Handboogschutterij Willem Tell sinds 1885

Op 2 februari 1885 werd handboogschutterij Willem Tell in geverik opgericht door Jean Corten. Jean was de zoon van de plaatselijke bierbrouwer die ‘de Kroon’ oprichtte. Jean was tijdens zijn studie in Rolduc in contact gekomen met het handboogschieten.  Aangezien bierbrouwers graag activiteit opzetten richtte hij in Geverik ‘Willem Tell’ op om “de jeugd van Geverik aangenaam te verpozen”.  De leden waren talrijk en tussen de 16 en 30 jaar.

Voorzitter:   Jean Corten Secretaris: Theodorus Diederen Penningmeester:    Hubert Schoffeleers

Rond het handboogschieten werden allerlei activiteiten georganiseerd om veel publiek naar de feestweide te trekken. Toendertijd werd er te voet naar de wedstrijden gegaan. Alle bogen (gemaakt van Turks Eiken) werden samen in 1 grote leren foudraal vervoerd door een vaste aangewezen bogendrager. De pijlen werden vervoerd in 1 grote pijlenbus. Iedere schutter haalde voor de wedstrijd zijn pijl uit deze bus. Dit leidde nog weleens tot onenigheid omdat schutters in de weken voor de wedstrijd met dezelfde pijl getraind hadden.

Ook werd er wel eens gereisd met paard en wagen, en in de latere jaren met de kolenwagen van Lei Pisters; enkele tafels en stoelen achterop en naar de wedstrijd.

in de beginjaren kostte een boog Fl 2, een boogpees 15ct en een pijl tussen de 20ct en 30ct. Voor nog geen Fl 2.50 was je dus volledig uitgerust!

Foto uit 1920; v.l.n.r. zittend op de voorgrond: Math en Servaas Schoffeleers. Zittend op stoel: Math Smeets met zoon Pierre. Eugene Erkens. Staand: Huub Swelsen, Jos Kerkckhoffs, –, Antje Kerckhoffs-Moors, Pie Frederiks, Jos Coumans, Pie Marchal, Willem Dirx.

Het handboogschieten speelde zich heel lokaal af, buiten Zuid-Limburg kwam men niet. In 1927 werd er voor het eerste deelgenomen aan een groot Internationaal Concours en wel in Ammerzoden. Hier namen ook verenigignen uit België en Duitsland deel. Voor het eerst kunnen we zien hoe Willem Tell er nationaal voor staat: Willem Tell wint deze wedstrijd. Willem Dohmen uit Neerbeek wint de fiets en Math (Jeu) Schoffeleers een gouden horloge.

Langzaam komen er meerdere schutterijen in Zuid-Limburg en komt men tot een kleine bond. Beek (inclusief Kelmond en Geverik) had 4 handboogschutterijen, Neerbeek 2 en ook Elsloo had er destijds meerdere. Daarnaast was er nog een enkele in Bunde, Meerssen en Lutterade (Geleen).

Rond 1932 wordt er de Algemene Nederlandse Bond van Handboogschutterijen (A.N.B.v.H) opgericht met het accent op Tilburg en Breda. Deze bond breid relatief snel uit en in 1937 wordt Willem Tell voor de eerste keer kampioen van Nederland met onderstaand 6-tal.

V.l.n.r. Jos Frusch, Servaas en Math (Jeu) Schoffeleers, Jos Kusters, Frans Pijpers en Martijn Pelsers

Op 21 december 1940 wordt, onder druk van de bezetter, de Nederlandse Bond van Handboogschutterijen (N.B.v.H) ter vervanging van de A.N.B.v.H opgericht. Alle verenigingen worden verplicht zich hierbij aan te sluiten, maar een aantal gaan ondergronds.

Willem Tell was de laatste korpskampioen van de A.N.B.v.H in 1940 en werd de eerste van de N.B.v.H in 1941. Daarna volgen er nog zeges in 1942, 1953,1957, 1957, 1979, 1981, 1990, 1991, 1998 en voor de 13de keer in 2013.

Naast de teamprestaties werden er ook persoonlijke prestaties geleverd. Zoals vele kwalificaties in Nederlandse en Limburgse teams en afvaardigingen naar Europese- en Wereldkampioenschappen.

In 1942 wordt Math Schoffeleers Persoonlijk Kampioen van Nederland. In 1977 doet Willie Vroemen hetzelfde en Leon Pelsers volgt in 1992.

Maurice Wierikx wordt in 1975 Persoonlijk Nederlands Kampioen bij de jeugd en Mark Schoffeleers in 1987 bij de aspiranten. In 2004 zullen deze titels volgen voor Ninja Hoen en Kenny Hanssen bij de nieuwe klassen Junioren Dames 16/17 jaar en Junioren Heren 16/17 jaar.

in 1990 is er dan nog een Nederlandse titel voor Mark Schoffeleers in het Veld-schieten bij de Junioren Heren.

In 1999 wordt Leon Pelsers Nederlands Kampioen Indoor Veteranen Recurve. Kenny Hanssen wordt in dat jaar Nederlands Kampioen bij de aspiranten in zowel het 1 pijl als 3 pijlen systeem.

Tevens zijn er door de jaren heen zowel door het 1e team als persoonlijk vele Limburgse Kampioenschappen behaald in de hoogste klasse. Daarnaast zijn we ook altijd goed vertegenwoordigd (en met succes!) in de lagere klassen.

