op dinsdag 7 maart 1944 krijgt de familie M. uit Neerbeek te horen dat hun zoon is gesneuveld (of geïnterneerd en doodgeschoten).

De laatste veertien dagen zijn dag en nacht Engelse en Amerikaanse bommenwerpers overgekomen richting Duitsland waar zij hun bommen uitgooien. Het schijnt dat het in Duitsland toch erg begint te worden, want ze bekennen zelf dat de vliegmachines veel vernielen. Op donderdag 23 maart is in Nederland de Landwacht in dienst gekomen en zullen dienst doen als politie. Op vrijdag 24 maart hebben ze in Geleen razzia gehouden op onderduikers en een veertigtal onderduikers werden opgepikt en tevens nog een tiental burgers welke hun werkzaamheden om de onderduikers op zich hadden genomen. Zoals kapelaan Lankhor van Geleen en Deckers van Lindenheuvel. Deze twee zouden de hoofdmannen zijn geweest van deze onderneming welke eigenlijk in iedere gemeente is ingesteld.

In de maand april van 1945 zijn geen merkwaardige dingen voorgevallen, alleen dat dag en nacht Engelse en Amerikaanse vliegmachines overkwamen. De mensen worden nu wel zenuwachtig over het schrijven in de couranten van de invasie die komen zal. Van 1 tot 10 mei hebben Engelse en Amerikaanse vliegmachines zeer veel spoorpunten in België en Frankrijk gebombardeerd en stuk gegooid. Nu gaan de mensen zeker geloven dat de Engelsman overkomt. Velen hebben al een weddenschap gehouden dat hij voor 15 of voor 1 juni 1944 zou komen. Afwachten nu maar.

In de maand mei wordt ons per persoon een kilo suiker extra gegeven, welke ons dan weer in september of oktober wordt afgehouden.

De laatste tijd hebben Engelse en Amerikaanse vliegtuigen ook ons land overdag veel bezoek gebracht. Zo kwam op zaterdag 20 mei omstreeks 11 uur in voormiddag een grote groep over, zodat dadelijk luchtalarm was. In de lucht te Neerbeek is toen een grote vliegmachine neergekomen en ’s nachts hetzelfde ‘toujour’ overtrekken. Zo hebben we de nacht van zondag 21 mei weer enige angstige ogenblikken uitgestaan. Tegen een uur in de nacht ging de sirene en men hoorde overal bommen vallen, zonder dat men vooraf veel lawaai van vliegtuigen had gehoord. In Neerbeek in de weide van de familie Clerx was een bom neergekomen en had vier koeien gedood. In het veld tussen Beek en Genhout bij de  lagen overal brandbommen uitgestrooid, welke daar niet veel schade hebben aangericht. In Born was er een grote bom gevallen en had aan huizen veel schade aangericht.

Op maandag 22 mei 1944 was er omstreeks drie uur in de namiddag een luchtgevecht. Engelse vliegtuigen hadden in Susteren een trein gebombardeerd, waarbij zes doden waren en in Meerssen is diezelfde namiddag  een huis gebombardeerd met twee doden. De laatste dagen hebben ze veel locomotieven van de treinen gebombardeerd.

Donderdag 25 mei in de vroege morgen om negen uur was er hier in Beek een luchtalarm en tegen tien uur nog een en ’s nachts ook tweemaal luchtalarm, maar alleen voor grote groepen vliegtuigen die voorbij trokken. In de nacht van 27 mei hadden we om half drie nog luchtalarm, waarbij grote groepen vliegtuigen overkwamen na eerst België weer te hebben gebombardeerd.

De lang verwachte invasie is eindelijk gekomen en zo zijn er in de vroege morgen van 6 juni 1944 omstreeks zes uur in de morgen Engelsen en Amerikaanse troepen geland in het noorden van Frankrijk in de provincie Normandië het schiereiland Cherbourg (een havenplaats). Nu hebben alle mensen weer moed en vertrouwen, dat de oorlog nu gauw zal zijn afgelopen.

Op vrijdag 16 juni maakt de Duitser in de courant bekend dat hij van zijn nieuw wapen gebruik heeft gemaakt en dat zijn vliegmachines zonder piloot of bemanning die boven Engeland hun bommen zullen uitgooien en dan weer zullen terugkeren.

