
Op vrijdag 30 januari 1942 werd dan bekend gemaakt dat op donderdag 31 januari om 11.00 uur voormiddag de nieuwe burgemeester voor het eerst op het gemeentehuis zou verschijnen. Ja zaterdag 31 januari om 11.00 uur was hij er en werd ontvangen door wethouder L. Lagro, en gemeentesecretaris America en op dinsdag 3 februari trad hij in functie. Op zaterdag 7 februari had de plechtige installatie plaats van onze nieuwe burgemeester om half drie in het gemeentehuis door de gouverneur graaf Marchand d’Ansembourg. In een plechtig versierde raadszaal waren aanwezig, gemeentesecretaris America met de gemeentepolitie en opperwachtmeester van de marechaussees de heer Coolen, burgemeester Welten van Sittard, Schuurs van Urmond, Pelser van Vaals, de NSB’ers van Beek, de heer B., M. en De V. als afgevaardigde van de NSB’ers van Geleen. Het meisje van De Wit bood de nieuw benoemde bloemen aan namens de NSB’ers van Beek en voor de rest was de belangstelling zeer gering.
Wij hebben de laatste tijd ’s nachts geen onrust meer gehoord. Wij zitten nu in het hartje van de winter, want wij hebben nu al precies zes weken sneeuw gehad en maar vriezen en hierbij moet men veel stoken en eten. In de nacht van 13 op 14 februari werden de mensen in het zuiden van Limburg door vreemde vliegmachines gewekt. Dit heeft geduurd van drie tot vijf uur. De bommen zijn meestal gevallen in de buitenwijken van Maastricht maar nergens noemenswaardige schade aangericht.
We naderen nu het einde van februari 1942, het is nu al de achtste week dat wij met de koude vorst zitten opgescheept. Acht weken heeft het niets anders gedaan als gesneeuwd en gevroren en vanzelf begint nu hongersnood te komen want bij veel mensen zijn de aardappels bevroren. Het brood is slecht en dan ook nog niet voldoende vlees, een half pondje per week met been erbij gerekend. Koffie of Thee hebben wij niet meer, alles is nu surrogaat. Melk is er alleen maar voor de kinderen beneden de veertien jaar.
Het genot van de mens is er niet meer, want sterke drank, bier, likeur of andere dranken zijn zeer weinig meer te krijgen evenals sigaren, sigaretten en tabak en als dan wat te krijgen is dan heeft dat zo’n hoge prijs welke dan niet te betalen is.
België en Frankrijk zijn er nog erger aan toe dan wij. De Belgen smokkelen tabak en klompen hier naar toe omdat hier op het Hollandse hiermee een ruilhandel te beginnen voor brood of aardappels. Nou bij de boeren zijn ze soms nog wel eens welkom, want een boer mist zijn pijpje tabak niet gaarne. Op 27 februari 1942 kwam boer J. Vroomen uit Urmond met een kilo spek naar Beek om deze te ruilen voor twee ons pijp en twee ons sigarettentabak. Ga jij ergens een tabakswinkel binnen en laat je er spek zien dan krijg je dadelijk wat te roken. Chocolade of snoepgoed is al een hele tijd niet meer en zo moet de mens maar zich met zijn dagelijks rantsoen van levensonderhoud tevreden stellen.
Op vrijdag 13 maart 1942 wordt Zuid-Limburg of vooral de Mijnstreek door de oranjezender te Londen onrustig gemaakt met de mededeling, dat zij binnen drie weken op een nacht de Limburgse mijnen zouden komen bombarderen. De hele Mijnstreek wordt door deze mededeling erg onrustig en de bewoners uit de omgeving gaan nu ’s nachts slapen bij familie of vrienden, die een eindje van de mijnen wonen. Zo ziet men bij de avond karavanen van mensen gaan met koffer en tassen, waarin zij hun bescheiden hebben opgeborgen. Zij gaan elders hun nachtrust doorbrengen. Maar per 5 april heeft nog geen bombardement plaats gevonden en dat is maar goed ook.