Uitreiking Waarderingsteken ‘Optimistic Flight’

Handboogschutterij L’Union 1892

Op 3 april 1892 werd de Handboogschutterij L’Union opgericht op de Hoolstraat in café Jean Gockenmeijer. De handboogschutterij werd toen gedoopt met de mooie naam L’Union wat Eendracht betekent.
Die Eendracht was er altijd tussen het bestuur en de leden. Mede daardoor genoot de vereniging de sympathie van de Beekenaren.

In Beek en omstreken werd in de loop der jaren de mooie handboogsport veel beoefend en ook nu nog staat de handboogsport volop in de belangstelling. Beek heeft een periode gekend dat er 6 bloeiende handboogschutterijen waren, waarbij 200 tot 300 leden waren aangesloten.
In de kom van Beek waren dat L’Union en Oranje en in Geverik was dat Willem Tell. Deze verenigingen bestaan anno 2021 nog steeds.
In Neerbeek waren dat St. Martinus en de Batavieren. In Kelmond was dat Wilhelmina.
Deze laatste 3 verenigingen hebben het in de loop der jaren niet meer kunnenbolwerken wegens een gebrek aan beoefenaars.L’Union heeft zich al ruimschoots meer dan 100 jaar weten te handhaven en heeft de handboogsport al die tijd met veel bezieling bedreven.
Het moet een grote voldoening zijn voor allen en vooral voor de oudere garde om dit mee te mogen maken.Het bestuur wisselde van samenstelling met de jaren, zoals gebruikelijk binnen een vereniging.

Na Jean Gockenmeijer als President kwam H. Lemmens. Vervolgens werd het Frans Hendriks de Facteur, die later naar Spekholzerheide verhuisd en daar een handboogschutterij oprichtte,Willem Tell genaamd,die nu nog steeds bestaat.
De voorzitters die daarna volgden waren Giel Martens, Sjang Geurts,H. Zenden, Fr. Lemmens, J. Dreessen, Mathieu Lemmens en Pie Lacroix.De latere voorzitters waren Huubke Hermans, Albert Dreessen,Jeu Rinkens, Lei Bosch, Sef Peeters en vervolgens John Tillemans en Wim van den Eertwegh (tot op heden).Ook werd in de loop der jaren nogal eens van schietlokaal gewisseld.Na café Gockenmeijer in de Hoolstraat – Stegen, zo noemde men de buurt,ging men naar café Louis Vossen op de Linj.Van daar  uit naar Frans Lemmens en vervolgens naar Jacq Muris.Toen daar de geschikte ruimte ontbrak werd het café Frusch achter de kerk. Weer later verhuisde L’Union naar de Baan, bij Pierre Gorissen in Hotel Benelux.

In 1980 bouwden de leden van L’Union zelf hun eigen lokaal met 10 schietbanen aan de Dr.  Schaepmanlaan. Daar wordt de handboogsportnog steeds beoefend en men hoopt dit nog jaren te blijven doen.Wanneer de vergeelde kasboeken worden opengeslagen kan men de namen lezen van de donateurs, toen Ereleden genoemd. Zij steunden toen L’Union en zorgden voor het voortbestaan. In de beginjaren had L’Union wel 50 Eereleden. Zij gaven jaarlijks een bijdrage van 60 cent, wat tevens de contributie was. In 1897 was het aantal Ereleden gegroeid tot 62 en in 1899 zelfs tot 73.
In die jaren werd jaarlijks voor deze mensen een feestavond gehouden, met als traktatie mosselen eten.

Toneelspelen: Ook daar deed L’Union aan. In de oude kasboeken staan uitgaven vermeld die daar op duiden, zoals pruiken, toneelboekjes, petten, gordijnstof, enz. enz.
Vele triomfen hebben de schutters van L’Union gekend.
De vele bekers, medailles, lauwertakken enz. in het clublokaal zijn daar de getuigen van.
Schutters van grote klasse in de beginjaren waren Chris de Rooy, Giel Martens en zeker Pie Vroomen. Op oude foto’s is te zien hoe trots Chris de Rooy een aantal Erekruisen toont die ze in een zware kamp hebben behaald.
Betalen van sportlieden werd in het begin ook gedaan.
In de periode 1897 tot 1903 kregen de schutters van een zestal, dat een eerste prijs behaalde ieder 60 centen, voor de tweede prijs 40 centen en voor de derde prijs 25 centen. Dat waren dus profs van het eerste uur. Het inschrijfgeld en de reis werden betaald door L’Union en soms kwam daar ook nog de drank bij.
De geschiedenis van de LÚnion is slechts voor een deel terug te vinden in de oude kasboeken; de overige bronnen zijn helaas verloren gegaan, wat uitermate jammer is.

Siem en Wiel de jubilarissen 

6 Januari 2015 vierden we als vereniging het heugelijke feit dat onze zeer gewaardeerde leden Siem Verhage en Wiel Lacroix precies 50 jaar lid waren van onze vereniging en tevens lid waren van de Nederlandse Handboogbond. De beide heren werd in het zonnetje gezet door onze voorzitter op de eerste trainingsavond in het nieuwe jaar. Siem en Wiel betekenen heel veel voor onze vereniging. Ze zetten zich nog steeds in door actief te zijn op het gebied van het onderhoud van het lokaal,. Ze zetten zich beide meermalen per jaar in als er recreatief wordt geschoten en ze zijn beide nog steeds actief in de competities. Zowel Siem als Wiel zijn nog steeds niet weg te denken binnen onze vereniging, al is het maar om het feit dat beide schutters een schat aan ervaring hebben binnen de Limburgse Schuttersverenigingen. Terecht dat beide mannen door de Bond en onze vereniging in het zonnetje werden gezet. We hopen dat jullie nog jaren in ons midden mogen zijn. Chapeau ! 