Op maandag 19 juni krijgen alle mannen van Beek van 18 tot 50 jaar een bericht dat ze dinsdag 20 juni op de Rijksweg loopgraven moeten gaan maken, uitgezonderd de mijnwerkers, post- en spoorpersoneel en de Duitsers of degene die in Duitsland werken behoeven niet te gaan. Maar de rest, rijk of arm, boer of burger allen moet mee gaan graven. 78 Mannen van Beek  hadden hieraan geen gehoor gegeven en moesten acht dagen later zich melden bij de politie met de rede waarom ze niet waren gekomen na de oproep.

Op vrijdag 30 juni heeft in het naburige Elsloo de gemeenteontvanger dhr. Leo Driessen en de ambtenaar van de burgerlijke stand J. Odekerken de vlucht genomen en ondergedoken, daar het bekend was geworden, dat ze persoonsbewijzen hadden verstrekt aan onderduikers.

Dinsdag 18 juli werd op de Duitse Rijksdag een aanslag gepleegd op de Führer door een generaal, waarbij Hitler lichtgewond raakte volgens het Duitse persbureau. Een dag later zei de Führer dat de voorzienigheid toch nog met hem was.

Donderdag 20 juli wordt per courant bekend gemaakt, dat wij vanaf dinsdag 25 juli om tien uur niet meer op straat mochten komen. Anders konden wij tot elf uur op straat verblijven, maar vanaf dinsdag maar tot tien uur. Donderdag 27 juli hebben zich 120 personen van Beek moeten melden op het arbeidsbureau om te werk gesteld te worden in Valkenburg in de mergelgroeven. De lijst voornamelijk notabelen van Beek, was opgemaakt door de burgemeester Regout en de NSB’ers van Beek. Hiervan werden er voorlopig tien personen te werk gesteld, voornamelijk vaklieden zoals metselaars en timmerlieden. Zo zijn er naderhand nog meer mensen opgeroepen om in Valkenburg te gaan werken.

Tegen half augustus wordt bekend gemaakt, dat de boeren, die dadelijk hun nieuwe oogst uitdorsen en direct leveren, ƒ2,50 per 100kg rogge of tarwe extra krijgen uitgekeerd. Vooral de grote boeren maken hier dadelijk gebruik van en denken niet na dat ze hierdoor de moffen steunen. Als zij maar de centen hebben.

Op het laatst van augustus begint de oorlog kritiek te worden en de Engelsen en Amerikanen schieten goed vooruit in België. Bij het begin van september merken wij dat ook zelf, want van zondag 3 september tot woensdag 6 september zien wij die vier dagen veel auto’s met Duitse soldaten terugkeren of reeds gevlucht zijn uit België. Dus ze zitten al flink achter de moffen heen en ze vluchten zo hard als ze kunnen.

De NSB’ers begint het ook al warm onder de voeten te worden en krijgen het al benauwd, daarom heeft Flup met zijn kornuiten besloten zich klaar te maken voor de afreis naar het grote vaderland en zij vonden het daarom maar al veilig dat de vrouwen en kinderen van de NSB’ers op dinsdag 5 september de vlucht al namen om zodoende ons land te verlaten als landverraders. Flup met zijn knechten maar beter gevonden dat zij zich gezamenlijk gehuisvest hebben in de villa van Flup. Zodra onraad was voor hen, dat ze dan dadelijk startklaar waren. Zij voelden zich al niet erg op hun gemak, want ze waren gewapend met een paar handgranaten welke ze in hun zakken hadden gestoken. Het regiem Flup was nu als volgt: Flup als hoofdman van de bende en burgemeester, zijn twee raadsheren. M. bakker, C. mijnwerker (beide wethouders van Beek gedurende het natiebeheer 1940-1943), verder H., leider arbeidsfront, J. als propagandist van de beweging, N. uit de Kloostersteeg als medeoprichter van de partij in Beek en de handlanger H..

Dat het Duitse leger begint te verslappen kon men merken op woensdag 6 september daar men bijna geen Duitse wagens meer ziet rijden, wel met de fiets of te voet. De fietsers allemaal met een Belgisch velo, welk zij in België bij de mensen hebben gestolen. Voor het stelen staan de moffen reeds lang bekend. Stelen als de raven.

Vrijdag 8 september 1944 is voor veel Beekenaren een angstige dag geweest, welke ze allicht niet gauw zullen vergeten. Die dag was er sprake van dat de Duitsers de mijn Maurits in de lucht zouden laten vliegen.