Per 28 maart 1942 wordt bekend gemaakt dat kinderen tot 13 jaar vier ons sinaasappelen krijgen, dat zijn zowat twee gewone sinaasappels. Zo weten zij de mensen toch nog een beetje te kalmeren. Maar de sinaasappels die kwamen, waren er niet veel, zodat de meesten bonnen hadden en toch geen kregen. Per 14 april werd bekend gemaakt dat rookartikelen en snoepgoed ook op de bon gaan per 16 mei. Dit zal als volgt verdeeld worden, jongens boven de 18 jaar en mannen kunnen een rokerskaart krijgen eveneens de dames boven 25 jaar. De jongens beneden de 18 jaar en meisjes en vrouwen krijgen een snoepkaart. De rokerskaart is als volgt voor jongens en mannen: per week 10 sigaren of 20 cigarillo’s of 40 sigaretten of een half ons rooktabak. De dames boven de 25 jaar hebben een rokerskaart voor 20 sigaretten per week of een snoepkaart. De snoepkaarten geven recht op 75 gram chocolade of bonbons of suikergoed. Om deze rokers- of snoepkaart te krijgen moet men een deel van hun textielkaart inleveren.
Per 1 mei komt al het porselein en aardewerk ook op de bon, zoals koffie- thee- en eetserviezen, kopjes en schoteltjes zodat alle porselein behalve het glaswerk, dat is nog vrij maar zeer slecht te krijgen.
Op zaterdag 2 mei zijn in ons land weer veel notabelen opgehaald als gijzelaars. Ook in onze omgeving, zoals de heer Govaerts uit Stein en Houvast, rijwielhandelaar, uit Lutterade, Maenen en Pelsers uit Heerlen, deken Haanraets uit Sittard, Mr. Tabuis rechter te Maastricht, de heer Volgraaf secretaris te Maastricht enz.
Op maandag 4 mei maakt de radiozender Hilversum om zeven uur en de oranjezender om kwart over negen bekend, dat veel gijzelaars waren opgehaald in ons land, waarvan 72 ter dood veroordeeld waren. Dit waren hoofdzakelijk vooraanstaande personen uit het Nederlandse leger en die waren zeer onschadelijk voor de tegenwoordige regering zo vermeld radio Hilversum. Per 1 mei zijn ook nog ongeveer 600 ondergrondse mijnwerkers (ongehuwde) ontslagen op de Limburgse mijnen. Deze zullen nu moeten gaan werken op de Duitse mijnen, dit ontslag zou de wijten zijn aan het niet werken op de verplichte zondagsdiensten.
Op maandag 11 mei vertrokken onze Beeker mijnwerkers met die van Elsloo en Stein om acht uur voormiddag per autobus naar Sittard om daar per trein hun reis voort te zetten naar de plaats van hun nieuwe bestemming. Hun afscheid zou voor een jaar zijn. Door de zwarte gouddelvers evenals door hun familie en verloofden werden zware tranen gelost bij hun afscheid op deze vroege morgen. Op maandag 18 mei landden in de omtrek mijnwerkers, die net acht dagen in de Duitse mijnen waren te werk gesteld, en wegens slechte kost en behandeling hun vlucht hadden genomen en zodoende twee dag gereisd hadden en zo goed en veilig hun ouderlijke woning hadden bereikt. Ze waren uit Elsloo, Stein, Urmond, Geleen, Schinnen, Hulsberg enz.
De laatste tijd is het vooral ’s nachts zeer rustig, geen vliegmachines. Maar in de nacht van zaterdag op zondag 31 mei breekt het weer los. Vanaf twaalf uur ’s nachts was er volop geronk van Engelse vliegmachines die over kwamen, tegen half twee vielen nog een tweetal bommen. Om twee uur was hier in Beek luchtalarm omdat een vreemde vliegmachine hier bleef rondcirkelen. Tegen dezelfde tijd is in Elsloo een Engels vliegtuig neergekomen in de Schoolstraat. Het huis van café Martens (Sjollie) is helemaal afgebrand, alleen de buitenste muren stonden nog. Tegenover bij Beckers is een groot stuk uit de voorgevel gevallen ter hoogte van de eerste verdieping. Verder hebben enige huizen een lichte beschadiging zoals de school. Het vliegtuig is helemaal te pletter gevallen, de zes inzittenden zijn per parachute neergekomen in Stein, Urmond en Lutterade. Deze hadden medegedeeld dat hun vliegtuig boven Köln was aangeschoten en nog zover gezweefd had voordat het hier neerkwam. Het was precies kermiszondag in Elsloo, zodat deze dag de kermisdrukte buitengewoon groot was.
Tegen half vier in de morgen waren weer alle vliegtuigen weg, zodat ons luchtalarm een teken veilig gaf, zodat de mensen zich weer te ruste konden begeven met veel angst en benauwdheden.