Carnavalsvereniging de Baeker Pottentaote


De Baeker Pottentaote zin ein van de auwtste vastelaovesvereinigingen in Nederland. Ze zin veurgegange door de Mirlitophile oet Valkeberg (1879) en de Marotte oet Zitterd (1881). In 1886 zin de Baeker Pottentaote opgerich.

Ontsjtaon Baeker Pottentaote

In de tummerwirkplaats van Jean Lemmens aan de Stationsjtraot kwaome op gezétte tieje ein paar jongeluuj bie-ein om te kalle euver allerlei zaken die op dat moment actueel waore in Baek. Op ein van dees bie-einkomste kwaom o.a. auch de naderende vastelaovend ter sjprake. Ze vroogte zich aaf, of ze zich in Baek auch zouwe kènne amuseere. Drèk ontsjting d’r ein onderlinge gedachtewisseling en woorte de ièrsjte planne gesjmeed. Hiebie kwaom ôngermeer de meugelikheid om eine verkleide optoch te houwte ter sjprake. Dit zou veur Baek gèt gans nuuts waere en ’t dénkbeeld kreeg algemeine insjtumming o.a. omdat ein dergelijke vertoning zeer gesjik zou zin om de deilname van alle sjtande in de bevolking te verkriege. Veurdat d’r ein vergadering in breije kringe woort opgeroope moosj dees nuuj vereiniging ièrsj eine naam höbbe. De vergadering doerde echter zeer langk omdat de vastelaoves-enthousiastelinge zich suf piekerde om eine gesjikte naam te vinge.

Ein vrouw in ’t sjpel 

Ein kaoje vrouw brach redding. Ein van de groatste veurvechters van ein plaatselike vastelaovesviering, koster Alex Lemmens, kièrde hjèl laat heivesj wo häöm ein allesbehalve hartelik welkom aan de hoeselike haard wachtte. Zien wettige echtgenote ontving häöm mit de bitse weurd: “Doe bès mich eine pottentaot!”. De koster maakte eine sjpröng in de loch en reep taege zien vrouw: “Ich höb ’t!”. Hae rende ’t hoes weer oet en ging nao ziene vrund Sjeng Lemmens. Deze woort oet béd getrommeld. Hae heij de deur nog mèr net aope of hae hoord de koster al roope: “Veer neume ôs de Pottentaote!”. Eine blieje glimlach trok euver ’t brommerige gezich van d’r Sjeng, de ièrsjte aovend heij toch nog ’t gewunsjte resultaat opgeleverd. In januari 1886 waor ’t de durpsomrooper Willem van Geelke dae door Baek trôk mit ein bel en eederein oetnuèdigde om op zondigmurge nao de hóagmis ein vergadering bie te woone in café Gijzen achter de kirk (’t latere hotel Colaris). Doel van dees vergadering waor ’t oprichte van ein vastelaovesclub. De ièrsjte vergadering woort zwoa druk bezoch dat twiefel aan ein eventueel succes woort oetgesjlaote. ’t Plan sjprook neet alleein de jongere aan, maar heij auch sympathie van auwer luuj. Op de twède vergadering woort de club definitief opgerich en woort d’r ein besjtuur gekooze. Naodat ’t besjtuur waor saamegesjteld deeg zich nog ein probleem veur … de club moosj nog eine naam höbbe. Nao ein lang discussie brach de koster Alex Lemmens de oetkomst. Hae sjtelde veur de club de Pottentaote te neume. Dit woort mit algemeine sjtumme aangenômme. Pès 1934 bleeve de Pottentaote bestaon oet ein los-vas comité. Eeder jaor woort d’r op twède kaesjdaag euverlag wat d’r in de kommende vastelaovend moosj gebeure. In 1934 woort ’t comité omgezat in ein vereiniging mit eine Raod van Éllef. De optochte woorte pés de twède waereldaorlog ins in de veer jaor gehauwte. Nao de aorlog is dit ein jaorlikse traditie gewoore.

PRINSEN

« van 3 »

Mannenkoor Beeker Liedertafel

Het Mannenkoor Beeker Liedertafel werd opgericht op 5 oktober 1889 als vervolg op een aubade uitgebracht door enkele Beeker jongeren ter opluistering van een gouden huwelijksfeest in Beek. feesten en jubilea opgeluisterd. De eerste dirigent was Pie Boijens uit Sweykhuizen.

Op 26 oktober 2013 heeft het Mannenkoor Beeker Liedertafel, bij gelegenheid van het 160 jarig bestaan van het Koninklijk Nederlands Zangersverbond, deelgenomen aan een concours voor mannenkoren in Tegelen. Het koor wist zich met een puntentotaal van 468 te verzekeren van een plaats in de finale van het Nationale Concours op 26 april 2014 te Zwolle.