Tegen twee uur ’s middags hadden de moffen nog acht stuks mooie radiotoestellen weggehaald uit het Patronaat en tegen vier uur in de namiddag verscheen er een jonge Duitse officier met de mededeling dat ze allemaal de radio’s konden terug halen en dat de burgemeester toestemde. Burgemeester Flup werd onmiddellijk opgespeurd en in NSB uniform verscheen hij in het Patronaat, waar de Duitse officier hem mededeelde dat hij kwam in opdracht van gevolmachtigde de heer Schmidt en dat zij het verstandig vonden als ze de mensen de radio’s maar weer teruggaven, want als de mijn Maurits de lucht in ging bleven toch alle toestellen eraan. De burgemeester bedacht zich eens en zei: “Nou geef maar op geef maar terug”. Vanuit de troep belanghebbende die met grote ogen en oren de beslissing van Flup stonden af te wachten riep een toeschouwer: “Leve Flup, hoera, dank u”.

Deze nieuwe tijding was dadelijk bekend door de hele gemeente. Als een lopend vuurtje en de eigenaren moesten allen twee aan twee op een rij gaan staan en toen de eerste radio weer in de vrije lucht kwam ging er een hoera op. Een twaalftal personen  moesten teleurgesteld worden daar hun radio niet meer aanwezig was en deze door de moffen was gekaapt, gestolen. Wie had gedacht dat dit de laatste daad zou zijn die Flup zou uithalen? Want op de vroege morgen van zaterdag 9 september was al dadelijk bekend dat Flup met zijn kornuiten de benen hadden genomen en ik denk wel voor goed Beek hebben verlaten. Voor heel de bevolking wordt het nu ook beroerder en krijgen daarom enige spannende dagen, want toen wij zondagmorgen 10 september naar de kerk gingen hing in iedere straat en bij de kerk plakkaten met de mededeling dat alle mannen van 17 tot 55 jaar in Meerssen loopgraven moesten gaan maken. Niemand ging en alle mannen van Beek waren ondergedoken en vonden het raadzaam nu dat bekend was maar vandaag niet naar de kerk te gaan. Hier tegen had de geestelijkheid dan ook geen bezwaar. Daar vandaag niemand aan het werk was gegaan hadden de Duitsers in de namiddag in Geverik razzia gehouden en daar een tiental personen opgepikt en naar Meerssen gebracht om daar loopgraven te gaan maken. Er waren 200 ondergedoken in Beek en hoe denkt u waar? Op het kerkhof in het lijkenhuisje, in de stroopfabriek van Visschers, op het voetbalterrein in de Kamp, in de bossen en velden. Op maandag 11 september was nog alles ondergedoken en men zag niemand op straat als wat ouden van dagen, kinderen en vrouwen. Want die hadden ze toch nog niet nodig voorlopig. De moffen begonnen erg brutaal te worden, want de fietsers op de straat werden aangehouden en ze zeiden: “Sie müssen das Fahrrad abgeben, dass müssen wir haben”. Zelfs bij de mensen in de huizen en stallen gingen ze fietsen zoeken en namen ook alles mee wat van hun gading was. Tegen het vallen van de avond kwamen de onderduikers van deze dag langzaam en voorzichtig aansluipen en kijken of het op straat veilig was om de nachtrust maar weer in hun huis door te brengen, maar de meeste onderduikers vonden het raadzamer hun nachtrust elders door te brengen, waar zij ondergedoken waren. Ze hadden vooraf al eten en een wollen deken meegenomen om zodoende  onder de ogen van de moffen uit te blijven want die loerden op hen. Maandag 11 september is nog alles ondergedoken en de mensen beginnen nu al te klagen, als dat maar niet lang hoeft te duren. Dinsdag 12 september vernemen wij van de Oranje zender uit Engeland de Limburgse grens bij Eijsden door Engelse troepen gepasseerd zijn. Dit is dus de eerste Limburgse plaats die bevrijd is.

Vol moed en vertrouwen leven wij nu verder in de spoedige hoop dat wij allen gauw bevrijd zijn en denken nu nog eens wat ons de Belgische zender ruim vier jaar mededeelde en toch zullen wij ze krijgen zonder te poffen die moffen, die moffen, die moffen.