In de maand juni werden twee extra rookbonnen uitgereikt een voor een half ons tabak en een bon voor veertig sigaretten. Deze bonnen vielen bij de rokers geweldig in de smaak. In de vroege morgen van 9 juli 1942 word weer een grote partij gijzelaars opgehaald. Maar nu krijgt Beek ook een beurt en zal twee van haar inwoners moeten missen, die als gijzelaar Beek voorlopig verlaten hebben en wel de heer G. Beckers junior en Mr. V. Pijls advocaat te Beek. ’s Morgens tegen zes uur kregen ze de mededeling dat ze binnen een uur moesten klaarwezen om mee te gaan en tegen zeven uur werden ze per auto opgehaald als gijzelaars voor Beek en werden nu gebracht naar de plaats Haaren bij Den Bosch. Op zondag 21 juli werd Maastricht weer geteisterd in de vroege morgen. Tegen acht uur bij een luchtgevecht zijn hier een viertal bommen gevallen op het O.L.-Vrouweplein waar de pastorie tot op de grond werd vernield en Achter het Vleeshuis en in de Spoorstraat. Op deze beide plaatsen werden enige huizen vernield en de vierde bom in de Bernardusstraat welke terecht kwam en niet ontplofte. Op maandag 27 juli hebben ze die laten ontploffen en hierdoor werden een tweetal huizen beschadigd.
Het is de laatste twee maanden erg slecht weer geweest, veel regen. Op 24 juli wordt bekend gemaakt dat onze nieuwe oogst in aantocht is en er personen zijn die willen gaan lezen (zeumeren) moeten een bewijs van de eigenaar hebben van de grond en een bewijs van het voedselvoorzieningbureau. Hiervoor zijn liefhebbers genoeg en de politie is de hele dag op het veld om het stelen van veldvruchten tegen te gaan. Maar toch worden zeer veel veldvruchten gestolen. Op zondag 26 juli worden in alle katholieke kerken in Nederland een brief voorgelezen, dat de bisschoppen van Nederland een protest hebben ingediend bij de Duitse overheid, wegens het vervolgen van de Joden in ons land en hebben een telegram gestuurd aan de Rijkscommissaris van Nederlands bezet gebied om de Joden die tot een ander kerkgenootschap waren overgegaan hiervan te ontslaan. Zij hadden als antwoord hierop ontvangen, Joden die voor 1 januari 1941 tot een ander kerkgenootschap waren overgegaan niet vervolgd zouden worden.
In de vroege morgen van zondag 2 augustus 1942 om half zeven werd de vrouw Mennens-Wolf met haar twee jongste kinderen, madame Spronken-Hertz door de Duitsers per auto opgehaald en naar Maastricht overgebracht. Tegen de middag werden de kinderen Mennens weer vrijgegeven, zodat deze weer konden terugkeren. In de namiddag tegen drie uur ook madame Spronken-Hertz per auto naar huis gebracht, daar zij lijdende was aan een zenuwziekte en op maandag 3 augustus terugkeerde. Madame Mennens keerde na een verblijf van acht dagen in Amersfoort huiswaarts. Dus waren ze nu weer alle terug in Beek.
Op donderdag 16 juli heeft de heer Rens wonende Stationsstraat 16 Beek de vlucht genomen, vermoedelijk naar Engeland. Hij was de laatste weken erg zwaarmoedig, omdat hij de Jodenster moest dragen, daar zijn ouders joden waren. Maar hij was de laatste jaren katholiek geworden. Hij ging iedere morgen naar de katholieke kerk, zo ook op donderdag 16 juli ging hij ’s morgens naar de mis van half negen en is daarop niet meer teruggekomen en heeft de vlucht genomen. Op dinsdag 11 augustus heeft de Duitse Jood welke hier woonachtig was op de Maastrichterlaan, oud-huis Jos Wolf, de heer Frans Kanarek ook de vlucht genomen en op vrijdag 21 augustus Alfred Benedik en op dinsdag 25 augustus de jonge heer De Leeuw. Op dinsdag 25 augustus 1942 zijn hier, van Beek uit, twee Joden door de Duitsers weggevoerd nl. de heer Leo Benedik en de jonge heer Van der Horst uit het Villapark. Het was voor de bewoners van Beek dinsdag een droevige dag daar twee Beekenaren door de Duitsers werden weggevoerd omdat ze Jood waren, daarom waren die andere drie Joden al gevlucht, vermoedelijk naar het onbezette gebied van Frankrijk, Zwitserland of Engeland, als ze veilig daar kunnen komen.