MANNENKOOR BEEKER LIEDERTAFEL ANNO 1919
MANNENKOOR BEEKER LIEDERTAFEL ANNO 1919

In 1911, tijdens het internationale zangconcours te Eindhoven, trad het koor o.l.v. Leo Hermans voor het eerst naar buiten. Meteen werd de eerste trofee in de wacht gesleept. Vele onderscheidingen zouden volgen. Het koor viel achtereenvolgens in de prijzen in Gent (1913), Rotterdam (1919), ’s Gravenhage (1919) en Echt (1937).

Koninklijk optreden

Vermeldenswaard is het feit dat het koor, voorafgaande aan het concours te ’s Gravenhage op 25 mei 1919, mocht optreden in Huis Ten Bosch voor Koningin Wilhelmina en de voltallige koninklijke familie. Na het behaalde succes ontvingen de zangers een gelukstelegram van de Koningin. Majesteit werd nogmaals door de Liedertafel toegezongen toen zij in 1927 een bezoek bracht aan Beek.  

Nieuwe weg: muziek verbroedert – internationaal

Tijdens en vlak na de 2e wereldoorlog stond het verenigingsleven op een laag pitje. Grote opbloei beleefde het koor in de vijftiger jaren. Driemaal in successie – van 1954 tot 1956 – werden o.l.v. Jo Bannier opmerkelijke successen behaald in Luxemburg. Het laatste jaar met een ereprijs in de afdeling uitmuntendheid.
In deze naoorlogse periode werd ook de basis gelegd voor een nieuwe koers van de vereniging. Onder het motto “muziek verbroedert” streefde het koor ernaar, muzikale contacten te onderhouden met buitenlandse culturele gezelschappen. Zo is sinds 1957 een vriendschapsband gesloten met Männer Gesang Verein Overath. Nadien zouden nog vele contacten volgen. Bijvoorbeeld met het Poolse Echo-koor uit Lublin, het Spaanse Coral Polifonica te Calella, Sängerrunde Sankt Johann in Tirol, het Engelse Cestrian Male Voice Choir uit Chester en het Hongaarse gemengd koor van Szentendre. Er hebben culturele uitwisselingen plaatsgevonden met enkele Tsjechische koren, namelijk het Chorea Academica uit Usti nad Labem en het gemengd koor Jested uit Liberec.

Dirigenten

Van 1969 tot 1992 was Peter Eykenboom dirigent van het koor. Onder zijn artistieke leiding kwam de vereniging in een enorme stroomversnelling.
In 1992 nam Dion Ritten de leiding op zich, en werd het accent gelegd op kwaliteitsverbetering van het koor en het geven van aansprekende grote concerten.

Hoogtepunten

Mannenkoor Beeker Liedertafel viert het 125 jarig jubileum met tal van activiteiten, zoals het “Diamanten Concert”, “Beek Zingt!” en het uitverkochte galaconcert op 1 november 2014 met Guido Dieteren en Wendy Kokkelkoren.
Het 125 jarige mannenkoor ontving de Cultuurprijs voor de wijze waarop de vereniging Beek in dit jubileumjaar op de kaart zette.
Het jaar werd afgesloten met een sfeervol Kerstconcert.

2011
Mannenkoor Beeker Liedertafel neemt deel aan een masterclass van The King’s Singers.

2009
Mannenkoor Beeker Liedertafel wordt door de Gemeente Beek gelauwerd voor zijn bijzondere verdiensten van muzikale, artistieke en culturele aard. De onderscheiding wordt tijdens de receptie bij gelegenheid van het 120 jarig bestaan, uitgereikt door de burgemeester van Beek.

2008
Mannenkoor Beeker Liedertafel voert samen met het Vocaal Ensemble Kerkrade, het gemengde koor Vivace uit Weert en een aantal solisten, de “Petit Messe Solennelle” uit van G. Rosini. Het concert wordt op een drietal plaatsen in Limburg uitgevoerd: Kerkrade, Weert en Beek.

2005
Mannenkoor Beeker Liedertafel wordt tijdens het Nederlands Koor Festival in Rijssen uitgeroepen tot het beste Nederlands koor in de categorie Mannenkoren klassiek. Het koor mag later dat jaar meestrijden om de titel Nederlands Koor 2005 (alle categorieën) in Musis Sacrum in Arnhem.

2004
In april/mei 2004 ondernam het koor een concertreis naar Slovenië, precies op het moment dat dit land toetrad tot de Europese Unie. Concerten werden gegeven in o.a. Celje en Ljubljana.

2002
In november 2002 bracht het koor de eerste CD uit, terwijl samen met het Limburgs Symfonie Orkest en een 3-tal andere koren 3 operaconcerten (in Beek, Weert en Kerkrade) werden uitgevoerd.

2001
Op 16 juli 2001 gaf de Beeker Liedertafel een concert gedurende het beroemde Wereld Muziek Concours te Kerkrade. Samen met het Kerkraads Symfonie Orkest en enkele andere koren werd voor ongeveer 800 luisteraars in de Rodahal een prachtige uitvoering gegeven.

1999
Dit concert op dinsdag 13 juli 1999 was een van de hoogtepunten van het 110-jarig bestaan van de Beeker Liedertafel. Het jubileumprogramma werd gecompleteerd met de “Wereldkoren Manifestatie Beek” waarbij 4 internationale topkoren uit Kiev, Los Angeles, Manilla en Nairobi naar Beek werden uitgenodigd.

1998
In 1998 werd de Beeker Liedertafel in Meijel uitgeroepen tot winnaar van het Zuid Nederlands Mannenkoren Festival. Als gevolg hiervan ontving het koor een uitnodiging voor een demonstratie-concert in de Doelen te Rotterdam tijdens het World Symposium on Choral Music (7 – 14 juli 1999).

