Koninklijke Harmonie St. Caecilia

De Koninklijke Harmonie St.Caecilia is opgericht in 1852 en de geschiedenis is te achterhalen op basis van notulen die vanaf begin bewaard zijn. Reeds in 1838 is door de heren Paulussen en Speé de wens van een muziekgezelschap in Beek onder woorden gebracht. Er werden een 5-tal voorwaarden vastgelegd waaronder men lid kon worden. Het lidmaatschap bedroeg één frank (was vergelijkbaar met 47 cent).

Uit stukken kan herleid worden dat onder toezicht van beide heren muziek gemaakt werd, er reeds instrumenten aanwezig waren en de muziekzaal in huis van koster P. Lemmens was.
Daarna is nauwelijks iets terug te vinden tot het moment van oprichting.
Een eerste concept reglement is op zondag 4 juli 1852 door leden bekrachtigd. Bij de oprichting waren er honoraire en werkende leden.
Het dagelijks beheer der “Societeit” zoals de harmonie destijds genoemd werd, bestond ui een president, drie commissarissen en een secretaris. Het aantal leden tijdens de oprichting bedroeg 62 personen. De jaarlijkse bijdrage bedroeg f 2,35 per jaar.

De eerste President was de burgemeester van Beek dhr. Pieter Lemmens, die in 1855 overleed. Opgevolgd door Frederic Corten, lid van Gedeputeerde Staten en Jan Lambert Lemmens (burgemeester) werd tot secretaris benoemd. Ontslag gevraagd in 1861 en opgevolgd als secretaris door plaatselijke notaris Adophe de Lom de Berg.
De muzieklessen werden verzorgd door dhr.Nagel, die al na een jaar werd opgevolgd door dhr. Fraikin. Het aantal muzikanten bedroeg in de beginjaren ca. 25 personen en daalde in 1861 naar 15 personen.
Op 15 juni 1854 vergadert het bestuur met de gehele sociéteit om een vaandeldrager te benomen.
De eerste vaandeldrager werd Leonard Klinkers.
In 1854 werd deelgenomen aan het festival te Margraten.
Uit notulen van 1863 is te halen dat actief naar nieuwe leden wordt gezocht.
In 1881 wordt een nieuw reglement aangenomen dat maar liefst 60 artikelen omvat , waarin boete’s tot in de finesses worden geregeld.. Het reglement is nog in de archieven aanwezig incl. de handtekeningen van de 23 werkende leden.
In de loop der tijd veranderen de verschillende bestuursleden, waarbij de samenstelling in grote lijnen nog in de archieven terug te vinden is. Alle vergaderingen en repetities worden gehouden op zondag.
Regelmatig is uit de archieven een inventarisatie van muziekinstrumenten en hulpmiddelen terug te vinden.

De Harmonie wordt steeds vaker gevraagd om plaatselijke feesten of evenementen op te luisteren. In de bestuursvergadering van zondag 27 dec. 1903 werd besloten dat : “ De sociéteiten uit Beek en gehuchten die de steun der harmonie tot opluistering hunner feesten verlangen, daarvoor twintig gulden moeten betalen.”
Ter gelegenheid van het 60 jarig bestaan van de harmonie wordt op zondag 31 maart 1912 een groot festival gehouden en in 1917 viert Jos Lemmens zij 60 jarig jubelfeest (werkend lid 27 jaar, commissaris 19 jaar, vice president 2 jaar en toen al 2 jaar president.
Uit toespraken wordt het volgende gehaald. : “ Heeft de Harmonie moeilijke tijden doorleefd, heeft zij zelfs aan de afgrond gestaan, het is vooral den tegenwoordige president geweest, die zo niet alleen staande hield maar steeds crescendo deed voortgaan”.