Op woensdag 13 september was dag en nacht zwaar geschut, zodat velen een verblijf in schuilkelders opzochten en men hoorde nu reeds ook al, dat het schieten dichter bij kwam en menig persoon heeft nu enige bange dagen moeten doorstaan. Wij dachten dat wij allemaal eraan bleven, vooral nu we al granaten hoorden neerkomen in de buurt. Van radio Oranje vernamen wij dat Eijsen en Maastricht waren  bevrijd en dat burgemeester Michiels van Kessenich nu zijn ambt als burgervader van Maastricht weer had opgenomen, waarbij hij per radiocentrale een proclamatie hield tot zijn Maastrichtse bevolking. Overal in de stad zag men de Hollandse driekleur rood-wit-blauw wapperen. Diezelfde dag en de dagen erna werden de NSB’ers van Maastricht opgehaald en te voet moesten zij door de Maastrichtse straten naar het politiebureau, met de handen omhoog en bewaakt door O.D.’ers en politie. De een en andere NSB-er liep onder weg wel een blauwe plek op of een schram in zijn gelaat op door de toeschouwers, maar voor de rest kwamen ze er nog wel goed vanaf. Onder de vurige NSB-ers van Maastricht die opgehaald werden bevond zich ook H. V., directeur van Zuid-Limburgse Waterleiding Maatschappij te Maastricht, die zich gedurende de oorlog met volle inspanning zich verleende naar het natie en Hitlerrijk. De vrouwen van de NSB’ers die in Maastricht werden opgepikt kregen thuis hun haren helemaal afgeknipt en moesten zo met een kaal hoofd mee door de straten van Maastricht naar het politiebureau. Vanzelfsprekend trok een en ander veel belangstelling in Maastricht als hoofdstad van onze provincie. Er werd een flinke opruiming gehouden. De hoofdredacteur van de Limburg Koerier in Maastricht met zijn NSB-consorten, de hoofdredacteur Hugo van der Broek had enige dagen daarvoor de benen genomen en was nog gevlucht waarvoor veel Maastrichtenaren en ook veel andere personen spijt van hadden. Het was een voormalige Belgische activist uit de oorlog 1914-1918, uit België gevlucht naar Nederland en de laatste tijd hoofdredacteur van de Limburger Koerier bijgenaamd de leugenaar. Dit was de man die met hart en ziel voor het nazievolk was en welk hij liet blijken in de dagelijkse berichten in de courant. Vanaf 13 september 1944 werd de Limburger Koerier verboden door de Amerikaanse autoriteiten, maar acht dagen daarna komt in Maastricht weer een nieuwe courant uit van dezelfde drukkerij, die heet nu niet meer Limburger Koerier maar Veritas en als hoofdredacteur de heer Goldschmit. Het voormalige personeel welk NSB-er was is nu allemaal ontslagen en mogen nu niet meer werkzaam zijn bij Veritas.

Maar de stad Maastricht met haar bevolking is blij dat zij er zo goed vanaf is gekomen. En vooral omdat de laatste dagen door de moffen geen schade of vernieling is aangebracht in Maastricht. Alleen dat de bruggen vernield zijn en het station veel geleden heeft.

Donderdag 14 september is voor Beek een zware dag, zwaar geschut en veel granaten komen hier neer. Zo is tegen de middag en granaat neergekomen op het huis van P. Hamers, Adsteeg (Bergstraat). P. Hamers en zijn vrouw zijn zwaar gewond en de twee kinderen lichtgewond. De heer P. Hamers 40 jaar vader van tien kinderen heeft zijn linker arm moeten missen en van zijn rechterhand de pink. Dezelfde middag is een granaat gevallen in de Smedestraat voor het huis van J. van Achten. Dit huis heeft inwendig veel schade opgelopen zodat het onbewoonbaar was. Madame Achten en haar dochtertje Els waren lichtgewond, de aan de overzijde gelegen smidse van de heer Huynen heeft ook veel schade geleden. Op verschillende plaatsen, boomgaarden en  bouwlanden zijn ook nog granaten gevallen welke daar niet veel schade hebben aangericht.

De Duitsers nemen de vlucht meestal via Sittard of Munstergeleen waar ze dan gauw over de grens zijn en ze nemen nog mee wat ze maar pakken kunnen, zoals paarden, wagens, koeien, varkens, fietsen, vlees, eieren enz. Zaterdag 16 september 1944. Deze dag kenmerkt zich al vroeg in de ochtend door veel vliegmachines die met mitrailleurvuur de moffen proberen te verjagen. Men hoort ook het zware geschut van de kanonnen dichter bij komen. Men ziet bijna niemand op straat, alles zit in de schuilkelders. Wel merkt men dat de moffen snel de vlucht nemen met hun hebben en houden.  Ja die stakkers zien er zo vermoeid en verwilderd uit en weten nu ook dat wat achter op hun hielen zit, wat zij niet hadden verwacht: de Amerikanen.