1996
Het concertjaar 1996 stond in het teken van twee grote internationale projecten. O.l.v. Dion Ritten werd in het voorjaar in de Sittardse Schouwburg en in Weert geconcerteerd met het Amerikaanse Blue Lake Jeugd Symfonie Orkest. En in het najaar namen de 5 “Dion Ritten”-koren – met begeleiding van het Limburgs Symfonie Orkest – deel aan een groots Verdi-operaconcert in Theater aan het Vrijthof.

1994
Het optreden op zondag 15 mei 1994 in de beroemde St. Vituskathedraal te Praag was een ongekend hoogtepunt. Dit geldt eveneens voor de herdenkingsceremonie in het voormalige concentratiekamp van Theresienstadt.

1989
Bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan in 1989 luisterde het koor de Eredienst op met de Judas Thaddäusmesse van de componist Felix Knubben, tevens organist van de Sant Paulskirche in Aken, waarbij diverse familieleden van de in 1934 overleden componist in de St. Martinuskerk aanwezig waren. Een van de ”pronkstukken” van het eeuwfeest was de “Baeker Revue” waaraan diverse Beeker verenigingen hun medewerking verleenden. Sluitstuk van het jubileumjaar was de concertreis naar Boedapest in het najaar van 1989.

1985
Concertreis naar St. Johann een bezoek aan het Festspielhaus in Salzburg.

1983
Een eervolle vermelding tijdens de deelname aan het internationale korenfestival te ’s Gravenhage.

1981
Concertreis naar Spanje. Het koor treedt op in de basiliek van het bedevaartsoord Montserrat en in de Salon del Tinel in het hart van Barcelona.

1979
Uitvoering van het requiem van Cherubini, waarbij het koor werd begeleid door het Limburgs Symfonie Orkest.

1978
Concertreis naar Wenen.

1975
Behalen van de A-klasse tijdens de zangersdagen te Roermond.

1974
In 1974 liet de Polenreis onvergetelijke indrukken na bij zangers en begeleiders.

1971
Eerste concertreis naar Zwitserland.

De muzikale prestaties op een rijtje:

1911        Eindhoven        eerste prijs in de derde afdeling
1913        Gent                  derde prijs in tweede afdeling
1919        Rotterdam        tweede prijs in tweede afdeling
1919        Den Haag         eerste prijs in tweede afdeling
1937        Echt:                 eerste prijs en ereprijs in eerste afdeling.

1942: “Tengevolge van verplichte aansluiting bij de cultuurkamer besluit men tot stopzetting van repetities en vergaderingen, in afwachting van betere tijden” (notulen 25 april 1942). Deze betere tijden begonnen op maandag 18 september 1944 toen enkele tientallen leden op het Wolfeijnde spontaan het Wilhelmus inzetten en geestdriftig werden toegejuicht door onze Amerikaanse bevrijders.
Na de oorlog werd de draad weer opgepakt en hervatte Mannenkoor Beeker Liedertafel haar activiteiten en met veel succes.
1954        1ste prijs in de 1ste afdeling
1955        1ste prijs en 1ste ereprijs in 1ste afdeling met lof van de jury:
1956        1ste prijs en 1ste ereprijs in de afdeling uitmuntend
Deze prijzen werden behaald op het internationaal korenfestival te Luxemburg.

1965       2de prijs internationaal concours te  ‘s Hertogenbosch
1966       Toekenning gouden Erepenning van Verdienste door H.M. Koningin Juliana.
1973       1ste prijs (B Categorie); internationaal korenfestival Scheveningen
1975 en
1986       Concerteren in de hoogste klasse te Roermond en Venlo met als resultaat het behalen van de A-status.
2004      Internationaal Korenfestival te Den Haag resulterend in een  eervolle vermelding.
2005      Uitroeping tot Nederlands beste Mannenkoor van het Jaar. 

2011        Succesvolle deelname aan het internationaal vermaarde concours van het Duitse Lindenholzhausen 

2013       Tegelen, deelname voorronde Nationaal Concours voor Mannenkoren ter gelegenheid van het 160-jarig bestaan van de KNZV (Koninklijk Nederlands Verbond van Zangverenigingen) met als voorlopig resultaat de 3de plaats qua aantal punten van alle deelnemende koren (80). Door dit resultaat heeft het koor zich geplaatst voor de finale op 26 april 2014 te Zwolle. 

Koninklijke Harmonie St. Caecilia

De Koninklijke Harmonie St.Caecilia is opgericht in 1852 en de geschiedenis is te achterhalen op basis van notulen die vanaf begin bewaard zijn. Reeds in 1838 is door de heren Paulussen en Speé de wens van een muziekgezelschap in Beek onder woorden gebracht. Er werden een 5-tal voorwaarden vastgelegd waaronder men lid kon worden. Het lidmaatschap bedroeg één frank (was vergelijkbaar met 47 cent).

Uit stukken kan herleid worden dat onder toezicht van beide heren muziek gemaakt werd, er reeds instrumenten aanwezig waren en de muziekzaal in huis van koster P. Lemmens was.
Daarna is nauwelijks iets terug te vinden tot het moment van oprichting.
Een eerste concept reglement is op zondag 4 juli 1852 door leden bekrachtigd. Bij de oprichting waren er honoraire en werkende leden.
Het dagelijks beheer der “Societeit” zoals de harmonie destijds genoemd werd, bestond ui een president, drie commissarissen en een secretaris. Het aantal leden tijdens de oprichting bedroeg 62 personen. De jaarlijkse bijdrage bedroeg f 2,35 per jaar.