In de jaren rond 1930 is er sprake van een conflict met Genhout. Dit betrof het afhalen van een nieuwe priester. Dit recht was voorbehouden aan de Harmonie. Bij wijze van uitzondering werd aan Fanfare St.Antonius van Genhout toegestaan omdat de betreffende priester geboortig was van Genhout. Tijdens processie speelde Fanfare St.Antonius vanaf rustaltaar een aantal marsen, terwijl dit voorbehouden was aan de Harmonie.
In 1935 werd geen Caecilia-feest gehouden gezien de hoge kosten en de geringe deelname.
Na het uitbreken van de oorlog in mei 1940 werden de repetities tijdelijk gestopt. Vanaf algemene ledenvergadering 14 juli 1940 werd de repetitie hervat.
In 1942 worden muziekverenigingen gedwongen zich aan te luiten bij het muziekgilde. Indien niet aangesloten, mogen de verenigingen niet meer optreden.
Tijdens de ledenvergadering van 15 maart 1942 werd besloten de muziek voorlopig stop te zetten.


Op donderdag 28 sept. 1944 wordt de eerste vergadering in het bevrijde beek gehouden.
In 1948 werd vastenavond weer gevierd en werd de prins ontvangen ten stadhuize, was er op maandag een optocht. Hieraan nam harmonie ook deel en in okt. 1947 was de hofkapel opgericht .
In 1949 wordt afgezien van aanschaf van Pauken omdat de kas dat niet toe laat. Vanaf dat moment betalen bestuursleden geen erelidskaarten meer, doch storten zij maandelijks f 2,50 in het instrumentenfonds. Hoop is gericht om meer geld tijdens 100 jarig bestaan in1952 te ontvangen.

In het jubeljaar 1952 (100 jarig bestaand) wordt de Koninklijke Harmonie een drumband aangeboden. Een drumband was nieuw en werd in deze contreien gebracht door Amerikaanse en Engelse leger. Het feestcomité bood een compleet drumband instrumentarium als feestgeschenk aan. Het eerste repetitie lokaal was het schaftlokaal/ketelhuis van stroopfabriek Sicof omdat de harmoniezaal aan de Burg.Janssenstraat vol bezet was.
Het eerste optreden was op zondag 17 mei 1953, gememoreerd wordt de strakke exercitie/discipline en de tweekleurige uniformen. De drumband had als naam “ Marijke” gekozen. Echter na een concours in het najaar, ontstond een scheuring tussen drumband en harmonie. Problemen stapelen zich op en na enige tijd ontstond een breuk met Marijke. Een van harmonie afgescheiden drumband Marijke gaat zelfstandig verder, onder de naam “ Irene”. Materiaal werd door Harmonie ingevorderd (er wordt in stukken zelfs vermeld het inroepen van de hulp van de wachtmeester om de uitrusting in beslag te nemen).
Harmonie besluit binnen Harmonie een eigen nieuwe drumband op te starten en op zondag 21 maart bestond de drumband uit 10 leden.

In okt 1954 worden de verschillen bijgelegd en worden onderlinge afspraken gemaakt o.a. over het van elkaar afsnoepen van leden.
In 1961 werden acties aangezet voor nieuwe uniformen, die tijdens het 110 jarig bestaan voor het eerst gepresenteerd werden.
In 1965 kreeg de Harmonie een verenigingsblad, genaamd Caeciliavriend. In de jaren ’80 schijnbaar iets minder aandacht aangezien de jongere leden het blad weer tot leven opwekten.
In 1966 trad dhr. Imkamp na 25 jaar voorzitterschap af en werd benoemd tot ere voorzitter. In 1994 wordt hij door de toenmalige voorzitter gefeliciteerd met zijn 103 geboortedag

Regelmatig zien we discussies/informatie in de stukken rondom :
– meningsverschillen tussen zittende bestuursleden en leden harmonie rond herverkiezingen in de jaren
  1977/1978
– muzikale peil 1983/1985
– gedrag tijdens repetities, uitvoeringen en optredens naar buiten.

Eind jaren ’80 wordt een plan gemaakt voor de vorming van een jeugdorkest