Joodse Begraafplaats Beek

De eerste vermelding van Joden in Beek stamt uit eind zeventiende eeuw. Pas in 1828 werd Beek en zelfstandige Joodse gemeente. De synagoge werd ingewijd in 1866. Na de oorlog werden de Joodse gemeenten van Geleen en Sittard bij Beek gevoegd. Het zou maar voor kort zijn, want in 1954 was het aantal Joodse inwoners van Beek zo laag, dat de gemeente bij Maastricht werd samengevoegd. Bij de St.-Martinuskerk van Beek staat een monument voor de omgekomen Joden.

Enkele opvallende graven

Op de begraafplaats staan 19 zerken, de oudste uit 1851 (Sophia Hellendag-Steenweg).

Opmerkelijk is de tekst op de grafsteen van Lion Wolf en Rosalie Frenkel (1939 en 1926). Hun geboortedata zijn gemarkeerd met een asterisk en hun overlijdensdata met een Latijns kruisje. Dit christelijke symbool zou eigenlijk niet op een Joods graf horen te staan.

Het graf van Lion Wolf en zijn vrouw Rosalie Frenkel.

Het jongste graf is gedolven in 1998. Gerrit Cohen overleefde als enige van zijn gezin de Tweede Wereldoorlog. Op zijn grafsteen staan de namen van de gezinsleden. Tevens staat op de grafsteen afbeelding van twee zegenende handen. Deze afbeelding is typerend voor Joden met de naam Cohen.

Esthella Cohen ten Brink met kinderen
Het graf van Gerrit Cohen

Overige informatie

Op de begraafplaats is ook een metaheerhuisje aanwezig. Dit is echter niet het oorspronkelijke metaheerhuis (waar de overledenen werden verzorgd).

Metaheerhuisje

Enkele jaren geleden zijn op de Joodse begraafplaats van Beek grote vernielingen aangericht. Sindsdien staat er een hek omheen en is de poort op slot. De plaatselijke overheid beheert de begraafplaats.

Onder de Joodse gemeente van Beek viel ook Urmond. In deze plaats is eveneens een Joodse begraafplaats.

Frans Kanarek

In augustus 1942 kreeg Frans Kanarek een oproep zich te melden in verband met Arbeitseinsatz (arbeidsverruimende maatregelen). Hij dook onder. De onderduik werd zorgvuldig voorbereid. Frans schreef een brief aan zijn ouders dat hij naar Zwitserland was gevlucht. Zijn ouders deden aangifte bij de politie in Beek. Ondertussen verbleef Frans op zolder bij de sigarenfabriek Hennekens.
Na de bevrijding van Beek sloot Frans zich aan bij de Stoottroepen, om mee te helpen met het definitief verslaan van de Nazi’s. In de winter van 1944-1945 kreeg hij tuberculose. Frans Kanarek overleed in maart 1945.

Franz Kanarek

Bron: Wikipedia