De eerste President was de burgemeester van Beek dhr. Pieter Lemmens, die in 1855 overleed. Opgevolgd door Frederic Corten, lid van Gedeputeerde Staten en Jan Lambert Lemmens (burgemeester) werd tot secretaris benoemd. Ontslag gevraagd in 1861 en opgevolgd als secretaris door plaatselijke notaris Adophe de Lom de Berg.
De muzieklessen werden verzorgd door dhr.Nagel, die al na een jaar werd opgevolgd door dhr. Fraikin. Het aantal muzikanten bedroeg in de beginjaren ca. 25 personen en daalde in 1861 naar 15 personen.
Op 15 juni 1854 vergadert het bestuur met de gehele sociéteit om een vaandeldrager te benomen.
De eerste vaandeldrager werd Leonard Klinkers.
In 1854 werd deelgenomen aan het festival te Margraten.
Uit notulen van 1863 is te halen dat actief naar nieuwe leden wordt gezocht.
In 1881 wordt een nieuw reglement aangenomen dat maar liefst 60 artikelen omvat , waarin boete’s tot in de finesses worden geregeld.. Het reglement is nog in de archieven aanwezig incl. de handtekeningen van de 23 werkende leden.
In de loop der tijd veranderen de verschillende bestuursleden, waarbij de samenstelling in grote lijnen nog in de archieven terug te vinden is. Alle vergaderingen en repetities worden gehouden op zondag.
Regelmatig is uit de archieven een inventarisatie van muziekinstrumenten en hulpmiddelen terug te vinden.

De Harmonie wordt steeds vaker gevraagd om plaatselijke feesten of evenementen op te luisteren. In de bestuursvergadering van zondag 27 dec. 1903 werd besloten dat : “ De sociéteiten uit Beek en gehuchten die de steun der harmonie tot opluistering hunner feesten verlangen, daarvoor twintig gulden moeten betalen.”
Ter gelegenheid van het 60 jarig bestaan van de harmonie wordt op zondag 31 maart 1912 een groot festival gehouden en in 1917 viert Jos Lemmens zij 60 jarig jubelfeest (werkend lid 27 jaar, commissaris 19 jaar, vice president 2 jaar en toen al 2 jaar president.
Uit toespraken wordt het volgende gehaald. : “ Heeft de Harmonie moeilijke tijden doorleefd, heeft zij zelfs aan de afgrond gestaan, het is vooral den tegenwoordige president geweest, die zo niet alleen staande hield maar steeds crescendo deed voortgaan”.

In de jaren rond 1930 is er sprake van een conflict met Genhout. Dit betrof het afhalen van een nieuwe priester. Dit recht was voorbehouden aan de Harmonie. Bij wijze van uitzondering werd aan Fanfare St.Antonius van Genhout toegestaan omdat de betreffende priester geboortig was van Genhout. Tijdens processie speelde Fanfare St.Antonius vanaf rustaltaar een aantal marsen, terwijl dit voorbehouden was aan de Harmonie.
In 1935 werd geen Caecilia-feest gehouden gezien de hoge kosten en de geringe deelname.
Na het uitbreken van de oorlog in mei 1940 werden de repetities tijdelijk gestopt. Vanaf algemene ledenvergadering 14 juli 1940 werd de repetitie hervat.
In 1942 worden muziekverenigingen gedwongen zich aan te luiten bij het muziekgilde. Indien niet aangesloten, mogen de verenigingen niet meer optreden.
Tijdens de ledenvergadering van 15 maart 1942 werd besloten de muziek voorlopig stop te zetten.


Op donderdag 28 sept. 1944 wordt de eerste vergadering in het bevrijde beek gehouden.
In 1948 werd vastenavond weer gevierd en werd de prins ontvangen ten stadhuize, was er op maandag een optocht. Hieraan nam harmonie ook deel en in okt. 1947 was de hofkapel opgericht .
In 1949 wordt afgezien van aanschaf van Pauken omdat de kas dat niet toe laat. Vanaf dat moment betalen bestuursleden geen erelidskaarten meer, doch storten zij maandelijks f 2,50 in het instrumentenfonds. Hoop is gericht om meer geld tijdens 100 jarig bestaan in1952 te ontvangen.

In het jubeljaar 1952 (100 jarig bestaand) wordt de Koninklijke Harmonie een drumband aangeboden. Een drumband was nieuw en werd in deze contreien gebracht door Amerikaanse en Engelse leger. Het feestcomité bood een compleet drumband instrumentarium als feestgeschenk aan. Het eerste repetitie lokaal was het schaftlokaal/ketelhuis van stroopfabriek Sicof omdat de harmoniezaal aan de Burg.Janssenstraat vol bezet was.
Het eerste optreden was op zondag 17 mei 1953, gememoreerd wordt de strakke exercitie/discipline en de tweekleurige uniformen. De drumband had als naam “ Marijke” gekozen. Echter na een concours in het najaar, ontstond een scheuring tussen drumband en harmonie. Problemen stapelen zich op en na enige tijd ontstond een breuk met Marijke. Een van harmonie afgescheiden drumband Marijke gaat zelfstandig verder, onder de naam “ Irene”. Materiaal werd door Harmonie ingevorderd (er wordt in stukken zelfs vermeld het inroepen van de hulp van de wachtmeester om de uitrusting in beslag te nemen).
Harmonie besluit binnen Harmonie een eigen nieuwe drumband op te starten en op zondag 21 maart bestond de drumband uit 10 leden.