Menig maal is door de bewoners van Beek verteld dat S. uit de Kamp, die als vrijwilligers naar Duitsland was gegaan, gesneuveld zou zijn, maar nimmer was het waar. Maar op donderdag 20 augustus 1942 komt op het gemeentehuis officieel bericht dat hij 21 juni 1942 in Rusland aan het Oostfront is gesneuveld. Dit is de eerste vrijwilliger van Beek die gesneuveld is, wie volgt nog?
Op dinsdag 8 september heeft mejuffrouw Stella Wolf ook de vlucht genomen en in de nacht van dinsdag op woensdag 22/23 september heeft de familie Bèr Meier en De Leeuw de vlucht genomen. Hun voornaamste huisraad hadden ze weggevoerd voor ze vluchtten. Op woensdag 23 september zijn beide huizen welke nu onbewoond waren op verzoek van de burgemeester van Beek, P. Smalbach, verzegeld. Van onze Beeker Joden blijft nu niet veel meer over. Op zaterdag 19 september wordt een bon van de distributiekaart beschikbaar gesteld als extra versnapering.
Op donderdag 24 september 1942 komt het officiële bericht dat de tweede Beekenaar, Jos Jonas (Duitser van geboorte) aan het Oostfront is gesneuveld. Dit is nu al nummer twee uit Beek. In de week van 20-26 september 1942 is zeer scherpe controle geweest op het malen van granen, zodat ook veel ‘pungeltjes’ in beslag werden genomen evenals jute, welke nu ook niet meer vervoerd mogen worden.
Op maandag 5 oktober 1942 werd de omgeving van Beek en Geleen getroffen door een grote ramp. Een ramp die Beek nog niet gekend had en welk het ook niet gauw zou vergeten, ook niet na jaren. Op maandag 5 oktober tegen half elf werden door Engelse vliegmachines (naar men zegt) lichtkogels uitgezet in de richting mijn Maurits en Oud-Geleen. De vliegmachines hoorde men heel laag overkomen. Al spoedig knetterde het van bommen en brandbommen. Een aantal bommen werd hier in de gemeente uitgegooid, waarvan er drie ontploften, een in de weide van dokter Beckers, een achter de boerderij Keulen in Groot Genhout en een derde onbekend.
Brandbommen werden met honderden uitgegooid, want in de gemeente Beek alleen zijn er 33 huizen afgebrand of veel schade geleden door de brand en wel als volgt, Beek (kom) 24 stuks,
Neerbeek 5 stuks en Klein Genhout 4 stuks. Wel was het wonder boven wonder dat maar een dode is te betreuren, dhr. Schaepkens uit Groot Genhout, gehuwd met mej. Mevis en zonder kinderen.
Dan waren er hier in Beek nog veel huizen vernield of grote schade hadden en een 300-tal huizen waar de vensterruiten of de dakpannen waren vernield. Ja, op tijd van een half uur hadden we hier veel meegemaakt. De volgende huizen zijn vernield in de Burgemeester Janssenstraat: G. Vroemen, Rieter Bazaar, Alberti (achterste deel), café Boonen, winkel Louis Vroemen, slagerij Nic Lemmens, bakkerij Jos Frusch, Jan Stassen-Visschers, filiaal Pieter Teuwen (achterste gedeelte), H. Janssen Salamander, firma Louis Smeets (achterste deel), apotheek Bloemen, Math Stassen en Frints in de Smedestraat.