In okt 1954 worden de verschillen bijgelegd en worden onderlinge afspraken gemaakt o.a. over het van elkaar afsnoepen van leden.
In 1961 werden acties aangezet voor nieuwe uniformen, die tijdens het 110 jarig bestaan voor het eerst gepresenteerd werden.
In 1965 kreeg de Harmonie een verenigingsblad, genaamd Caeciliavriend. In de jaren ’80 schijnbaar iets minder aandacht aangezien de jongere leden het blad weer tot leven opwekten.
In 1966 trad dhr. Imkamp na 25 jaar voorzitterschap af en werd benoemd tot ere voorzitter. In 1994 wordt hij door de toenmalige voorzitter gefeliciteerd met zijn 103 geboortedag

Regelmatig zien we discussies/informatie in de stukken rondom :
– meningsverschillen tussen zittende bestuursleden en leden harmonie rond herverkiezingen in de jaren
  1977/1978
– muzikale peil 1983/1985
– gedrag tijdens repetities, uitvoeringen en optredens naar buiten.

Eind jaren ’80 wordt een plan gemaakt voor de vorming van een jeugdorkest

Voetbal Vereniging (V.V.) Caesar

V.V. Caesar werd opgericht in 1920 en telde anno 2014 ongeveer 600 leden, negen seniorenteams (waarvan twee dames en één veteranen), 24 jeugdteams en één G-voetbalteam. De vereniging beschikt over twee moderne, verlichte kunstgrasvelden.De clubkleuren zijn rood en wit.

Erelijst

  • Landskamipoen Rooms-Katholieke Federatie 1932
  • Landskampioen zondagamateurvoetbal 1971
  • Districtsbekerwinnaar Zuid II 1978 (zondagclubs) en 1981
  • KNVB bekerwinnaar voor amateurs 1981

De naam Caesar

De naam Caesar is reeds zeer oud in de Beeker voetbalwereld. Enige Beeker Rolduciéns hebben in het jaar 1906 het voetballen in Beek gebracht, zijn in clubverband gaan spelen en gaven de club de naam “Caesar”. Onder die naam werd toen in de vakantietijd en later in competitieverband gespeeld. In die tijd was Caesar nog geen vaste club, het ene jaar werd wel, het ander jaar werd niet gespeeld. Ook een veld krijgen ging moeilijk. In de jaren hierna kende men in Beek nog voetbalclubs onder de namen “Caesar”, “Vriendschap”, Zwart-Wit”, “R.K.B.V.C.”, “Forward” e.a. Maar ook deze clubs waren niet van lange duur.

De oprichting

In 1920 richtten enkele vooruitstrevende sportlieden een nieuwe club op. In het lokaal “Jantje Paes” werd een definitief bestuur gekozen. Het eerste bestuur van “Caesar” bestond uit de heren: J. Nijsten, voorzitter; Jacq. Hoedemakers, secretaris; P. Mennens, penningmeester en de bestuursleden J. Smeets, J. Heldt, H. Visschers, J. Pijls, H. Gare en H. Ponse. Tot erevoorzitter werd benoemd Dr. W. Stassen en als geestelijk adviseur de eerwaarde heer kapelaan A. Leenaerts. De vereniging trad toe tot de R.K.L.V.B. en werd in de tweede klasse ingedeeld. Reeds het eerste jaar werd het afdelingskampioenschap behaald. In 1921 sloot de destijds bestaande voetbalclub “Forward” zich bij Caesar aan en werd Caesar ingedeeld in de 3e klasse R.K.F. Caesar promoveerde naar de 2e klasse R.K.F. en wist ook hier het kampioenschap te behalen en promoveerde naar de hoogste klasse van de R.K. Federatie.

Competitie 1931 tot en met 1968
Caesar landskampioen in het seizoen 1931-1932

Ondanks een moeizaam begin (eerste jaar maar net ontsnapt aan degradatie) behaalde het Caesarelftal in het seizoen 1931-1932 voor de 3e maal in successie het afdelings kampioenschap en slaagde men er ook in het landskampioenschap te behalen.
2 jaar later eindigde Caesar op de laatste plaats van de afdeling, doch degradeerde niet door als eerste te eindigen in de promotiecompetitie. In het seizoen 1935-1936 eindigde Caesar weer op de laatste plaats en moest haar plaats in de 1e klasse afstaan aan Laura uit Eygelshoven. De bond heette inmiddels I.V.C.B. Na de degradatie verliet een groot aantal spelers de R.K.-gelederen en ging onder de naam “Caesar” in de N.V.B. spelen. In het seizoen 1936-1937 moest R.K. Caesar (vanwege het grote spelersverlies) in de overgangsklasse van de R.K.L.V.B. spelen. In 1938 zien we R.K. Caesar weer terug in de 2e klasse I.V.C.B.

In mei 1940 kwam het oorlogsgeweld over ons heen. R.K. Caesar bezette op dat moment de 5e plaats, terwijl neutraal Caesar kampioen was geworden. De eerste maatregelen van de Duitsers was de voetbalbonden samen te vatten in één landelijk orgaan, de Nederlandse voetbalbond oftewel afgekort de N.V.B. R.K. Caesar werd ingedeeld in de 3e klasse van de N.V.B., waarin ook het neutrale Caesar speelde.
In het seizoen 1940-1941 eindigde het neutrale Caesar op de 2e plaats en R.K. Caesar op de 10e plaats. Het seizoen 1941-1942 was voor R.K. Caesar niet zo gelukkig, zij degradeerde naar de 4e klasse. Neutraal Caesar eindigde op de 2e plaats. In 1943 kwam op initiatief en na moeizaam werken van Dr. G. Beckers en Mr. V. Pijls de fusie tussen de beide Caesars tot stand. Het 1e elftal werd ingedeeld in de 3e klasse en het 2e elftal in de 4e klasse. Het seizoen 1943-1944 eindigde het 1e elftal op de 2e plaats. Na de bevrijding werd door de K.N.V.B. (eerst N.V.B.) weer een landelijke competitieregeling in elkaar gedraaid. Met wisselende successen verliepen de volgende jaren van de competitie. In het seizoen 1959-1960 behaalde Caesar onder leiding van trainer Pol den Hoed in de 3e klasse het afdelingskampioenschap. Tevens vierde Caesar haar 40-jarig jubileum. Caesar was weer terug in de 2e klasse, doch degradeerde in het seizoen 1965-1966 naar de 3e klasse.

In het seizoen 1966-1967 werd Caesar weer kampioen en keerde weer terug in de 2e klasse. Het seizoen 1967-1968 resulteerde in een kampioenschap voor Caesar en ons elftal promoveerde naar de 1e klasse.

Caesar door de jaren heen

In seizoen 1969/1970 trad Caesar onder leiding van trainer Bèr Beckers aan in de eerste klas van de KNVB, toen de hoogste amateurklasse. Beek had weer een eerste klasser na 33 jaren!!! In 1936 had Caesar haar plaats in de eerste klasse moeten afstaan aan Laura uit Eygelshoven. Na een matig begin wist Caesar middels een geweldige eindsprint, 13 punten uit 7 wedstrijden, het vege lijf te redden in dit seizoen. Een overwinning leverde toen slechts twee punten op!!

In het volgende seizoen werd Giel Haenen als trainer aangesteld. Onder zijn leiding werden een aantal grote successen behaald. Het hoogte punt was wel het behalen van het landskampioenschap bij de zondagamateurs in 1971. Voor het zover was, werd eerst in het Fortunastadion in Sittard middels een beslissingswedstrijd voor meer dan twintig duizend toeschouwers Almania uit Broek-Sittard , na een bloedstollende verlenging, met 3-2 verslagen en was Caesar kampioen van de eerste klasse F.  

Samen met DESK, BeQuick(Z), Drachten, SDW en RVC moest Caesar nu strijden voor het landskampioenschap bij de zondagamateurs. Het bleef spannend tot de laatste speeldag. Middels een 0-1 overwinning bij RVC Rijswijk werd de landstitel behaald. De luid bejubelde doelpuntenmaker was Huub Bouwens na een mooie voorzet van de snelle Ton Dormans. 

Een volgend hoogtepunt was het winnen van de landelijk amateur beker in 1981. In de finale werd in en tegen Appingendam een ruime 4-0 overwinning behaald en mocht de grote KNVB-beker mee naar Beek.

In de daarop volgende jaren kreeg Caesar het steeds moeilijker in de hoofdklasse en in seizoen 86/87 viel het doek en moest Caesar terug naar de eerste klasse. Nu braken de zeven magere jaren aan. Degradatie op degradatie volgde. Caesar maakte een vrije val en belandde na degradatie in 1994 in de vierde klasse. In 1943 had Caesar voor het laatst in deze klasse gespeeld. 

In seizoen 95/96 werd oud speler van MVV, Gerard Hoenen, als trainer aangetrokken. Onder zijn leiding werd de weg terug ingeslagen met als kroon op het werk het kampioenschap in seizoen 96/97 en promotie naar de derde klasse. Gedurende een vijftal jaren werd met wisselend succes aan de competitie in de derde klas deelgenomen. In seizoen 2002/2003 werd Hay Willems uit Maastricht de nieuwe trainer. Onder zijn bezielende leiding werd in 2003 een nieuw hoogtepunt behaald: kampioen van de derde klasse A en promotie naar de tweede klas.
In het seizoen 2010/2011 behaalde Caesar promotie naar de eerste klasse nadat het team van trainer Josh Vanderlyde en Peter Haemers in de nacompetitie zowel Venlosche Boys als VV Heeswijk in twee dubbele ontmoetingen versloeg. Met een piepjong team, vol met Beekse jongens, werd er na 21 jaar aan het nieuwe seizoen in de eerste klasse begonnen. Ondanks dat Caesar regelmatig heel aardig mee voetbalde, bleek al snel dat in de eerste klasse andere wetten gelden. Caesar kon het niet bolwerken en degradeerde na 1 seizoen weer naar de tweede klasse.

Op dit niveau speelt Caesar momenteel nog steeds, met ingang van het seizoen 2014/2015 onder leiding van Martin Vrösch.

Voor meer en uitgebreide verslagen over het wel en wee van Caesar verwijzen we u graag naar het jubileumboekje uit het jaar 2000 met als titel: Een levenlang voetbal in Beek.

Bron: Wikipedia