In de Molenstraat: sigarenfabriek Retera en de distilleerderij van Louis Smeets. In de Raadhuisstraat: winkel Retera, winkel M. Hennekens-Hoppers en schoenwinkel Paula Stassen, in de Hoolstraat woning van Jan Martens-Peters. Van de volgende huizen was alleen het achterste deel weggebrand: slagerij Meier, horlogerie Molin, bakkerij Martens en sigarenwinkel Hoppers. In Neerbeek waren de volgende huizen afgebrand: woning J.W. Bos Rijksweg, weduwe Penners bij de kerk. Alleen de stallen bij Lemmens en Banens. Te Klein- Genhout J. Mullens en de stallen van Petit John, Louis en Jos Frissen. Verder trof deze grote ramp ook Catsop, Schimmert, Aalbeek, Sweijkhuizen en het retraitehuis bij Spaubeek. Maar het ergste was Lutterade en Geleen er aan toe. Op deze twee plaatsen worden nu nog vele mensenlevens opgehaald, zo zwaar zijn deze twee plaatsen getroffen door het bombardement. De schade aan huizen is hier zeer groot en de vernielde huizen, die aan de grond zijn weggerukt is verschrikkelijk en dan nog die mensenlevens, die het hier getroffen heeft, 84 doden alle in de gemeente Lutterade Geleen. Op zaterdag 10 oktober 1942 zijn alle 84 lijken naar hun laatste rustplaats gebracht. Deze ramp is zich niet voor te stellen. In deze gemeente alleen al zijn er 17 bommen gevallen. Op de Staatsmijn Maurits zijn twee bommen neergekomen en er is veel schade aangebracht, maar toch niet zoveel als de mensen dachten. Hier waren maar twee doden. De ondergrondse werken zijn voorlopig stop gezet en bovengronds is men dadelijk begonnen met het opruimingswerk. Direct was het in het hele land bekend dat Geleen en zijn omgeving zo zwaar getroffen was op deze bewuste oktoberavond.
Enige dagen na de ramp waren er 32 jongens van de Opbouwdienst hier in Beek aan het werk met het opruimen van het puin in de verwoeste boerderijen en huizen. Deze zijn vier weken hier gebleven en waren ondergebracht in de harmoniezaal en de zusters in de Molenstraat moesten voor deze kameraden eten koken. Daar Beek door deze grote ramp getroffen was, werd onze Oktoberkermis zondag afgelast. In de kerken werd in de maand oktober en november een collecte gehouden voor de getroffenen van Geleen en omstreken. Door het hele bisdom had deze collecte zeer goed opgebracht. Op 24 oktober 1942 wordt bekend gemaakt dat het rook en snoeprantsoen wordt verminderd per 1 november. Vanaf deze datum is de eerste week een bon, de tweede week twee bonnen van de rookkaart geldig. Dat betekent de eerste week vijf sigaren of een pakje sigaretten natuurlijk tien sigaren of twee pakjes sigaretten of een half ons tabak. Degene die een snoep of versnaperingkaarten hebben moeten nu met hun vier bonnen zes weken toekomen. De kinderen van een tot veertien jaar krijgen met Sint Nicolaas twee extra snoepbonnen. Op 1 december 1942 wordt medegedeeld dat ieder groot of klein met Kerstmis een half pond boter extra krijgt als kerstgeschenk.
Met ingang van 1 december 1942 wordt door burgemeester van Beek P. Smalbach de heer Jos C. Prins Mauritslaan en de heer Leo H. Heirstraat benoemd als wethouders, beide van Beek en NSB’ers. Jos C. wordt eerste wethouder en plaatsvervangend burgemeester.
Op zaterdag 12 december 1942 wordt in de courant medegedeeld dat de kinderen van veertien tot twintig jaar met Kerstmis ieder drie eieren krijgen. Op zondag 13 december wordt op de openbare vergadering van NSB in Amsterdam bekent gemaakt, dat Adolf Hitler de leider van de NSB in Nederland Ing. A. Mussert benoemd heeft als leider van het Nederlands bezet gebied.
Op vrijdag 27 november wordt in de krant bekend gemaakt dat alle klokken welke niet getekend waren met een M moeten worden ingeleverd op nader te bepalen datum. Zo werd in de week van 6 tot 13 december de kerkklokken weggehaald in Elsloo, Stein en Geleen. Dit gebeurde meestal door NSB’ers, aan de leiding hiervan stond de heer J. uit Geleen ook een NSB’er. De klokken getekend met een M werden beschouwd als oudheid en deze bleven bespaard. Die waren van 1400 of vroeger maar dit waren er niet veel.
Sint Nicolaasdag van 1942 zal Eindhoven wellicht nooit meer vergeten, want tegen een uur ’s middags hebben die dag Engelse vliegtuigen bommen gegooid op de Philips fabrieken en een trein. Naar wij vernomen hebben moeten er weer veel doden zijn gevallen. Per Engelse radio werd op dinsdag 8 december medegedeeld dat alle fabrieken of instellingen welke voor de Duitsers Wehrmacht werken voor en na gebombardeerd werden. Nu heerst er veel angst onder de mensen. Op maandag 28 december 1942 worden de klokken in Neerbeek weggehaald.